Mijn bestelling van vijf Vietnamese loempia’s gaat net de frituurpan in. Het is mooi weer en het wachten op mijn eten doe ik in het zonnetje. Voor mij staan een moeder, een zoon en een oma te wachten op hun, vrij grote, bestelling. Ze eten alledrie een softijs, het is er het weer voor. Er komt een man aanlopen met een klein hondje en de moeder barst los in een waterval van woorden.

‘O, wat een leuk hondje he. Mam kijk eens, wat een leuk hondje. Jij ruikt zeker dat wij thuis ook een hondje hebben he. Dat ruik jij he. Wat voor soort is dit? En hoe oud is hij. O, wat een leuk hondje. Kijk dat snuitje dan. Wat een leuk hondje.’

De hondeneigenaar krijgt amper tijd om al die vragen te verwerken maar hij doet zijn best. De moeder neemt een hap van haar ijsje en zegt met volle mond:

‘k vnd lle hnden lk bhlve tkkls’

‘Niet met je volle mond praten!’ reageert Oma.

‘Ik vind alle honden leuk, behalve teckels. Ik ben door een teckel gebeten in mijn kuit.’

Onbewust kijk ik naar haar kuiten. Dat moet een flinke teckel geweest zijn. Haar kuiten zijn net zo dik als mijn bovenbenen. Nu heb ik niet enorm dikke bovenbenen, maar toch. Of het moet lang geleden zijn, ruim voor de softijs en loempia’s als zaterdagmiddag-snack.

Hun bestelling is klaar en wordt ingepakt. Oma neemt een laatste hap van haar ijsje en zegt met volle mond:

‘Laten we zo teruglopen, dan zijn we gauwer thuis en zijn de loempia’s nog lekker warm.’

Ik hoopte voor ze dat ze onderweg geen teckel tegen zouden komen. Dat zou de boel alleen maar vertragen.

05042015

Door Jeroen

Jouw reactie hier!