Foto’s staan eindelijk online. Klik op onderstaande foto of hier.
Feyenoord – Hardlopen – Groundhopping – Muziek
Met de bus van hcmc naar phnom penh. Grens ging smooth. Daarna was het best druk.
Grens.
Phnom penh
Bier en beef loklak
Crazy horses.
Notredame van Saigon
Koopt gewoon rode schoenen.
En nog een sweaty 5k in de ochtend.
Vandaag naar de Cu Chi tunnels geweest. In 2007 waren we al eens in Ben Dinh gewest en vandaag dus in het andere, minder bezochte, deel van de tunnels in Ben Duoc.
De tunnels zijn groter gemaakt voor toeristen want wij zijn iets dikker dan de gemiddelde vietcong-soldaat.
Prima toer gehad en bij deze site staat ook een tempel ter ere van ruim 44.000 gevallenen. Ome Ho is prominent aanwezig wat wel apart is in een boeddhistische tempel. De communisten hadden het er volgens mij niet heel veel mee.
Mijn claustrofobie overwonnen om een paar tunnels door te gaan. Zelfs ik verbaasde me zelf.
Gisteren gingen we vanaf het ‘oude’ vliegveld van Bangkok richting Ho Chi Minh City. Op het vliegveld was het een Aziatische chaos met mensen die voordrongen, massaal op de grond zaten en hun vluchten niet begrepen. Echt geniaal.
We vlogen met een Peenvogel dus dat was goed.
Hier waren we nog niet eerder geweest.
Het was tien jaar geleden dat we hier waren en behalve de hoogbouw is er weinig veranderd.
Nog steeds veel scams hier. Komen ze na massage van 8 dollar vragen met een blaadje of je een tip van 5 – 10 – 15 of 20 dollar wil geven (per persoon) omdat ze anders geen geld van hun baas krijgen. Het zal best maar 60% tip op een, in vergelijking met de buurlanden hier, toch al ‘dure’ massage leek ons wat overdreven. Ook hier veel lui die zeggen dat iets dicht is als je er bijna bent. Dat doen ze in Bangkok ook in de hoop dat je met hen meegaat naar een winkel ofzo. Gewoon je gemasseerde been stijf houden.
Of ik wát wilde?
Ok, dit was een situatie die je onder de noemer ‘gênant’ zou kunnen scharen. Deze vraag had ik niet verwacht. Noem me naïef naar dit had ik hier niet verwacht.
Het begin van dit verhaal speelt zich af in 2003, aan de andere kant van de wereld. De eerste keer dat we in Thailand waren keken we de aap eerst nog even uit de boom. Letterlijk, want we waren in Lopburi geweest, een plaats waar de mensen tralies voor de ramen hebben tegen de grijpgrage vingers van de loslopende apen. De eerste echte Thaise massage volgde een paar dagen later.
Krakend geluid
In het begin van zo’n sessie vraag je je af of je dit ooit lekker zou kunnen vinden. Een tenger Aziatisch vrouwtje dat de hiel van je voet naar je achterhoofd beweegt. Een beweging die normaal alleen voor turnsters is weggelegd en niet voor een houterig witmens uit Nederland. Het krakende geluid van je tenen en vingerkootjes neem je voor lief en een uur later stap je voldaan uit de massagesalon.
We namen de jaren erna massages aan het strand van Hua Hin, bij een tempel in Laos die Wat Sok Pa Luang heet (aanrader vanwege de herbal sauna die erbij zit), een Khmer-massage in Siem Reap en een hot stone massage in een achterafstraatje in Ho Chi Minh City. Na laatstgenoemde behandeling voelden onze ledematen toch wat pijnlijk aan. Het meisje was nog in opleiding en had de stenen toch iets te heet gemaakt. Wij gaven geen krimp, die Vietnamezen hadden de westerlingen in het verleden al eens verslagen, dat zou niet nog een keer gaan gebeuren. Nooit je gezicht verliezen in Azië.
Massagesalon
Vaak nam ik die massages tegelijk met Sandra. Maar ik ben er ook wel eens alleen naar toe gegaan. En nooit werd de vraag gesteld waarvan iedereen denkt dat ie gesteld gaat worden. Of waar in ieder geval de grappige opmerkingen over gemaakt worden als je er alleen heen geweest bent.
In Nederland miste ik die massages wel. In een hammam waar we wel eens naar toe gaan behoorde een rugmassage tot het vaste pakket. De laatste keer dat we er waren echter niet meer. Dus besloot ik eens op internet te zoeken naar een betrouwbare Aziatische massagesalon. Ik had geen zin in een schimmige tent achter een Chinese belwinkel of supermarkt.
In Rotterdam-noord vond ik er eentje die volgens Google (dat is toch je beste vriend) als betrouwbaar werd omschreven. En dus lag ik een paar dagen later in mijn netste onderbroek in een kamertje waar de muren van bordkarton waren gemaakt en de ruimte naar het plafond open was. Als er al een andere klant zou zijn dan zouden we slechts gescheiden door een dun laagje triplex naast elkaar gemasseerd worden. Geen probleem, in Azië word je slechts gescheiden door een gordijn vrijwillig mishandeld.
Een Chinese mevrouw van tegen de 50 (altijd lastig in te schatten) met een typisch Chinees kapsel en een typische Chinese jurk begon aan de massage. En wat kan ik er van zeggen? De eerste 55 minuten van het geboekte uur was het een prima massage. Daarna begonnen de bewegingen zich iets teveel te concentreren op wat het best omschreven zou kunnen worden als ‘de liesstreek’. Dit begon ongemakkelijk te worden. Waarschijnlijk hoorde dit bij een Chinese massage en was het zo klaar, bedoeld om de bloedsomloop in dat gebied op orde te krijgen ofzo. Ik probeerde aan niets in het bijzonder te denken en concentreerde me op de vreemde tekens op de poster aan de muur.
Dé vraag der vragen
Maar toen kwam dus de vraag. De vraag der vragen bij Chinese massagesalons. Of ik een ‘special massage’ wilde? Als door een wesp gestoken reageerde ik ontkennend. De dame in kwestie vertwijfelend achterlatend. Hier kwamen mannen toch voor naar haar salon, wat had ze verkeerd gedaan?
Wie zich het meeste schaamde weet ik niet. De Chinese massagedame omdat haar voorstel afgewezen werd. Of ikzelf, omdat ik zo naïef was geweest . Snel trok ik mijn kleren aan, betaalde de 30 euro voor de massage (zou je extra hebben moeten betalen voor de speciale behandeling? Ik zal het nooit te weten komen) en maakte dat ik weg kwam.
Een massage met een unhappy end.
Ik onderga een voetmassage op koh phangan. Niks aan de voet hand.
Het Tự Do Stadium (oftewel Freedom Stadium) in Hue, Vietnam. Gebouwd door de Franse overheerser rond 1930 en destijds genaamd Stade Olympique de Hué. Nadat de Fransen verjaagd waren werd het stadion vernoemd naar de zoon van de laatste Vietnamese keizer ‘Stadium Long Bao’. Tegenwoordig heet het dus het vrijheidsstadion. Wij waren er in 2009 en de deur stond open. Dus waarom niet?
Menno fietst een rondje.
De foto’s van de hele reis staan hier.
Een voordeel dat die fransen het ooit voor het zeggen hadden in vietnam is dat er in ieder dorp wel een vietnamees restaurant zit.
Smakelijk!