Een man in een pak

‘Zo, dus jij bent een robot?’

‘Nee, ik ben geen robot hoor.’

Heel even lijkt het erop dat ik een soort psychedelische jaren ’60 trip terecht ben gekomen. Om me heen staan 5 spidermans (waaronder 1 meisje), 2 keer batman. Een indiaan, een konijn, een ridder, twee heksen en een zee van roze prinsessen. En megamindy en haar mannelijke evenknie megatoby niet te vergeten. En natuurlijk Kapitein Rex.

‘Ik ben gewoon een mens in een pak met een helm. Van Star Wars.’

‘Aha, van Star Wars.’ De moeder van de indiaan knikt begrijpend. Bastiaan is daar wel eens wezen spelen en heeft zijn voorliefde voor intergalactische strijdtonelen niet onder stoelen of banken gestoken blijkt eens te meer.

‘Ja, van Star Wars. Ik ben kapitein Rex.’ De moeder zegt dag tegen haar Indiaan en ik geef Kapitein Rex een knuffel.

Bij het naar buiten lopen zie ik in een andere klas een smurf een groene dinosaurus aanvallen. Is het toch een soort van trip? O,nee. Het is carnaval bij de kleuters.

(H)oops

Zoals bekend ben ik voor Feyenoord. Punt. Geen discussie over mogelijk. Er zijn echter een paar clubs die ik buiten Feyenoord een warm hart toedraag. Het zijn er niet veel, maar voor sommige clubs heb ik wel een zwak. Zoals het Schotse Celtic. Het feit dat ik katholiek ben zal er vast aan bijgedragen hebben. Maar ook doordat Celtic eind jaren ’80 net als Feyenoord in een crisis verkeerde zal ook wel geholpen hebben met mijn voorkeur.

Een jaar of 23 geleden bestond internet nog in zijn huidige vorm dus shirts bestellen van clubs uit het buitenland was wat lastiger dan tegenwoordig. Anno 2015 kun je het thuisshirt van het Chileense Colo Colo met twee muisklikken bestellen. Destijds ging ik naar de lokale sportwinkel en daar lag onder de toonbank de catalogus van Umbro. Een niet nader te noemen club speelde destijds in Umbro dus de eerste paar bladzijdes met voetbalshirts in die editie deden pijn aan mijn ogen. Snel doorbladeren luidde het devies.

Uiteindelijk stond op een van de pagina’s het groen-witte shirt met de bekende hoops.  Het shirt werd besteld en twee weken later was het binnen. Het Celtic-shirt van Umbro zonder shirtsponsor. Heel af en toe deed ik het naar uitwedstrijden van Feyenoord aan. Totdat ik in Groningen door een mede-Feyenoorder verrot gescholden werd voor boer. We zaten niet in het uitvak en de desbetreffende supporter verwarde de verticale groen-witte banen van het shirt van Groningen met de horizontale groen-witte banen van het Celtic-shirt. Waarschijnlijk iets te lang in de kroeg gehangen. We zijn allemaal wel eens in die staat geweest dus ik nam het hem niet kwalijk.

Een van de laatste keren dat ik het shirt aanhad was in Utrecht. Feyenoord moest tegen de plaatselijke FC en zoals gewoonlijk gingen wij voordrinken bij hockeyclub Kampong op een steenworp afstand van het stadion. Ik zat aan de bar een biertje te doen samen met Fred terwijl het eerste van de dames een blijkbaar belangrijke wedstrijd speelde. Er was voor een dameswedstrijd behoorlijk wat volk op de been.

‘Kom, het is bijna rust’ zei de barman. Ik keek hem vertwijfelend aan of hij het tegen mij had, maar voordat ik antwoord kon geven kreeg ik een dienblad vol thermoskannen met thee in mijn handen gedrukt. De man achter de bar dacht in mijn voetbalshirt een hockeyshirt te herkennen en dacht waarschijnlijk dat ik ook bij Kampong speelde.

Feyenoord speelde later die dag met 0-0 gelijk tegen Utrecht (in die tijd bleef het voor mijn gevoel altijd 0-0 in de Galgenwaard) en bij thuiskomst toonde Studio Sport na het voetbal de samenvatting van de topper tussen Kampong tegen HGC. En verdomd, halverwege de samenvatting zie je achter het doel langs een kereltje met een groen-wit shirt lopen richting de dug-outs. In zijn handen een dienblad vol met thee.

Ik ben in mijn leven meer dan 800 wedstrijden van Feyenoord geweest en slechts alleen herkenbaar op tv geweest voor de mensen die wisten waar ik die wedstrijd stond of zat (alleen ikzelf dus). Maar mijn ’15 seconds of fame’ bij Studio Sport was bij een hockeywedstrijd. Ik heb dat shirt nooit meer aangedaan.

01022015

 

Verslag Doncaster Rovers – Yeovil Town staat online

Zo, dat was weer een meer dan geslaagde trip naar Doncaster. Het had alles. Zingen, dansen, een quiz, rare vogels op de dansvloer. Suprise-act van Moby, drie goals. Vet ontbijt, balti-pies. Lager, bitter, cider. Stewards die zich voor komen stellen en polonaise op de dansvloer.

8000 calorieën verder en een vermelding in de lokale krant rijker (klik) durf ik wel de conclusie te trekken dat het weer een erg goed reisje was. De foto’s van de Peenvogel-Valentijns-editie kun je hier bewonderen (klik).

Off to England, deel weet ik hoeveel

Vandaag is het de dertiende van de maand, en ook nog eens een vrijdag. Waarschijnlijk steekt er straks een zwarte kat over als we op weg zijn naar Europoort. Of moeten we onder een ladder door lopen om aan boord te komen. Maar ik heb al met Astro-tv gebeld en we lopen geen gevaar (‘ik voel iets met de letter D, klopt dat?’). De tarotkaarten liggen gunstig en via het Ouija-bord komen geen verontrustende boodschappen binnen. Dus we kunnen vanavond met een gerust hart naar Engeland varen. En zo niet, op de Titanic gingen ze ook dansend ten onder “And the band played on”.

Dit keer met maar  liefst elf (11!) vrouwen die mee (durven te) gaan op de grote Peenvogel boottrip. Had Sandra eerst het rijk alleen, nu moet ze de concurrentie aangaan met tien andere dames. Hoe heeft het ooit zo ver kunnen komen?

Na achtereenvolgens trips naar: York CityGrimsby TownRotherham UnitedSheffield UnitedLincoln CityScunthorpe United en vorig jaar november naar Sheffield Wednesday (klik op de clubnaam voor het verslag) gaat de grote Peenvogel-reis (de Valentijns-editie) dit keer naar Doncaster om de plaatselijke Rovers tegen Yeovil Town te zien spelen.

Partyboat naar Hull

Waarom Doncaster? Tsja, het is geen oud stadion en niet echt een aansprekende wedstrijd. Maar heeft dat er ooit toe gedaan? Nee, niet echt. Als Anglofiel ben ik nu eenmaal graag in Engeland én wil ik zoveel mogelijk Engelse stadions bezoeken. Het liefst met een groep vrienden zoals vanavond weer het geval zal zijn. Waarom we dit weekend wel naar Engeland gaan en volgende week niet naar Rome zijn heb ik hier al uitgelegd. Je moet soms keuzes maken in het leven.

Aan boord spelen we straks een wazige quiz, schreeuwen naar de band dat we ‘500 miles‘ willen horen en drinken we een biertje of  een cider. Door een raar soort misverstand is er nooit eens thee aan boord, want eigenlijk zouden we dat het liefste drinken. Morgen zullen we ons met een brak hoofd vast wel weer melden op de diverse vormen van sociale media met foto’s van een vet ontbijt. Verslag volgt van de week. Zin an!

En dan was ik…..

‘En dan was ik de baas hé?’

Kapitein Rex kijkt naar de piraat die bovenop zijn stapelbed zit.

‘Ja, en dan schoot ik iedereen dood hé?’

‘Behalve mij dan. Want dan was ik daarna de sterkste. Ik kon tegen kogels toch?’

‘Ik kon tegen vuurkanonnen!’

De gesprekken die Bastiaan (Kapitein Rex) en de piraat (zijn beste vriend Yaro) voeren vinden om een of andere reden altijd in de verleden tijd plaats. Ze hebben nog een heel leven voor zich maar toch praten ze alsof het al gebeurd is. Niet dat de dingen die ze bespreken anders zouden gaan gebeuren. Nee, ze houden het vooral bij praten wat ze gedaan zouden kunnen hebben. Urenlang hoor je die twee over dit soort dingen praten. Dat piraten en Star Wars twee hele andere werelden zijn deert ze niet. Dat kan best samen volgens hen.

Toen Bastiaan net op school zat werd er vrij vlot al afgesproken met andere jongetjes in zijn klas om ergens te spelen. Soms ‘uit’ maar vaker ’thuis’ bij ons. Bastiaan schept op over zijn Star Wars verzameling zonder dat het echt opscheppen is, hij is gewoon enthousiast en die kinderen willen dat dan zien. Een andere keer vertelde hij dat hij een nieuwe slang thuis had. Dat was ook waar, alleen betrof het een pluche exemplaar. Het jongetje uit zijn klas was even teleurgesteld maar daarna gingen ze toch als een tornado door ons huis.

Want dat is het toch vaak. Als er van die ventjes hier komen spelen dan ziet ons huis er na 5 minuten uit als een kruising tussen Fukushima en de totale verwoesting van Ieper in de Eerste wereldoorlog. Overal ligt speelgoed, werkelijk overal.

Hoe anders was dat de keren dat er meisjes bij ons kwamen spelen. Er werd netjes gekleurd, niet door huis gerend en een stuk minder kabaal. Meisjes spelen toch iets anders. Laatst hoorden we zijn vriendin voor een dag dit tegen hem zeggen ‘Bastiaan, voordat we hiermee gaan spelen ruimen we eerst je kamer op‘.

Een leven lang voor zich, en dan nu al onder de plak.

13022015

Kapitein Rex van Star Wars, hij kon blijkbaar tegen vuurkanonnen. Toch?

 

Het is gewoon de kift natuurlijk

12022015

Sta ik verdorie wéér in het AD met een tweet. Het levert me vooralsnog geen extra volgers op. Nu is het wachten op unieke boze baardmannen met unieke scherpe scheidingen en unieke skinnyjeans en houthakkerblouses die weten waar mijn huis woont. Ik duik voorlopig even onder. Of neem tijdelijk een ander kapsel. O, wacht.

Ren je rot

Laatst vroeg ik me op Facebook af waarom er moeders in hun sportkleren naar het schoolplein gaan. Behalve veel ‘likes’ leverde het me ook wat inzicht in de vrouwen-psyche op. Maar toch ook weer niet helemaal, want zo ver ik weet doe je net zo lang over het aantrekken van een normale spijkerbroek dan wanneer je een joggingbroek aan moet trekken.

Er zijn echter twee vormen van sportkleding die zichtbaar zijn op het schoolplein. Allereerst ‘de comfortabele kleding’ zoals hierboven genoemd. Om een of andere reden aangetrokken door moeders die er niet uitzien of ze de laatste tijd gesport hebben óf dat ze gaan sporten. Dat bedoel ik niet lullig maar een grijze joggingbroek is nou niet bepaald een kledingstuk dat ‘afkleedt’.

De tweede groep zijn de sportieve mama’s die direct vanaf het schoolplein gaan tennissen of hardlopen. Nu loop ik zelf ook hard (nou ja, we doen een armetierige poging) op de maandagochtend maar ik ga met mijn spillepoten echt niet in een spandex-broek op het schoolplein staan (in Engeland heb je daar een mooie term voor: MAMILS*). Dat wil je niemand aandoen, dus ik fiets naar huis en kleed mezelf om. Voor alle partijen beter.

Toen ik laatst een rondje aan het lopen was liep er een eind voor me een vrouw die ik herkende van het wachten bij de kleuteringang. Ik versnelde mijn pas om haar in te halen en raakte buiten adem. Ze liep al halverwege het fietspad dus ik versnelde nog wat meer.
Shit, een steek in mijn zij. Nog 100 meter, nu kwam het er echt op aan.

Met een bonkend hoofd haalde ik haar in en probeerde zo koeltjes mogelijk hallo te zeggen. Dat ze gezien zou hebben dat ik net nog gewone kleren aan had bij het wegbrengen van mijn zoon. Dat is me thuis omgekleed had én dat ik daarna ook nog eens sneller dat rondje liep. Dát zal haar leren dacht ik.

Het heeft niet geholpen. De volgende maandag had ze gewoon weer haar hardloopspullen aan. Ik heb er in ieder geval een persoonlijk record op de tien kilometer aan overgehouden. Dat dan weer wel.

11022015

* MAMIL = Middle Aged Men In Lycra. U kent ze wel van die zondagse wielrenclubjes op het fietspad. Mannen met dikke buiken die denken dat ze Lance Armstrong zijn.

Strikvraag

“Twee jongste hebben het ook.”

Het onderwerp van gesprek de laatste dagen is het veterstrikdiploma. Of beter gezegd, het ontbreken ervan bij Bastiaan. Bastiaan zit in een gecombineerde klas en de hiërarchie onder de kleuters wordt bepaald of je een ‘jongste kleuter’ of een ‘oudste kleuter’ bent.

Vorig jaar werd de tweedeling door Bastiaan nog bepaald of het jongens of meiden waren. Nu dus of je een jongste of een oudste kleuter bent, dat is erg belangrijk voor hem. Na twee jaar kleuteren is het de bedoeling dat je naar groep 3 gaat. En met deze indeling heeft de juf ervoor gezorgd dat de oudste kleuters wat meer taakjes en verantwoordelijkheden hebben. Voorbereiden voor een echte klas.

“Nou dan wordt het tijd dat jij het ook gaat halen.” Ik probeer in te spelen op zijn eergevoel. Dat er blijkbaar jongste kleuters zijn die hun veters wél kunnen strikken. Maar ik heb geen recht van spreken want ik heb nooit een veterstrikdiploma gehaald (volgens mijn zus wel, zo rond mijn 22e). Bastiaan zijn moeder had wel een veterstrikdiploma én die heeft ook nog eens het geduld om het voor de dertigste keer uit te leggen.

“En er zit ook al een jongste op een hoge.” Dat is tweede grote onderwerp bij de kleuters deze dagen. Of je al wel of niet op een hogere stoel past. Bastiaan nog niet, maar sommige van die meiden uit zijn klas wel. Die, ondanks het feit dat ze nog jongste kleuter zijn, vaak al een kop groter zijn dan de jongens. Die arme jochies worden nu al gedomineerd door die lange meiden.

“Ok, en dan maak je eerst een knoop.”

“Vandaag trakteerde Roos op sneeuwpoppen.”

“Let je wel op? En dan maak je daarna een grote lus.”

“Ik wil ook naar de film van Spongebob.”

“En dan met die tweede lus….”

“Waarom verkocht Boba Fett Han Solo eigenlijk aan Jabba the Hutt?”

“En dan is je strik klaar. Heb je het nou gezien?”

Geen antwoord. Geruststellende gedachte; er zijn ook schoenen met klittenband voor volwassenen.

image

Feyenoord vs Cambuur Leeuwarden

Na de midweekse zeperd tegen die ene club uit Friesland had Feyenoord wat goed te maken tegen die andere club uit Friesland. We waren vroeg in de buurt van De Kuip. Zo vroeg dat we de spelersbus van de Leeuwarders voorbij zagen rijden.

Ik heb dat nooit zo goed begrepen. Dat je al zo vroeg het stadion in gaat. Wij gingen op weg naar Varkenoord. Voor een kleine pils met wat mede-bootreizigers.

Zou je dat nu wel doen?

Deze uiting met Dirk is altijd prominent aanwezig in het stadion.

En deze maakte zijn rentree. Nu de echte Dirk nog. Hij is van harte welkom.

De Kuip zat weer goed vol. Meer dan 47.000 man. Vergelijk dat eens met die zogenaamde topclubs in de serie A.

Plichtplegingen. En Cambuur weet waar de spelers een hekel aan hebben. De eerste helft richting de Noordzijde spelen.

Deze ging er niet in.

Maar deze wel. Een van de beste spelers dit seizoen scoort.

1-0 vlak voor rust. Altijd een mooi moment.

Deze bal zal op de lat belanden. Via de kluts komt hij bij Toornstra terecht die hier op de rand van de zestienmeter al klaar staat. En via een geweldige kopbal van Kazim staat het pardoes 2-0.

Dit keer trok Blom wel een terechte rode kaart.

De ene nummer 18 zwaait, de andere gaat verder met de wedstrijd. Een wedstrijd die Feyenoord zoals verwacht lekker makkelijk uitspeelde. O nee. Het was weer afzien het laatste half uur. Drie punten in de knip. Affluiten en wegwezen.

Mijn-Kréft

‘Pap, mag ik op je schoot zitten?’
‘Natuurlijk jochie maar ik zit wel voetbal te kijken’

Iedere woensdag wil Bastiaan na zijn zwemles wraps eten. Hij stouwt ze vol met kaas, komkommer en paprika en eet alsof hij al weken niet gegeten heeft.
Zwemles maakt hongerig, en badje drie al helemaal want je moet de schoolslag leren. Het was kijkles in het zwembad, daardoor moesten we ons haasten om op tijd thuis te zijn voor Heerenveen-Feyenoord. De eerste wraps waren klaar toen er afgetrapt werd in Friesland. Bijkomend voordeel was wel dat we op die manier het volkslied gemist hadden.

‘Als de tegenstander scoort roepen wij boe hé?’
‘Ja, dat doen we. Maar de tegenstander scoort niet hoor. Feyenoord is veel beter.’

Dat is het mooie aan kleuters die voetbal niet volgen en op de I-Pad minecraft aan het spelen zijn (‘het is mijn-kréft papa’). Hij gelooft zijn vader op zijn woord dat we het beste team op aarde zijn. Ik wilde hem graag nog even in die waan laten als u het niet erg vindt.

Kazim scoorde en Bastiaan zijn moeder haalde haar gelijk. Al weken zegt ze dat hij alleen moeilijke goals kan maken. En ook deze keer moest ik haar gelijk geven, makkelijke goals zijn niet aan hem besteed (de kopbal in de tweede helft had ik nog wel gemaakt). Bastiaan keek even op, zag ons elkaar de traditionele high five na een doelpunt geven en verdween weer in zijn virtuele wereld. Af en toe iets vragend over het spel.

Toen vlak voor rust de gelijkmaker viel en er wat gemopper om hem heen te horen was merkte hij op dat de vijand had gescoord.

‘Ja jochie, en het is bedtijd ook.’

Het voordeel van zwemles is dat hij al gedoucht is, dus na het aantrekken van zijn pyjama rechtstreeks zijn bed in kan. Terwijl zijn moeder even later het laatste verhaaltje voorlas maakte Vermeer zijn kapitale blunder.

Later op de avond ging ik even bij hem kijken en ik hoorde hem weer in zijn dromen praten. Normaal gesproken over Star Wars of dingen van school. De laatste dagen ook over ‘mijn-kréft’. Onder het flauwe schijnsel van zijn bedlampje hoorde ik hem dit keer het volgende in zijn droom zeggen:

“Kom op jongens, Feyenoord heeft gescoord”

Bij hem in zijn dromen wel. De geluksvogel.

06022015