Update scheenbeen

Echt lachen kon ik hier nog niet en dat kwam niet eens door de wanprestatie die Feyenoord leverde. Nee, daar had ik nog geen weet van toen ik voor de tweede keer ging hardlopen na mijn eerste behandeling tegen shinsplints. Op vrijdag liep ik weer 5 kilometer, rustig aan en met hoge pasfrequentie.

Zondag voelde mijn been al wat beter, zo goed dat ik een rondje van 10 kilometer heb gelopen langs de kassen achter mijn huis. Nog steeds in een laag tempo uiteraard. Op een schaal van een tot tien voelde de pijn aan als een ‘vier’, dus redelijk te behappen.

Vandaag ben ik voor de tweede keer bij Shinsplintstop geweest en dat was wel een openbaring. Op de video die hier gemaakt werd van mijn loophouding was duidelijk te zien dat ik hard aan de stabilisatie van mijn knieën moet werken. Lunges en andere oefeningen dus. En voor de rest nog meer core-oefeningen als ik nu al doe op de niet-loopdagen.

Volgende week sessie 3 en wellicht daarna ook kijken naar hardloopzooltjes omdat de schoenen met anti-pronatie niet alles lijken te compenseren. Goedkope sport hoor dat hardlopen, je hebt alleen maar schoenen nodig en de buitenlucht 😉

Still uit de video

 

Een scheenbeweging

Ja, dat deed best zeer. Die eerste behandeling om van mijn scheenbeenblessure af te komen. Via internet werd ik op Shinsplint Stop gewezen, die zouden me zo weer op de been helpen. Maar, werd er ook bijgezegd, het zou wel pijn gaan doen.

En ja, dat deed het ook. Maar gelukkig minder dan had ik verwacht. Nu schijnen shinsplints een blessure te zijn die voornamelijk bij hardlopende dames voorkomt (zegt Google hé, niet ik) en ik was door twee dames gewaarschuwd. Aangezien vrouwen erom bekend staan een veel hogere pijngrens te hebben was ik op het ergste voorbereid. Ik zette mij schrap en onderging mijn lot gelaten. Heel even sprongen de tranen in mijn ogen, dat geef ik eerlijk toe. En de dag erna was mijn been behoorlijk dik op die plek.

Maar het goede nieuws was dat ik wel gelijk mocht gaan hardlopen. Rustig aan, hogere pasfrequentie en niet al te ver. En ja, ook dat voelde ik wel. Maar de vijf kilometer voelde niet overdreven pijnlijk aan.

En nu drie dagen na de eerste behandeling voelt mijn been best goed. Ik doe braaf mijn ‘calf raises‘ op de trap en rek mijn voet ook regelmatig. Vanavond ga ik weer een voorzichtig rondje rennen. Niet te ver en niet te snel en dan zondag weer iets verder als het goed voelt. Volgende week dinsdag heb ik mijn tweede afspraak, ik zet me alvast schrap.

Feyenoord vs Swift

Natuurlijk heb ik meer foto’s gemaakt dan deze. Ik zat tijdens de wedstrijd weer eens op vak M. Hetzelfde vak waar ik bijna 32 jaar geleden ook mijn eerste wedstrijd zag. Een prima plek om kiekjes te maken.

Maar de eerste foto is exemplarisch voor een avond waar eigenlijk niets te winnen valt. Een bekerwedstrijd tegen amateurs, daar kun je het eigenlijk nooit goed in doen. Maar de instelling (en het niveau) van een aantal basisspelers van gisteren. Dat was echt vreselijk, wat mij betreft mogen ze die Bilal en Kramer nooit meer opstellen. Doorselecteren en wel nu. Er zijn een aantal spelers een kampioen onwaardig.

Zo slap, zo ongeinspireerd.

Amsterdammers in De Kuip. Daar zit niemand op te wachten 😉

Larsson legt aan voor de 1-0. Samen met St Juste een van de weinigen die een acceptabel niveau haalde.

Vak W.

Mist, net zoals bij mijn allereerste wedstrijd ooit.

Wachten op de renaissance

De Romeinse historicus Tacitus schijnt over Holland het volgende gezegd te hebben: “Het terrein is woest, het klimaat ruw. Het leven en landschap somber. Hier kom je alleen als het je vaderland is.”

Als je veel van de zogenaamde kenners mag geloven, geldt dit ook voor onze eredivisie. Oranje heeft zich niet geplaatst voor het komende WK en de Nederlandse clubs spelen geen rol van betekenis in Europa. De laatste Nederlandse trainer in de Premier League vloog eergisteren de laan uit en bij de buitenlandse subtoppers houden onze internationals voornamelijk de bank warm. Nu de dagen korter worden en de blaadjes beginnen te vallen, is er alle reden om te somberen.

Of toch niet? Moeten we onze eredivisie met al haar fouten en onvoorspelbare uitslagen niet juist koesteren? In welke competitie ter wereld valt er pas na acht speelronden de eerste 0-0 te noteren? In welk land wordt de bekerhouder al in de eerste ronde door een amateurclub uitgeschakeld? Ja, De Klassieker was niet meer dan Wycombe tegen Barnet. Alleen zaten er 47.500 mensen op de tribune in plaats van een paar duizend. Overal waar je kijkt, trekken teams vol ten aanval, of dat nou verstandig is of niet. En als er al eens een bus geparkeerd wordt voor de goal is het steevast een ouwe DAF, nooit die Engelse dubbeldekker waar een toptrainer als Mourinho patent op heeft.

Een andere Romein zei: “Geef het volk brood en spelen” en dat is precies waar het om draait bij voetbal. We willen vermaakt worden, de duizenden fans die iedere week weer naar de stadions gaan. Qua voetbalniveau bevinden we ons nu in de Middeleeuwen, een periode die in het Engels veel beter de lading dekt: The dark ages.

Het Nederlandse voetballandschap mag dan qua successen en niveau somber zijn gekleurd – want het niveau is woest en de balbeheersing ruw – maar ik kom ik er graag, omdat het mijn vaderland is. Lang leve de eredivisie, op de tribunes wachten we geduldig op de Renaissance.

Pijnlijke schenen. Blessure nummer zoveel.

Tsja, de schooldokter had natuurlijk gelijk met zijn opmerking dat ik niet moest gaan hardlopen. Maar ja, het is best leuk én vooral het sociale gedeelte. Dat je af en toe een uitsloverige foto van jezelf kunt posten om je vervolgens rond te wentelen in complimentjes is ook meegenomen.

Alleen die blessures hé. Na last van mijn knieen, enkel en voet heb ik nu last van mijn scheenbeen. Die hadden we nog niet gehad op de ‘bingokaart der hardloopblessures.’

Nu is op internet zoeken naar aandoeningen niet geschikt voor mensen met een lichte vorm van hypochondrie. Die zien in een verkleurde teennagel nog wel een aanwijzing dat hun einde nadert. Maar na een tip van een medeloopster en mijn grote vriend Google durf ik wel de diagnose te stellen dat ik last heb van ’tibialis anterior tendinopathie’ .

Deze blessure ontstaat meestal door herhaalde of langdurige activiteiten die de spier veel belasten. Dit komt typisch voor bij overmatig rennen: voornamelijk bergop of op oneffen ondergrond. En laat ik dat nu net afgelopen zondag gedaan hebben. Het is een mooi bergje hoor daar bij outdoor valley maar nu vervloek ik hem wel.

Waarschijnlijk was de blessure al sluimerend aanwezig want ik geloof nooit dat het van 1 keer die berg op rennen is gekomen. Enfin, we gaan maar eens kijken bij shinsplintstop want die schijnen je zo van deze blessure af te helpen. Ik hou jullie op de hoogte.

En ja, er zijn véél ergere dingen op de wereld. Dus ik klaag niet.

 

Feyenoord vs Shaktar Donetsk

Zonder te doemdenken; het was gisteravond de voorlaatste keer dat de Champions League hymne in een Nederlands stadion klonk.  Het verschil is gewoon te groot geworden. Feyenoord speelde een hele sterke openingsfase, kwam terecht voor, maar daarna sloop de angst er toch een beetje in. Want fouten op dit niveau worden genadeloos afgestraft.

Misschien moeten we in Nederland maar niet rouwig zijn dat we de vaste Champions League plaats voor de kampioen kwijt zijn geraakt. Hier hebben we echt niks te zoeken (en begin niet over die andere twee clubs die struikelden over Europese middenmoters op weg naar de Europaleague.)

Jaja, respect.

Hierna nog 1 keer op de middenstip van De Kuip.

Kijk, ze komen op het veld.

De accountant van de Uefa trekt zijn registerboekje.

Huppetee, 1-0.

Dat zeg ik toch.

Een slordigheidje hierna en het staat alweer 1-1.

Amrabat is een geweldenaar.

Zelfs na deze tweede gele kaart (scheidsrechter Higler let je op? Je kunt twee x geel in een wedstrijd geven) lukte het helaas niet om de gelijkmaker te forceren. Overigens had de arbitrage wel wat aan dat eeuwige tijdrekken moeten doen. Zowel vandaag als afgelopen zaterdag. Het is echt heel irritant aan het worden. En dan wel een wissel van anderhalve minuut toestaan.

Gewogen en te licht bevonden. Zelfs een derde plek zit er niet meer in. Een derde plek waar de andere drie ploegen hun neus voor ophalen maar ik zou Feyenoord maar wat graag in de Europaleague willen zien. Uithuilen en zondag opnieuw proberen.

In Archeon

Dat was leuk met die gasten, zeker omdat ze het op school precies over deze tijd hebben nu.

Beetje zwaar alleen.

Lachen om een poepende vogel tijdens de roofvogelshow.

Samen met Ridder papa in de middeleeuwen.

Hoofball

“I really loved total Football. Nieskens, Kroeiff and Vén Ennegem, can you tell our listeners what went wrong with Orenjé?”

De verslaggever van de lokale radio in North Ferriby kijkt me hoopvol aan. Even overweeg ik om een Beenhakkeriaanse zucht te laten vallen en te vragen of hij een ‘an hour to kill’ heeft. In plaats daarvan vertel ik een paar minuten tijd wat er mijns inziens allemaal mis is met het Nederlandse voetbal: kunstgras, talenten die te vroeg vertrekken naar het buitenland en de 67e aanstelling van Dick Advocaat als bondscoach. Ook het Zeister selectiebeleid, iets waar wij in Rotterdam vaak hoofdschuddend naar kijken (remember John Veltman?), geef ik een veeg uit de pan. Na nog wat vragen over ons bezoek aan juist deze club haast ik me naar de social bar, er stond nog een pint op me te wachten.

Van de wedstrijd op het zesde niveau van de Engelse voetbalpiramide verwacht ik niet al te veel. Meestal zijn dit soort potten keihard en wordt vooral de lange bal gehanteerd, de zogenaamde ‘hoofball’. Maar na de eerste minuten aftasten en een paar ‘hoofs’ ontspint zich een wedstrijd waarin de buitenspelers de achterlijn op zoeken en de middenvelders doorschuiven. Twee klassieke 4-3-3 formaties die, vergeef me de dooddoener, de Hollandse school hanteren. Na 80 minuten staat de thuisclub, die stijf onderaan staat, onterecht met 2-3 achter. In plaats van de ‘hoofball’ te hanteren blijven ze over de flanken aanvallen met als resultaat een fraaie gelijkmaker.

Eenmaal terug op de boot staat op de televisie Wit Rusland tegen Nederland aan. Er staan elf spelers in het Oranje op het veld waarvan ik de meeste niet zou herkennen als ze voor mijn neus zouden staan. De ploeterende tegenstander is gehuld in een soort van kersttrui en het stadion is verre van vol. De eerste bal die ik van achteruit gegeven zie worden is een lange trap naar voren.

Dát had ik moeten vertellen wat er mis is met het Nederlandse voetbal. We hebben die verdomde ‘hoofball’ van die Engelsen overgenomen. Total football leek halverwege op de Noordzee verder weg dan ooit.