Het veldje

Vanuit mijn keukenraam zie ik Bastiaan op het grasveld zitten met twee klasgenoten. Zo te horen hebben ze het over Pokemon of over Cuphead, een spel dat Bastiaan net op de PlayStation heeft geïnstalleerd. Nog twee weken en dan zit de vakantie erop en begint het laatste jaar van de basisschool.

Met weemoed denk ik terug aan mijn eigen zomervakanties. Kamperen in Drenthe of op de Veluwe. En eenmaal terug met onze straat Olympische spelen organiseren. Of met zijn allen voetballen tegen de vaders na het eten. Allemaal op ons eigen veldje in de wijk.

Wat we hier deden weet ik niet maar ik vermoed een zelfverzonnen tentenkamp of spelletjesdag. Waarschijnlijk stond het geschreven op het spandoek dat mijn zus en Karin beethielden maar de fotograaf had met een ouderwets rolletje maar 1 kans.

De trainingspakken, oranje stoelen en de kapsels. Hier hebben we nog een heel leven voor ons. Net zoals de drie jongens die ik hiervandaan hoor kwetteren over Pokemon, nog één jaartje echt kind zijn. Ik zou ervoor tekenen.

Dagje Delft

Met Bastiaan de toren van de Nieuwe Kerk beklommen. De toren is met 108,75 meter na de Domtoren in Utrecht de hoogste kerktoren van Nederland.

Kijken of we ons huis kunnen spotten.

Iets verderop het standbeeld van Willem de ZwijgerT.

Fortnite

“En, spelen er eigenlijk ook meisjes in je klas Fortnite?”

Zoals altijd loopt Bastiaan iets achter me op weg naar school. Zijn handen zijn gestoken in de zakken van zijn korte broek en hij heeft net honderduit over skins en geweren uit Fortnite verteld.

“Ja. Eentje. Daar heb ik laatst tegen gespeeld. Maar omdat ze het nog niet zo goed kon vroeg ze of ik niet al teveel mijn best wilde doen. En toen heb ik op de iPad alle knoppen maar omgedraaid zodat het moeilijker voor mij werd. Als ik dacht te springen dook ik, en andersom.”

We grinniken allebei om deze actie en ik vertel hem dat het goed bedacht én heel aardig van hem was. Even lijkt het erop dat hij de uitkomst van het spelletje wil verzwijgen. Zou hij door zijn hoffelijkheid verloren hebben? Dan doet hij dat nooit meer.

Maar vlak voor het zebrapad klinkt het een halve meter achter me:

“Maar ja, toen won ik alsnog.”

Gelukkig maar 😉

Liep een beetje uit de hand

Vooropgesteld. Ik vind leraren écht geweldig werk verrichten en ik vind ook dat ze in het volste recht staan met hun werkonderbrekingen zoals gisteren. En daarbij zit Bastiaan echt op een geweldige school. Maar sinds een ‘niet eens zo’n lullig bedoeld antwoord op een tweet van een dame met heul veul volgers’ zit mijn twitter-tijdlijn vol met mensen die diezelfde tijdlijn met ‘vroeger was alles beter’ volplempen. Hellup.

Neemt overigens niet weg dat je in mijn ogen een kind van acht geen eigenaar zijn eigen leerdoelen kan maken want dan wordt het net zo’n nietsnut als zijn vader 😉

Hup leraren!

In het bos

Bastiaan zijn grootste vriend bleef logeren. En om die gasten even uit te laten waaien was het bos de beste optie. Van hutten, bruggetjes, Schotse Hooglanders (consequent Schotse Hollanders genoemd door die gasten) tot aan een pannenkoek en speeltuin. Wat een mooi leven hebben die gasten ook. 

Universum

‘Wie liet die scheet?’
‘Ik ben de groene Ninja.’
‘Nee dat ben ik al, jij kan de rode Ninja wel zijn.’

Op de achterbank van de auto zitten Bastiaan zijn drie beste vriendjes. De jarige zit naast me en is druk bezig met het opzoeken van een goede radiozender. We zijn op weg naar het zwembad om Bastiaan zijn achtste verjaardag te vieren. De auto met de ‘meiden’ rijdt voor ons als de mannen een nieuw onderwerp in de vorm van superkrachten aansnijden.

‘Ik kan denk ik wel 100 keer het hele universum optillen.’
‘Ik wel een miljoen keer!’

‘Wie liet er nu weer een scheet?’

Na het zwemmen heb ik de meidenauto. Ondanks dat ze moe zijn van meer dan twee uur zwemmen is de felheid er nog niet af.

‘Jij volgt alleen maar knappe mensen op musical.ly.’
‘Jij kent musical.ly alleen maar door mij.’
‘Zij is misschien niet zo knap van buiten maar wel van binnen.’
‘Ik ga een shop-feestje voor mijn verjaardag geven.’
‘Ik wou dat ik mijn iPad bij me had.’
‘Jij zit alleen maar op je iPad en als je bij komt spelen vraag je altijd eerst wat we gaan doen.’

Ik had te doen met de arme jongens in de auto achter me. Er zat nu al een wereld van verschil tussen hen en de meiden. Niet eens een hele wereld maar een heel universum. Eentje die de jongens zelfs met zijn vijven nooit opgetild krijgen. Superkrachten of niet.

Liew

Ons campertje had een mooi plekje gekregen op de camping in Frankrijk. In de schaduw en vlakbij de douches en toiletten. Geen overbodige luxe als je met een peuter van anderhalf op vakantie bent.

Het trapje voor het toiletgebouw werd Bastiaan zijn hangplek. Iedere campinggast die naar het toilet of douche wilde kreeg persoonlijke begeleiding het gebouwtje in. Heel even overwogen we om een schoteltje naast hem te zetten. Dan zou hij in mum van tijd ons verblijf op de camping terugverdiend hebben.

Heel soms moesten we hem even uit het badhuis halen als hij in zijn enthousiasme tot in de douchecabine meeliep. Binnen twee dagen tijd kende de hele camping het kleine blonde mannetje dat liever op de trap bivakkeerde dan te dobberen in het zwembad.

De Franse kampeerders bleken erg chauvinistisch te zijn qua autokeuze. Naast iedere caravan stond een peugeot te blinken in de zon. Als Bastiaan aan de hand van zijn moeder weer eens zijn inspectieronde over de camping liep stond hij bij iedere Peugeot stil, wees op het logo en zei ‘liew’ gevolgd door een ‘wroaar’, je hoorde zo waar hij was.

Na twee weken zon, pastis en lekker eten was het tijd om naar huis te gaan. Ons Volkswagen campertje stuurde ik over de Franse snelwegen richting Nederland. Op de achterbank leek Bastiaan te slapen in zijn maxicosi.

Of we al in de buurt van Lille waren wilde Sandra weten. Vanaf de achterbank klonk een harde grom ‘Wroaaaaaaaaar!’