Vroeger had je natuurlijk ook kale spelers. Of kalende spelers. Vooral ‘overkammers’ waren in de jaren ’70 populair. Die waren na een gemiste kopbal meer bezig met het goed doen van hun resterende haar dan om het treuren van de verprutste mogelijkheid.

De eerste kale speler in Feyenoord 1 die ik me voor de geest kan halen is John Metgod. Met een kapsel waar ze in de Abdij van Berkel-Enschot jaloers op zouden zijn leek hij jaren ouder dan dat hij daadwerkelijk was. Wanneer de eerste echt kaalgeschoren speler zijn intrede in het voetbal deed is een beetje gissen.

Je had natuurlijk David Beckham die rond de millenniumwisseling, tot grote schrik van zijn veelal vrouwelijke fans, ineens zijn blonde lokken inruilde voor tondeuse standje 1.

In De Kuip maakte we al eerder kennis met een kale speler. Noem de naam Carsten Jancker en een hele generatie barst in huilen uit. Een kale Duitser en een gemiste finale. Na Jaap Stam, Ronaldo en scheidsrechter Pierluigi Collina was het hek van de dam voor kale spelers.

Als kalende twintiger haalde ik ook eerst de tondeuse en niet veel later het scheermes over mijn schedel heen. Kaal zijn was salonfähig geworden en met een glimmende bol werd je niet langer gezien als gabber of zanger van een Oi-band.

Zelden is er een speler in dienst van Feyenoord geweest die zijn kaalheid zo mooi draagt als Gernot Trauner. Je kunt hem gewoonweg niet mét haar voorstellen maar dat is wel wat er laatst gebeurde. Met fotoshop hadden ze de ‘kale kletser’ op X een Bee Gee’s-achtig kapsel gegeven. Hij zag er direct een stuk minder indrukwekkend uit.

Daarom zal hij op de vraag ‘liever een kapsel dan een goal’ waarschijnlijk nooit voor optie 1 kiezen. Geen haar op zijn hoofd die daaraan denkt.

Door Jeroen

Jouw reactie hier!