Uitwaaien op zondag

Tsja, als je toch aan het trainen ben voor een klassieke afstand waarom dan niet de langste duurloop volbrengen op een manier die we tijdens onze rondjes rondom Lansingerland al een paar keer besproken hadden. Dat plan was om hardlopend naar Scheveningen te lopen en dan met de metro weer terug naar Berkel.

Deze zondag kwam perfect uit. De klok werd namelijk een uur terug gezet en zodoende was een starttijd van acht uur ook niet heel abnormaal. Uiteindelijk werden het 38 kilometers door een koud maar mooi landschap in Berkel en omgeving. De trapgevels in Delft en de drukte naar het strand van Scheveningen.

Het was vroeg.

Koeien en op de achtergrond Rotterdam.

Tussenstop in Delft.

Scheveningen.

De totale afstand en gemiddeld tempo. Dat is natuurlijk wel een vertekend beeld want door diverse fotomomenten, stoplichten en een incidentele plaspauze komt je hartslag weer in een normale zone terecht. Maar desalniettemin hebben we aardig doorgelopen.

Rutte was er niet. Tijd voor lunch én de metro terug naar Berkel. Het was een mooi rondje.

Stapelen, schema’s en bietensap. Wat voor tijd ga ik lopen?

Vandaag zat er een speciale bijlage bij het Algemeen Dagblad over de Rotterdam Marathon. Er staat, met niet zoveel woorden maar toch, dat ik er met mijn eindtijd eigenlijk niet aan moet beginnen. En gelijk hebben ze 🙂

Ik ben een redelijk modale hardloper. Over de tien kilometer doe ik drie kwartier en een halve marathon loop ik doorgaans rond de 1:45 (soms iets sneller, soms iets langzamer). De marathon is andere koek. Dat bleek wel uit de twee voorgaande keren. De eerste keer had ik geen idee wat me te wachten stond en vorig jaar was het warm. De afgelopen vier maanden heb ik op deze website het wel en wee aangaande mijn trainingen bijgehouden. Ruim 800 kilometer in de voorbereiding. Van lange duurlopen op zondag tot intervallen doordeweeks.

Mijn schenen en voeten vertonen wat kleine pijntjes en deze week loop ik dan ook geen meter meer. Het is in de voorbereiding mooi geweest. Ik ga nu geen risico meer lopen. Maar als je wel risico wil lopen en van een gokje houdt dan kun je nu inzetten op mijn verwachte eindtijd. Voor vijf euro doe je mee. De winnaar wint de helft van de pot en de andere helft gaat naar de Roparun.

Kom maar op met die voorspellingen dan stuur ik jullie een tikkie. Momenteel zit er bijna 200 euro in de pot en verwachten de onderstaande mensen deze prestatie van mij.

Update: nu al meer dan 260 euro in de pot. Kom maar op met die tijden.

Jouri 0:19:08
Wilbert 2:06:00
Warren 3:40:45
Hanneke 3.44:28
Damian 3:44:30
Edwin 3.44.59
Marcel 3:45:40
Roselinda 3.46.13
Wil 3:47:58
Alex 3.48.12
Monique 3.48:28
Sandra 3:48:47
Anika 3.48.56
Marja 3:49:10
Jasper 3:49:45
Saskia 3:50:00
Inge 3.50.50
Arjan 3:51:00
Lars 3:51:22
Roel 3:52:00
Marjon 3:53:28
Walter 3:53:33
Natasja 3:54:28
Helena 3:55:10
Herman 3:55:40
Karin 3:56:30
Robin 3:56:39
Patrick 3:56:56
Miranda 3.57.19
Jolien 3:57:57
Margreet 3:58:29
Deborah 3:59:47
Judith 3:59:59
BB Darts 4:00:00
Annemieke 4.01.01
Rens 4:01:04
Pascal 4:01:45
Marco B 4:02:24
Jacco 4:03:27
Jolein 4:03:59
Bouchra 4:03:57
Rick 4.04:44
Astrid 4:05.06
Wout 4.06.56
Marco 4:08:21
Jessica 4.10.51
Thom 4:11:12
Han 4:12:07
Richard 4:12:57
Andre 4:15:04
Liesbeth 4:15:35
Linda 4:18:46
Kees 4.19.08

Lachen joh, met je peen- en uienmuil.

Snel-weg van het fietspad. Rondje hardlopen in Engeland

Een uitnodiging voor een bruiloft in Engeland. Daar hoefden we niet lang over na te denken. Bastiaan mocht ook mee dus dat was een ideaal beginpunt voor een weekendje aan de overkant van de Noordzee. Maar ja, die langste duurloop op weg naar de marathon hé. Hoe daar nu mee om te gaan?

Het eerste plan was om een extra fiets mee te nemen voor Jeroen (niet ik, een andere Jeroen) en dat hij mij vanaf de boot fietsend zou begeleiden. Een soort van Roparun-idee. De weersverwachtingen gaven echter een dusdanig beeld aan dat er in Essex al van code oranje werd gesproken. Nu ligt dat hele land op zijn gat zodra er maar een sneeuwvlokje valt, maar toch. Dat kon ik hem niet aandoen. Zeker niet omdat het ook nog eens een duurloop op langzamer tempo zou gaan worden. Tegen de tijd dat we in Colchester zouden zijn zou hij al bevroren zijn.

Het alternatieve plan was dat ik gewoon met de auto mee zou rijden en gewoon zou ontbijten in de Wetherspoons. Geen vet Engels ontbijt maar een dubbele portie pannenkoeken en een schaaltje porridge. Even wat energie tot me nemen voor de ruim dertig kilometer.

Ongeveer 1000kcal.

Op weg naar het hotel had ik al een weg gezien met een mooi fietspad ernaast. Of in ieder geval een stoep. En die weg besloot ik te nemen. In principe 17 kilometer lang de ene kant op en dan 17 kilometer weer terug. Wellicht saai maar écht verdwalen en dan ineens op 50 kilometer uitkomen is nou ook weer niet een optie.

Onbewust was de eerste kilometer een goede generale voor de marathon. De weg liep hier vrij steil omhoog het centrum van Colchester in en daarna ging ik op weg. Langs pubs, kerkjes en huizen. De fietspaden waren redelijk en af en toe kwam ik een andere hardloper tegen. De wind stond in mijn rug dus dat zou betekenen dat ik terug volle bak sneeuw in mijn snuit zou krijgen. Maar zover was het nog niet. 

Na een kilometer of tien hield het fietspad ineens op. Nou ja, het kwam gewoon uit op de A12 naar Londen. Dat was mij iets te gortig en mopperend liep ik weer terug. Bij een kruising kon ik ook naar een dorpje naar rechts en de weg boog in de verte weer richting Colchester af. Althans, dat dacht ik. Uiteindelijk stond er bijna 26 kilometer op de teller toen ik, na over wat bospaden en merkwaardig aangelegde fietspaden en stoepen gerend te hebben, weer in Colchester was. Ik besloot nog 4 kilometer een kant op te rennen zodat ik met de terugweg erbij nog vier kilometer extra zou hebben. Dan zou ik totaal op 34 kilometer uitkomen. 

Fietspaden hielden ineens op. Stoepen zaten vol gaten en heel soms moest ik gewoon even de openbare weg op. Hoe al die Engelse hardlopers dat volhouden is mij een raadsel maar aan de trajecten op Strava zag ik later dat ze op precies dezelfde weggetjes als mij liepen. Nee, in Nederland hebben wij niets te klagen. Nou ja, dat we niet zulke toffe pubs hebben. Maar dat is dan weer niet zo goed voor de conditie 🙂

Je ken ze maar hebben leggen.

 

 

De laatste weken

Of ik in vorm ben? Geen idee maar de 29 kilometer van afgelopen zondag gingen me vrij aardig af. Geen al te gekke pijntjes tijdens de lange duurloop (ff afkloppen) en doordeweeks gaan de versnellingen ook nog steeds wel aardig. Dit weekend staat de langste duurloop tot nu toe op het programma. Als die ook goed gaat dan heb ik er alle vertrouwen in (en anders ook wel trouwens).

Terug in bedrijf

Tsja, ik had ook ‘back in business’ kunnen schrijven maar we zijn een Nederlandse website hé. Vorige week kwam er hardlopend niet veel van. Echt griep had ik niet maar om nou te zeggen dat ik me topfit voelde. Nou nee.

De woensdagtraining kwam door de bekerwedstrijd in De Kuip sowieso te vervallen maar ik kon het echt niet opbrengen om zelf te gaan lopen. Mijn benen waren te moe, mijn hoofd te snotterig en het was snijdend koud. Tijdens het weekendje weg in Drenthe liep ik op zaterdag een rondje van negen kilometer met Sandra en Sandra. 

Op zondag zouden de Kieviten 28 Kilometer gaan lopen met een eventuele uitschieter boven de 30. Ik had via afstandmeten een mooie route uitgestippeld en Chenna en Luca gingen op zondagochtend op de fiets mee. Het lopen zelf viel me niet mee. Dan merk je dat je toch nog niet honderd procent bent. Na een kilometer of 23 was ik er eerlijk gezegd wel klaar mee en uiteindelijk stonden er 27 op de teller. 

Woensdag liep ik in de ochtend een rondje samen met Mo. Plan was om er vijftien te lopen maar uiteindelijk werden het er zeventien in een zeer mooi tempo. En uiteraard langs een molen. Dat is bijna verplicht.

MR18, hoe sta ik ervoor?

Over 39 dagen sta ik, volgevreten aan pasta en pannenkoeken, aan de start van de Rotterdam Marathon. En aangezien we toch met cijfertjes bezig zijn een overzicht waar ik op dit moment sta. Op zondag 10 december ploegde ik door de sneeuw richting Bergschenhoek om daarvandaan mee te kunnen rijden richting de Bruggenloop. Dezelfde sneeuw zorgde ervoor dat ik, als een soort pinguin, weer rechtsomkeert kon maken voordat ik in Bergschenhoek was aangekomen. Het evenement ging niet door als zag ik dat pas na drie kwartier wandelen. 

Gezien mijn vorm (en blessure aan mijn scheenbeen) was ik niet in staat geweest om ook maar enigszins in de buurt van mijn tijd uit 2016 te komen. In 2016 was de Bruggenloop een soort openbaring voor me. Dat ik in staat was om 15 kilometer lang 4:30/km vol te houden had ik tot die tijd niet verwacht. 

Op social media kwamen op de besneeuwde zondag foto’s voorbij van andere lopers die de vijftien kilometer glibberend en wel voor hun eigen rekening namen. Zelf kroop ik met mijn dekbed op de bank voor een middagje Netflix, Feyenoord was immers ook nog eens afgelast en ik was steenkoud terug gekomen. 

Een week later werd er wel weer gelopen. In Bleiswijk stonden bijna honderd Kieviten klaar voor de eerste marathontraining. Wat eerder dan andere marathongroepen werd er afgetrapt voor zestien weken lang hardlopen richting de bekendste marathon van Nederland.

Vanaf die zondag in december liep ik tot nu toe 460 kilometer hard. In vergelijking met andere lopers zijn dat veel kilometers al zie ik ook bij genoeg andere mensen dat ze er al meer kilometers op hebben zitten (leuk hé, dat Strava). Ieder heeft zijn eigen voorbereiding, en zijn eigen doel. Of er deze week nog gelopen gaat worden waag ik te betwijfelen. De vorige weken waren Sandra en Bastiaan ziek en lang leek ik de dans te ontspringen. Maar de laatste twee dagen heb ik rubberen benen. Het griepmonster probeert ook mij te pakken te krijgen. En dan kun je beter maar even pas op de plaats maken. Hardlopen met griepverschijnselen is niet aan te raden.

Maar ik heb nog negenendertig dagen dus. En dan kan ik me beter nu niet echt topfit voelen dan op zondag 8 april. Vooralsnog is mijn doel om binnen de vier uur te finishen. Ik ben van plan om weg te gaan op een gemiddelde snelheid van  5:15-5:19/km wat een eindtijd van 3:45 zou moeten opleveren. Maar realistischer is om ergens tussen de drie uur vijftig en vier uur binnen te komen. Zo’n snelle loper ben ik nou ook weer niet. En ik waag te betwijfelen of ik dat over negenendertig dagen wel opeens ben. 

De Rotte, hoeveel voetstappen heb ik daar inmiddels wel niet liggen?

Groep B, afgelopen zondag zonder dames. Het ging vooral over voetbal.

Rondje(s) Rotte

Afgelopen zondag stond de langste duurloop tot nu op het programma. Dertig kilometer verdeeld over zes rondes langs de Rotte. Met veel teamleden was het nog een soort van gezellig ook 😉

Nee, zonder gekheid. Zulke lange stukken in mijn eentje rennen daar ben ik niet voor in de wieg gelegd. Dát afzien komt wel op 8 april.

Dat viel nog niet mee

De vrijdag voor de boottrip liep ik nog een redelijk snelle tien kilometer. Tussen al het duurlopen door moet er ook gas gegeven worden.

Dat viel dus wel mee. Iets zwaarder waren de 25 kilometer die ik zondag samen met Hanneke liep. Gelukkig niet alleen want dat trek ik echt niet op dat soort hele lange afstanden. Het was misschien iets te kort en iets te snel maar ondanks twee korte nachten op de boot was niet helemaal uitgeteld na afloop. Aanstaande zondag dertig kilometer op het programma. Dan komen we echt in de buurt.

Lopen te lopenweekend

Nou ja, daar kwam het uiteindelijk wel op neer. Tussen wat films kijken met Bastiaan, mezelf 90 minuten ergeren aan Feyenoord en de boodschappen door liep ik dit weekend drie keer hard. Op vrijdagavond een bescheiden 8 kilometer na het avondeten. Niet te ver en niet te hard want zaterdag stond de kassenloop op het programma. 

In 2016 deed ik ook al eens mee (zie hier) alleen toen waren ze in de eerste uitslag 1 bocht vergeten mee te tellen. Toen liep ik uiteindelijk 46:17 op de tien kilometer. Dit jaar deed ik mee aan de vijf kilometer wedstrijd. Waarom? Omdat een dag later er bijna 27 kilometer op het programma stond en ik eigenlijk bijna nooit een 5km wedstrijd loop. Dus ik had geen idee hoe snel ik daarop zou zijn.

Nou, best snel dus. Het is een bochtig én warm parcours dus ik heb zo’n vermoeden dat ik buiten wel een seconde of tien sneller zou moeten zijn. Niet slecht voor die oude botten van mij.

 

Na afloop dronk ik nog een biertje met wat bekenden en daarna weer op naar huis. Bier? Ja, inderdaad. In 2018 ga ik het allemaal wat minder gedisciplineerd aanpakken. Ja, ik loop mijn kilometers maar nee ik ga er niet alles voor laten. 

En een dag later stond er dus bijna 27 kilometer op het programma. Van Bleiswijk naar Rotterdam en weer terug. Het was mooi weer alleen hadden we op de terugweg flinke wind tegen. Het voelde in ieder geval minder zwaar dan de lange duurloop van vorige week. Toen moesten we na 14 kilometer versnellen naar ons marathontempo. En dat was ineens behoorlijk omschakelen en aanpoten. De oogst van dit weekend? 1 medaille en bijna 40 kilometer op de tellerT. En dan nu even niet lopen tot woensdag.