Wanneer begint de Roparun eigenlijk? De dag na de vorige editie? Bij het wegrijden vanuit Rotterdam? Op het moment van de start? Lastige vraag.

Daarom beginnen we dit keer bij het einde. Op de Coolsingel wordt ‘De Engelbewaarder’ gedraaid. Een nummer dat ik meer dan me lief is heb gehoord in een weekend Roparun.

De televisie van de Roparun filmt ons team en zoals al heel het weekend het geval is wordt er een extra zinnetje aan het nummer toegevoegd. Een zin die eindigt op het woord……nou, laten we er maar hoera van maken. Dat deed de speaker op de Coolsingel immers ook. Het woord ‘hoera’ werd naast het handjeklap het ritueel bij Team A tijdens iedere wisseling van lopers. Tijdens de Mexicaanse etappe stapten we eenmalig over op het woord puta. U weet dan genoeg.

De Roparun begon na het einde van editie 2023. En toen bekend werd dat Frankrijk weer aangedaan kon worden sprong het team een gat in de lucht. Spreekwoordelijk gezien dan.

Er werd gecollecteerd, we hielden tweemaal een pub quiz, puzzeltochten en darts- en pooltoernooien. De appjes werden talrijker en de dag van de start kwam dichter en dichterbij. En eindelijk, op vrijdagmiddag werd er vertrokken richting Clastres, een nieuwe locatie omdat het vliegveld momenteel ingericht wordt als perscentrum van de Olympische Spelen.

Geen start door de banlieus van Parijs maar door slaperige dorpjes zonder enkele voorziening. Voor de mensen die een romantisch beeld van Frankrijk hebben. Er zat niet eens een boulangerie. Tot grote pret van Bastiaan wél een automaat waar je zelf je pain du stok uit kon halen. Wat zou daar nou in zitten? Een heel klein bakkertje?

Enfin, we gingen dus op pad met chauffeurs Bastiaan en Jochem. Fietsers Pascal en Richard en Gerrit, Walter, Kevin en ik als lopers. Het hele team was nagenoeg intact gebleven ten opzichte van het jaar ervoor met Gerrit als enige nieuwkomer. Toch leerden we zaken van elkaar tijdens de quiz van Peter die nog niemand van elkaar wist. We hebben nog wel wat edities te gaan voordat we echt alles van elkaar weten.

Terug naar Etappe 1. Een heuvelachtige etappe met talrijke begraafplaatsen uit de eerste wereldoorlog. De rivier de Somme lag letterlijk om de hoek. La Grande Guerre noemen de Fransen het. Alsof oorlog iets nobels heeft. Met duizenden mannen tegelijk uit een loopgraaf stormen en kansloos neergemaaid worden door mitrailleurvuur. Wij opereerden wel als een legereenheid. Wisselen om de 1500 meter door stad en land. Nou ja, door land vooral. De toeschouwers waren vooral wat oudere Fransen zonder toegang tot coiffeurs en couture van een afstand bezien. En toen zat deel 1 er alweer op.

Aftikken met team B dat bestond uit Peter, Melissa, Jan, Frank, Saskia, Menno en Nikki met wie ik dit allemaal bekonkel. En uiteraard mijn eigen Sandra. Ik zal het niet te klef maken maar ik ben enorm trots dat ze weer op de fiets stapt voor die gruwelijke 270 kilometer in het zadel.

Het basiskamp lag iets naast de route en daar hadden Johan, Frenk, Warren en Patric het kamp opgebouwd en konden Astrid en Sietske de klein en grote pijntjes wegmasseren. Je start vaak met blanco benen maar bij de finish zie je eruit als het werkstuk van kinderen uit groep 2. Overal zit tape.

De etappes volgden elkaar op. Van Frankrijk naar de Belgische grens vol vage casino’s en tabakswinkels door steden waar dronkenlappen net de kroeg uit kwamen gerold. Af en toe kwam er iemand vragen wat we aan het doen waren. Leg dat maar eens uit. Een keer dachten een paar werklui dat ik alleen dat hele end aan het rennen was. Ik heb ze maar in de waan gelaten.

De Muur van Geraardsbergen lieten we aan team A over en in Zele troffen we elkaar weer voor een Mexicaans feestje. Niet zo’n gekkenhuis wanneer je in de avond door het sympathieke plaatsje trekt maar het moet weer groeien na vijf jaar absentie. Door de tunnel in Antwerpen op zondagmiddag en een vrij benauwd stuk op het einde met een regenbui op het einde. De regenbui die Team B van ons overnam. Na een tukkie in een squashzaal mochten we in het donker door Brabant heen.

Redelijk wat volk op sommige plekken en de teams begonnen hier in een harmonica in elkaar te trekken. Soms werd je ingehaald door een team om een paar shifts later hun loper weer in te halen. Wat me wederom opviel was de muzieksmaak van de mensen langs de kant. Ik heb voor een jaar genoeg over de roze flamingo, engelbewaarder en huisjes op wielen gehoord.

We liepen gestaag verder en rond twee uur in de nacht was het aan Team B om door de grensstreek te gaan rennen en fietsen.

Dit jaar sliepen we weer in De Schelp en dat betekent zwemmen en lekker warm slapen. Opstaan, fietsen pakken en wachten op team B. De laatste twee etappes zijn run-bike-run en de ervaring leert dat je het laatste stuk altijd snel doet. Met zijn vieren liepen we de laatste etappe rond de 12 kilometer per uur. Dat betekent minder rust voor Team B maar zorgt er wel voor dat ook zij weer snel naar hun geliefden kunnen.

Bij het wisselpunt in Numansdorp stonden veel vrienden en bekenden zoals we het hele weekend al veel steun kregen van familie en oud-teamleden. Wat dat aangaat is team Jatogniettan net als Hotel California. You can check out any time you like, but you can never leave.

Team B aangevuld met flink wat andere teamleden deed de ereronde door de Hoeksche Waard en deed dat verdomd snel. Nog voor vier uur denderden ze over de finish aan de voet van de Erasmusbrug waar we vervolgens met zijn allen en aangevuld met familie, vrienden en bekenden richting de bekendste straat van Rotterdam liepen. De Coolsingel riep ons.

En sinds de finish zit dus de Engelbewaarder in mijn hoofd. En ik hoop van harte dat ik het nummer de komende tijd niet ergens hoor want ik sta niet meer voor mezelf in.

Je kunt hem niet zien als ie zachtjes tegen je praat

Tegen je praat ….!

Uit de grond van mijn hart dank ik alle teamleden en hun families (want het levert een boel gedoe op zo’n Roparun). Alle donateurs (de mensen die van het weekend gedoneerd hebben ook enorm bedankt, ik ben er niet aan toe gekomen jullie dit weekend online te bedanken), sponsoren en mensen die loten kochten en meededen aan onze activiteiten.

Niets dat liefde voor Menno en Nikki voor het leiden van het team en last but not least mijn eigen Sandra die ik in dit onzalige avontuur heb meegetrokken. Op naar 2025.

 

Door Jeroen

Jouw reactie hier!