Het contrast kon niet groter zijn op deze zomerse dag in het Deense Aarhus. Vlak achter de spelersbus van Manchester City kwam nog een touringcar tot stilstand. Uit de ene bus kwamen de in het lichtblauw gestoken voetballers van City. Uit de andere bus kwam een walm van bier en de geur van teveel mensen die te lang in een kleine ruimte hadden gezeten. De ene bus was die ochtend bij een hotel in Denemarken vertrokken. De andere bus, waar ik in zat, zo’n twaalf uur eerder bij De Kuip.

De langslopende man met het grijze haar en zonnebril op zijn neus droeg, net zoals de spelers, een lichtblauwe korte broek en lichtblauw shirt. Onder het clublogo stonden de initialen KK. Bij het voorbij lopen van onze bus kon hij aan de rood doorlopen ogen zien dat het een zware nacht was geweest voor dit gedeelte van Het Legioen. Als er één volk drinkebroers op waarde kan schatten, dan zijn het Engelsen wel. Kevin Keegan vroeg aan ons of hij “any good” was, die ex-aanvoerder van ons.

Feyenoord had namelijk vlak voor deze oefenwedstrijd in Denemarken Paul Bosvelt aan The Citizens verkocht. Het was de zomer van 2003 en City had net het iconische Maine Road verlaten. Het was de tijd dat de broertjes Gallagher elkaar op het podium nog de hersens insloegen, in plaats van elkaar op twitter voor rotte vis uit te maken. Van een afstandje keek Gerard Wiekens lachend naar dat zooitje ongeregeld in die Nederlandse bus waar zijn trainer mee stond te praten.

Keegan was de eerste manager van City die veel geld uit begon te geven. Spelers als Robbie Fowler en Nicolas Anelka kozen voor The Sky Blues zonder dat de club al te veel potten kon breken in de Premier League. Dat veranderde toen Thaksin Shinawatra, en later de Abu Dhabi United Group, eigenaar werd van de club. De sympathie voor City brokkelde langzaam af bij de echte voetballiefhebber. Weer een geldverslindende hemelbestormer erbij.

Tegenwoordig hangen de trainingspakken van Manchester City gebroederlijk naast die van Paris Saint Germain, ook een club die gezwicht is voor het geld uit het Midden-Oosten. Clubs die in 2003 niet eens Europese subtop waren, een kwalificatie waar de UEFA-Cup winnaar uit 2002 destijds wel voor in aanmerking kwam. De wedstrijd in 2003 in Denemarken werd door Feyenoord overigens met 2-1 verloren. De enige Rotterdamse goal kwam op naam van Danko Lazović. Met een transfersom van zeven miljoen euro één van onze duurste aankopen ooit. Een bedrag waar spelers als Benjamin Mendy, Leroy Sané, David Silva en Sergio Agüero niet eens hun bed voor uitkomen.

Vanavond zijn ze in De Kuip te bewonderen, al die sterren in het lichtblauw. De vraag is of de kampioen van de eredivisie partij kan bieden aan zoveel voetbalmiljonairs op het veld. In veertien jaar tijd kan er veel veranderen. Zóveel, dat ik me afvraag of ze bij City nog wel eens aan Paultje Bosvelt denken, die aankoop in de zomer van 2003. Met al die toppers van nu ben ik bang van niet.

Verslag van de trip hier.

Door Jeroen

Jouw reactie hier!