De Leeuw van Vlaanderen

Er zijn genoegen dagen dat ik niet aan Bart Goor denk. Sterker nog, alleen rond mijn eigen verjaardag denk ik heel soms aan Bart Goor. Dat zit zo, we zijn namelijk exact even oud. En iedere keer als 9 april in de buurt komt voel ik me schuldig, schuldig omdat ik een aandeel heb gehad in het vertrek van Bart Goor bij Feyenoord.

Het was een mooie oktoberdag in het onooglijke Noorse plaatsje Skien. Het rook er naar linoleum en er viel weinig te beleven. Voor ons niet, maar voor de spelers van Feyenoord nog minder. Wij gingen naar de kroeg en aten een shoarma bij een kerel die een half jaar in Lelystad had gewoond en nog wonderbaarlijk goed Nederlands sprak. Maar de spelers waren veroordeeld tot het hotel, hetzelfde hotel waarin wij verbleven en zodoende hadden we goed zicht op wat ze zoal deden rondom een Europese uitwedstrijd. Het antwoord laat zich raden. Niets.

Het was het tijdperk voor de smartphones en in de lobby van het hotel stond een computer waarop Salomon Kalou en Romeo Castelen een wedstrijd deden wie er meer zoekresultaten had op Google. De rest van de selectie zat in een andere ruimte te kaarten. Het hield, kortom, niet over.

Na een middag op het terras, het was voor Noorse begrippen vrij warm voor de tijd van het jaar, werd het zachtjes aan tijd om onze jassen in het hotel op te halen en richting stadion te gaan. In de lift troffen we Pascal Bosschaart en Bart Goor. Bosschaart kon nog wel lachen om onze verhalen maar mijn verhandeling over de leeuw van Vlaanderen kon op weinig bijval rekenen van mijn leeftijdsgenoot. Aan het gezicht van Bart Goor kon je zien dat hij baalde dat hij de trap niet genomen had.

Bart Goor hield het na 1 seizoen voor gezien bij Feyenoord. Officieel vanwege het matige aankoopbeleid voor het seizoen na onze ontmoeting in Noorwegen. Ik weet wel beter.

 

ps. Verslag staat hier http://www.peenvogel.nl/fotos-feyenoord-en-voetbaltrips/skien-2/

Varaan

In mijn vrijwel onbezorgde jeugd waren er een paar zekerheden in het leven en een daarvan was dat Pollux en Castor elkaar naar het leven stonden. We hebben het hier over de straten Pollux en Castor, al zijn het niet echt straten te noemen.

De Sterrenwijk, waarvan Prins Claus eind oktober 1971 de ‘voorste paal’ sloeg, is nog steeds een doolhof voor postbodes en krantenbezorgers. Ik ben er geboren en mijn ouders wonen er nog steeds.
 
Geheel in lijn met wereldsteden als New York en Londen heeft ook de Sterrenwijk een centraal park. Tegenwoordig het Sterrenpark genoemd maar wij noemden het gewoon het park. De blikvanger van het park was ‘de Berg’. Een bult die met de jaren lager lijkt te worden. Met mijn vriendjes bracht ik er uren en uren door en als er sneeuw lag, en de winters waren destijds véél strenger, was ‘de Berg’ het Berkelse equivalent van de Mont Blanc.
 
Het park het toneel voor de jaarlijkse sneeuwballen-gevechten tussen de protestanten van de Prins Maurits school en, de goederikken in dit verhaal, de katholieken van De Poolster. De troubles in Belfast verbleekten bij zoveel sektarisch geweld.
 
Een paar jaar terug moest ik van Bastiaan aan mijn ouders opbiechten dat ik een blauw speelgoedpistool was kwijtgeraakt in de bosjes bij ‘de Berg’, iets wat ik schoorvoetend deed. Niet alle jeugdzondes hoeven in de openbaarheid.
 
 
Sinds een paar dagen is het park uit mijn jeugd echter wereldnieuws. Er schijnt zich een varaan op te houden die laatst een hond heeft gebeten (ik kon als hardloper weinig sympathie voor de hond opbrengen want doorgaans vallen ze me altijd aan). Het park is met hekken afgezet en zelfs het jeugdjournaal kwam langs voor een item.
 
Ik hoop om twee redenen dat ze die varaan snel pakken. Ten eerste is die Varaan hard bezig mij te verslaan als bekendste inwoner van Berkel en Rodenrijs en dat moet snel de kop ingedrukt worden, en ten tweede hoop ik dat ze tijdens de speurtocht naar dit levensgevaarlijke reptiel op een lang verloren item stuiten: mijn blauwe speelgoedpistool.
 
Ik zal dan eindelijk verlost worden van mijn status als sloddervos. Een vrij ongevaarlijk dier waarvoor het jeugdjournaal zeker niet uitrukt.