Wembley. Het meest beroemde stadion ter wereld. In zowel het oude als het nieuwe was ik wel eens met een rondleiding geweest. Een wedstrijd had ik er nog nooit gezien. Dat had voornamelijk als reden dat Feyenoord, niet zoals wij gedacht hadden, de finale van de Champions League in 2011 op een haar na gemist had.

Toen we in oktober 2011 York aandeden voor een wedstrijd tussen York City en Grimsby Town begon het Wembley-vuurtje te smeulen. Sympathieke club, oldskool stadion én we kwamen in het programmaboekje. Zodoende bleef ik York het hele seizoen volgen via de website van de BBC en livescore.

Ik bleek niet de enige te zijn van onze groep.  De volgende trip stond de vraag centraal ‘Wat als York Wembley haalt, gaan we dan?’ York City háálde de finale en de treintunnel werd geboekt toen het laatste fluitsignaal op Kenilworth Road geklonken had. In de halve finale versloegen The Minstermen namelijk Luton Town (met een doelpunt in de laatste minuut waarbij een toeschouwer zijn voet brak, daarover later meer).

Toen ik telefonisch kaartjes bestelde kreeg ik een verbaasde medewerkster van York City aan de telefoon. Een uitleg van waarom wij uit Nederland York City kwamen steunen zorgde niet voor minder verbazing overigens. Ik had van te voren mijn volledige naam in NATO alfabet uitgeschreven om misverstanden te voorkomen.

Niet veel later zat ik aan de telefoon mijn voornaam te spellen: Juliet Echo Romeo Oscar Echo November. Mocht de FBI dit gesprek opgevangen hebben dan waren ze waarschijnlijk in de veronderstelling dat ik een aanslag wilde gaan plegen met al die codetaal. De medewerkster van York City kon er wel om lachen.

De dagen na de bestelling wachtte ik als een verliefde puber op valentijnsdag naast de brievenbus. Maar waar Pieter Post op televisie overal een oplossing op weet, mijn envelop met kaartjes uit Engeland werd maar niet bezorgd. Normaal gesproken heb ik een blind vertrouwen in de posterijen. Met post uit het Verenigd Koninkrijk had ik al niet zulke goede ervaringen.

Na een paar weken was ik turen naar een rood autootje met een kat op de voorbank zat en klom ik in de pen, om niet veel later te horen dat ze problemen hadden met het versturen van de kaartjes. Of we de kaartjes op de wedstrijddag niet bij Wembley op wilden halen? Graag, als ze dat nu direct hadden voorgesteld.

Op zaterdagochtend vertrokken we rond zes uur uit Rotterdam om naar Coquelles te rijden. Een stuk van die route voert door het nogal saaie West-Vlaamse landschap. Bijna een eeuw geleden vonden miljoenen hier de dood in de zinloze oorlog (eufemisme-alert) die de Britten nog steeds ‘The Great War’ noemen. Op weg naar de treintunnel kom je de ene na de andere plaats tegen die een prominente rol speelde in de moderne geschiedenis.

De weken voor de finale hield ik de website van Transport for London in de gaten voor updates op de pagina ‘planned engineering works’ Het zou namelijk niet voor het eerst zijn dat bepaalde metro’s niet zouden rijden als wij in de hoofdstad van Engeland zijn. De Jubilee-lijn reed gewoon en het leek mij na enig speurwerk wel een goed plan de auto bij station Stanmore te zetten. Met 450 parkeerplaatsen bij het metrostation een van de grotere parkeerplaatsen van the tube en op 10 minuten vanaf Wembley.

Een van de uitbaters van het parkeerterrein zag onze Feyenoord-shirts en een conversatie over voetbal in het algemeen en Engels en Nederlands voetbal in het bijzonder volgde. Hij vond het wel raar dat we voor deze finale kwamen en niet een week gewacht hadden tot de finale van de play-offs die York ook gehaald had (en die ze ook wonnen waardoor promotie werd afgedwongen). Al snel kwam zijn kompaan erbij staan en hij begon over het feit dat Excelsior gedegradeerd was en of we echt niet in Engeland woonden. Want wie stond er nu zo vroeg op voor een finale van de FA Trophy? Het was wel leuk om te merken dat die gasten zoveel wisten van Nederlands voetbal.

De mannen hadden wel trek in bier, ik had wel trek in een Irn Bru (godendrank mensen, echt). Een beetje het suikergehalte omhoog brengen want we hadden nog een lange dag te gaan. Het was tijd voor eten en drinken. Een reis naar Engeland zonder bezoek aan een Indiaas restaurant kan eigenlijk niet en tegenover Wembley zat restaurant Moore Spice. Een Indiaas restaurant met een verwijzing naar Bobby Moore wiens standbeeld pontificaal voor het stadion staat.

De zaak stond behoorlijk vol en was omgebouwd tot pub, je kon er nog wel een menuutje eten maar om dat nu staand in een volle kroeg te doen daar hadden we ook geen zin in, dan maar een veel te dure hamburger in de zon.

Bij veel uitspanningen was amber de dominante kleur en dat terwijl er uiteindelijk niet zoveel verschil was qua support. 8000 man uit York en bijna 12.000 oranje gekleurde fans uit Wales.

In de catacomben van Wembley hadden we de nodige aanspraak en kwamen we in gesprek met een fan van York die nu in Londen woonde voor zijn werk. De 4,70 pond(!) die ze voor een pint durfden te vragen ontlokte hem de uitspraak “i have remortgaged my house to buy a pie and a pint on Sunday” waarmee hij vooruitliep op de play-off finale van een week later. Als er echt iets aan te merken valt op Wembley zijn het wel de schandalige prijzen die ze voor eten en drinken durven te vragen. En de stoeltjes doen wat goedkoop aan.

Voor de wedstrijd werden de volksliederen van Wales en Engeland gespeeld en klonk er netjes applaus van beide supporterskampen na Hen Wlad Fy Nhadau (Land van mijn vaders) en het alom bekende God Save the Queen dat op Wembley erg vertrouwd klonk. Niet dat ik ooit eerder een wedstrijd op Wembley was geweest maar in mijn tienerjaren was de finale van de FA Cup op televisie iets waar ik echt naar uitkeek. Het summum voor liefhebbers van Engels voetbal.

De wedstrijd zelf was typerend voor de lagere divisies in Engeland. Veel gedraaf met de bal aan de voet, hoge ballen in de pot en publiek dat ‘shoot, shoot!’ roept op een moment dat een speler op 30 meter van de goal komt.

Na tien minuten spelen ging Rose van Newport County alleen op de keeper af en in plaats van te stiften of de keeper te omspelen koos hij voor een slap schot recht in de handen van de keeper. Dat was het wel wat Newport County betrof in deze wedstrijd. York City bakte er ook niet heel veel van in de eerste helft. Tijdens de wedstrijd die wij eerder dit seizoen zagen op Bootham Crescent speelden The Minstermen vrij verzorgd voetbal met combinaties over de grond. Dat resulteerde nog in een schitterende goal van spits Jason Walker die de bal na een aanval over een aantal schijven met een omhaal in het doel werkte.

In al die jaren dat ik in Nederland naar het voetbal ga had ik nog nooit zo’n goal met eigen ogen gezien en op het vijfde niveau in Engeland, waar ik het juist niet verwachtte, zag ik zo’n goal.

Diezelfde Walker werd niet echt bereikt in deze wedstrijd en na 47 minuten vond de scheidsrechter het genoeg. De grensrechter bij deze wedstrijd was Sian Massey. Lekker boeiend zullen jullie denken maar dit is een vrouwelijke grensrechter die er indirect voor gezorgd heeft dat er bij Sky TV een aantal commentatoren werd ontslagen nadat ze seksistische opmerkingen over haar hadden gemaakt.

In de rust kwamen we dezelfde man tegen die ons op Bootham Crescent een shawl van York City had gegeven en hij was blij verbaasd ons te zien. Zijn zoon zat een beetje in de rats want dit was alweer de derde finale voor York City op het nieuwe Wembley en de voorgaande twee hadden ze niet gewonnen. Bij een 0-0 ruststand was hij er niet gerust op.

Maar na een kwartier in de tweede helft viel de 1-0. Matty Blair onstnapte aan buitenspel en lobte de bal over de keeper heen precies voor het vak met de York City fans. Die sprongen als een man op, dit in tegenstelling tot de vader van Matty Blair die bij het juichen tijdens de halve finale zijn voet had gebroken . Deze Andy Blair maakte nog deel uit van het team van Aston Villa dat in onze eigen Kuip de Europacup 1 won (hij zat toen overigens 90 minuten op de bank).

Tien minuten na de 1-0 viel de beslissing. Een mooi uitgespeelde aanval hoefde bij de tweede paal alleen maar binnengelopen door  ‘man of the match’ Oyebanjo. Daarna probeerde Newport het nog wel een keer raakten ze de paal, maar de beker zou naar York gaan.

Om de drukte voor te zijn skipten we de ceremonie en gingen op weg naar de the tube. De auto bleek niet op blokken te staan en was niet volledig gestript dus het was die 10 pond parkeren wel waard. In Folkestone kochten we nog wat cider en pies bij de Tesco om het thuisfront te plezieren en konden we de trein om 20.20 nemen.

Rond half twee lag ik weer in mijn mandje na iedereen netjes thuis af te leveren en zo zat er weer een geslaagde trip naar Engeland op. Het fotoverslag staat hier (klikkerdeklik)

Door Jeroen

Jouw reactie hier!