Het Frankrijk in films en series strookt doorgaans niet met de realiteit. Althans niet in Montbrehain. Hier geen terrassen en ‘boulangeries’ met een etalage vol eclairs en andere lekkernijen waar ze bij ‘Heel Holland Bakt’ van zouden watertanden.
Nee, de mensen hier in Noord-Frankrijk moeten het doen met brood uit een automatiek en een hypermarché op kilometers afstand. Van wat de laatste mode is, ook een Frans fenomeen, krijg je hier geen beeld. Er is immers niemand op straat.
Het wachten is op Team A die exact om 12:00 uur vertrokken is vanuit Clastres voor hun eerste deel van de Roparun editie 2025. Maar die start was niet de echte start. De start van ons nieuwe Roparun-avontuur is waar de vorige is geëindigd.
Voorbereiding
Na iedere Roparun stroomt onze whatsapp-groep nog dagenlang over met mooie verhalen en complimenten en dan is het na de zomervakantie weer tijd om vooruit te kijken. Op de vraag ‘gaan we weer’ hoeven we eigenlijk nooit na te denken. Dat is inmiddels een zekerheid. De gebroken nachten zijn vergeten, de regen ook. En dan begint het grote voorbereiden.
Collecteren, organiseren. Op alle mogelijke manieren geld en sponsors binnenhalen. Het hoorde allemaal bij de voorbereiding. Busjes ophalen, brood regelen. Uitzoeken, opruimen en inruimen en toen was het eindelijk vrijdagochtend. Het vertrek naar Frankrijk.
In de busjes en vrachtwagens vloeiden al de nodige tranen want er was nogal wat gebeurd met teamleden Jochem en Pascal. Pascal kon wel mee. Jochem digitaal onderweg en in levenden lijve in Molenschot.
Na een vrijgezellen-challenge voor Menno. Een paar biertjes in de feesttent was het sneller zaterdagochtend dan gedacht. Eten, fietsen en busjes in orde maken en hup richting de startboog voor de plechtige momenten. Twee wens-ambulances naast de startboog met twee mensen op brancards lieten je even echt beseffen waar je het voor doet. De tranen waren niet ver weg. Ondertussen had Astrid mijn stramme kuiten iets minder stram gemaakt. Die zaten zo vast als de kabinetsplannen. De benen van Jan niet, die mocht als eerste loper aan de slag. On y va!
Montbrehain
Montbrehain dus waar de Eerste Wereldoorlog, ‘La grande guerre’ nooit ver weg is. Team A kwam langs een Engelse begraafplaats en wij stonden te wachten aan Rue de Verdun. Verdun, net zoals de hier nabijgelegen rivier De Somme, staat symbool van de zinloosheid van de oorlog.
Of het achteraf helemaal gepast was om hier als Oostenrijkers verkleed te gaan. Nou ja, er was toch niemand op straat. Dat verkleden is wel een ding geworden binnen team Jatogniettan. Het zorgt vooraf en tijdens de tocht voor veel hilariteit binnen het team zelf en aandacht van andere teams en toeschouwers. Het doel is zwaar, de Roparun zelf leuk. En soms zwaar.
Team A had een aardige hoosbui over zich heen gehad getuige de modder op de fietsen, schoenen en kleding. Wij hadden het nagenoeg droog gehouden. In 35 kilometer kan dus veel gebeuren. En dat is wat wij nu gingen doen. 35 kilometer op pad richting het eerste kamp in Solesmes.
Een kamp waar we bij de verkenning uitkwamen bij een sporthal. Een sporthal die toen dicht was en we via een dame op straat de plaatselijke ambtenaar aan de lijn kregen die het vreemd vond dat we er alweer waren voor de verkenning. We hebben het gelaten voor wat het was maar konden hieruit wel de conclusie trekken dat er sowieso een ander team op deze plek zou staan.
De kwartiermakers lieten weten dat we wel in de tenten zouden slapen maar dat er wel gebruik gemaakt kon worden van de douches en toilet van de sporthal. Een mooi vooruitzicht. Het zijn de kleine dingen die zo’n tocht net iets makkelijker maken onderweg.
Go with the flow
Met de lopers deden we haasje over. Iedere 1500 meter een wissel van loper onder begeleiding van onze fietssters. Voor Bernadette en Claudia was alles nieuw. En het valt ook niet echt uit te leggen wat je er nu precies van moet verwachten. Go with the flow, ervaren door te ervaren. En vanaf het begin liep het gesmeerd. Behalve de quizvragen van de fietssters. Wat weet ik in vredesnaam over de meikever? Toen het begon te regenen kreeg ik als vraag: noem zoveel mogelijk songtitels met rain erin. Purple Rain en Rainin’ Blood waren goed. Rudolf the Rednose Reindeer kwam er net doorheen.
Voor de chauffeurs en navigator ook een uitdaging. Om de 1500 meter een goed plekje uitzoeken waar het busje mocht staan. En ondertussen deejay spelen in de bus en eten en drinken uitdelen. Ik heb deze rol een keer gehad en heb diep respect voor Melissa en Peter.
Door verlaten dorpjes en langs groene velden zo ver je kon zien kwam Bertry op de borden. Normaal gesproken een feestdorp met rookworsten in de vroege zondagmorgen. Door de nieuwe start een passage overdag. Vervelend voor de mensen in het dorpje en voor de ervaren Roparunners die zo vaak vertelden over de rookworsten tegen de nieuwe teamleden. Maar waar er deuren sluiten gaan er andere open en de Roparun verandert door de jaren heen.
In Oud-Gastel spraken we een man die vol enthousiasme vertelde over zijn laatste Roparun in 2002 toen er nog vanuit Rotterdam naar Parijs werd gerend. Zo heeft iedere generatie zijn of haar herinneringen en voorkeuren. De man vertelde dat hij toen 52 was, net zo oud als ik nu ben.
En voor mij voelt 2002 in sommige gevallen nog als de dag van gisteren. Een beetje door de UEFA-Cup winst van Feyenoord maar vooral door de ziekte van Sandra. Een van de redenen dat we beiden aan dit event meedoen. Voor die man voelde 2002 als een eeuwigheid geleden, toen hij nog hardlopend van Rotterdam naar Parijs rende. Op dat moment besloot ik nog meer te gaan genieten van deze editie. Stap voor stap. Meter voor meter. Voor je het beseft ben je 23 jaar verder.
Lichtvestjes
Maar zover waren we nog niet. Solesmes bleek een prima stop te zijn. Eten, douchen en slapen. Team A ging de avond in. En de avond betekend lichtvestjes. De kledingverziekende lichtvestjes (die je in de bus weer uit moet zetten 😉). Dat komt door het klittenband maar er is niets wat good old ductape op weet te lossen.
Onze wissel was in Harchies. Team A was de grens gepasseerd. Dat hoorden we ook via RTV Lansingerland die met het team mee reisden en waar we af en toe in de bus op afstemden. In Harchies stonden we voor een zaaltje waar soms een thé dansant werd gehouden en op Samedi vanaf 19:00 uur een disco. Een disco die blijkbaar al afgelopen was want het was er doodstil. Op wat Roparunteams na.
Dit werd de eerste nachtetappe voor team B. Door Belgische lintdorpen richting Geraardsbergen. Als loper kijk je soms reikhalzend uit naar het groene lichtbord in de verte. Maar meer dan eens kwam het lichtbord te vroeg voor mijn gevoel. De afstand was dan wel 1500 meter maar dan was je nog niet klaar met de door onze fietsters gevraagde ABC’s. Alles kwam aan bod. Van het ABC van groenten en fruit tot het ABC van kledingmerken waarbij je net na je de wissel nog kon roepen ‘de Z van Zwarte Bes’.
De Muur
Gerrit had de eer om de muur van Geraardsbergen te beklimmen. Samen met de dames op de fiets. En op een normale fiets is het toch anders dan zoals de muur normaal beklommen wordt. Want zelfs wielrenster Bernadette moest even uit het zadel.
Aan de andere kant van de muur stond team A alweer klaar. Bijpraten, grappen maken en aftikken. Wij op weg naar het kamp achter een restaurant. Team A op weg St. Gillis, wij een tukkie doen. Een tukkie dat voor mijn gevoel net een paar minuten had geduurd toen we alweer wakker moesten worden. Klaar maken voor het lopen en fietsen en waar nodig de kwartiermakers helpen. Dat laatste was meer niet dan wel nodig want de kampen werden op- en afgebouwd met militaire precisie.
Vlak voor het centrum van Dendermonde werd er gewisseld. Ik keek even op het nabijgelegen station wat een enkeltje Rotterdam deed. Vierendertig Euro. En dan dit alles moeten missen. Nee, we gaan gewoon verder. Door Dendermonde heen (een mooi stadje) richting Zele.
Zele, ook zo’n naam die je ieder Roparunteam met respect hoort uitspreken. Ook het hoogtepunt van de zondagavond. Nu een vroege doorkomst op de vroege zondagochtend. Niettemin zaten de mensen al buiten voor hun huizen alleen was het plein helaas nog leeg. De Zelenaren zelf hebben er echter alles aan gedaan om het weer zo leuk mogelijk te maken.
Inmiddels zat ik zelf wel aan mijn taks qua Nederlandstalige liedjes die je overal langs het parcours hoorde. Dit jaar weinig Engelbewaarders maar wel veel Zoet, Zout en Zuur. In het busje en bij de fietsers van ons team was de smaak gelukkig een stuk beter. Dit jaar hadden we gekozen voor 12 etappes in plaats van 10. Minder rust maar ook minder kilometers per etappe. Mij beviel dat prima. Zodra je horloge aangaf dat je in deze etappe richting de 11 kilometer ging wist je dat je er bijna was. Zo kwam iedere loper een keer of 8 aan de beurt per etappe. Bij een bakker werden verse croissants gehaald en bij een benzinepomp namen we een kleine koffiepauze. Er waren mensen die snakten naar het zwarte goud.
Bezoek in Burcht
In Burcht stonden we bij de kantine van een atletiekvereniging. Kevin had wat geregeld en de kwartiermakers hadden ervoor gezorgd dat er precies genoeg bedjes in de kleedkamer konden. Patrick, Annemieke en mijn vader kwamen ook even langs op het kamp. Als je ziet hoe het allemaal reilt en zeilt op zo’n kamp en wat ervoor nodig is dan krijg je toch een ander beeld bij die hele Roparun. Het is in eerste instantie natuurlijk een hardloopevenement. Maar zonder fietsers, kwartiermakers, masseurs en chauffeurs komt er niets van terecht.
De ontmoeting was kort want ik lag op de massagetafel toen ze aankwamen en daarna had ik dringend behoefte aan een beetje slaap. Sandra heeft ze alles laten zien en de meegebrachte broodjes smaakten lekker. Normaal is Antwerpen dicht bij Nederland maar we hadden nog bijna een hele dag te gaan. We waren net over de helft.
Wij reden naar Oekel. Parkeerden daar voor een boerderij en probeerden als grensrechters andere teams buitenspel te zetten. Ondanks dat iedereen een hekel aan de VAR heeft werd er veelvuldig om geroepen. Ja, wij Nederlanders zijn niet bepaald consequent.
In Brabant was het duidelijk dat we weer in Nederland waren. De dorpskernen met hun Jumbo of Albert Heijn en een Chinees restaurant op de hoek. En plukjes mensen langs de kant die ons aanmoedigden. Het team waar we continu mee optrokken vertelden dat ze etappes van 90 kilometer deden. Een behoorlijke uitdaging. Ja, het rustende team heeft meer rust maar 90 kilometer aan een stuk door trekt mij niet echt.
Molenschot
In Tilburg was het groot feest voordat we door een industrieterrein richting Dongen trokken. Over een atletiekbaan en wachtend voor een rood stoplicht naast het team van de politie. En ja, iemand maakte de grap.
Molenschot was ons einddoel. Niet te verwarren met het kasteel van Kuifje maar eenmaal aangekomen voelde het wel als een kasteel. We stonden op het terrein van Herberg de Drie Linden en daar kregen we een huisje toegewezen dat normaal gesproken als cursuslocatie dient. Wat een luxe. Na een maaltijd in de herberg (het klinkt als een middeleeuws verhaal maar we zijn toch echt in 2025) konden de oogjes nog even dicht voor onze een-na-laatste etappe. De nacht weer in.
De wissel in Oud-Gastel bracht weer verse herinneringen met zich mee. Ik wist nog precies op welke hoek van de straat straks in Roosendaal een groep mensen keihard staat te zuipen bij een vuurkorf. En ik werd niet teleurgesteld. Ze stonden er weer. Veel meer dan een soort ‘heuh’ kwam er niet meer uit. En dat gold ook voor alle andere doorkomsten tot aan Bergen op Zoom. Harde muziek, nog wakkere kinderen en mensen tollend op hun benen van de drank. Wat een heerlijke etappe is dit. En hij was ook nog eens zo voorbij.
Het laatste stukje
Eenmaal hier is alles hetzelfde. Het broodje met ei in Hoogerheide. De aardbeien in Bergen op Zoom. En als toetje het zwembad. Aftikken, zwemmen en een tukkie doen. En dat tukkie beviel. Ja, het is nog maar een klein stukje na de wissel maar ik had zowaar echt goed geslapen. Gelukkig gaat de route van team A over de Haringvlietbrug en loopt hij niet door Spijkenisse want de Haringvlietbrug stond open en ging gelukkig ook weer dicht. Het werd een denkbeeldige race tegen de klok wie er het eerst bij het wisselpunt zou zijn. Team A of de rest.
En toen begon de allerlaatste etappe. 38 kilometer met Team B en de nieuwkomers en mensen die graag een keer de laatste etappe meewillen uit het team. Een triomftocht door de Hoeksche Waard langs familie, vrienden en bekenden. En veel, heel veel toeschouwers. Door Alp d’Huez achtige taferelen in Oud-Beijerland, de Heinenoordtunnel en de Wens Ambulances in Barendrecht. Het hospice in Barendrecht brengt je even met de voeten terug op aarde en toen waren we weer in Rotterdam.
Voor ons liep team KPN en die moest ik even inhalen. Dat ik daarna even buiten adem was. Ach, dat had ik ervoor over. Warren wilde graag het laatste stukje doen en met hem als loper waren we terug in het centrum waar we door vrienden en familie feestelijk werden binnengehaald. Bijna 25.000 euro opgehaald en ervaringen rijker.
Vanuit de grond van mijn hart wil ik iedereen bedanken voor dit onzalige avontuur. Misschien heb ik het van het weekend niet zo vaak uitgesproken als ik zou moeten doen maar ook ik moest nog een teringend naar huis lopen 😉
Grote dank aan: Sebastiaan, Gerrit, Kevin, Bernadette, Claudia, Melissa, Walter, Astrid, Warren, Jan, Pascal, Angela, Peter, Richard, Sietske, Bastiaan, Smulbeer, Ed en Jochem
Mijn mede-teamcaptains Nikki en Menno en uiteraard mijn Sandra. Zo speciaal om dit met jullie te mogen doen.
Wat rest is het vooruit kijken naar de 2026 editie.
En een volle wasmand. En opzoeken wat ik allemaal kan weten over de meikever. Dan kan ik daar volgend jaar wel op antwoorden.