Aorta

Na de eerste kilometers kwam het hermetisch gesloten hek van 1908 in zicht. Ik vroeg me af of de auto’s van de spelers hier geparkeerd zouden staan voor de uitwedstrijd van vandaag. Een uitwedstrijd die ik probeerde te ontlopen door hard te gaan lopen.

Vanaf de carpool-plaats bij Barendrecht naar huis zou ik een groot deel van de Klassieker kunnen ontlopen. Mezelf streng toesprekend dat ik niet op mijn telefoon zou kijken naar de tussenstand.

Na 1908 kwam het nieuwe varkenoord in zicht, bij de kraamkamer van de club was het Feyenoord-logo prominent aanwezig. Op de velden was niemand te bekennen. Voor De Kuip, die er op niet wedstrijddagen imposant maar ook wat verloederd uitziet, was een plukje meisjes met hoofddoeken aan het klimmen op de hekken voor de ingang. Aan niets was te merken dat de vaste bespeler van dit stadion over minder dan een uur aan de aftrap zou staan van een zeer beladen wedstrijd.

Op de Erasmusbrug kwam een hardloper in Feyenoord-shirt me tegemoet. De club is nooit ver weg in de stad. Al was dat meer zichtbaar in het recente kampioensjaar. Als je wint heb je vrienden.

Iets verderop was de Coolsingel net van een nieuwe laag asfalt voorzien. Auto’s mochten er nog niet rijden dus ik besloot de zwarte bovenlaag voor het stadhuis eens te testen. De marathonlopers kunnen gerust zijn het asfalt ligt er goed bij. De neiging om mijn handen in de lucht te steken bij een denkbeeldige finish kon ik net onderdrukken. Er was toch niemand om me toe te juichen.

Bij het stoplicht op het schieplein stond een jongen in Feyenoord trainingspak naast me. We wensten elkaar succes, tegen beter weten in. Hij was op weg naar de kroeg en was zo te zien niet de enige. Bij het halve maatje zag het er druk uit. Nog een minuut of vijf voor de aftrap en nog een kilometer of vijf te gaan.

Tegen mijn afspraak in installeerde ik snel de app van Radio Rijnmond om midden in de voorbeschouwing van Joop van Daele te vallen. Maker van de goal die van Feyenoord de beste van de wereld maakte. Daarna kon het alleen maar minder worden.

Bij De Gouden Snor stond er een rood-witte haag van ballonnen voor de deur. Feyenoord-liedjes en de geur van sigaretten kwamen me tegemoet.

Na het melanchton kreeg Feyenoord een corner en nog geen 100 meter verder lag de bal al in het netje. Ik was de hockey nog niet voorbij of de wedstrijd was al gespeeld.

Hardlopend van zuid naar noord kom je overal plekken tegen die met Feyenoord te maken hebben of die je door het verleden met Feyenoord associeert. De club als levensader van de stad. Al is een bypass dringend nodig voordat het te laat is voor deze patiënt.

Feyenoord vs Heracles. De ene is de andere niet…

Als je goed kijkt is het eigenlijk een bende rondom De Kuip. Allemaal bedrijven en slecht onderhouden groen.

Nog niet zo lang geleden was Feyenoord vs Heracles de wedstrijd die alles zou veranderen. We zouden weer meegaan in de vaart der volkeren. De realiteit is echter dat we na 10 wedstrijden in dit seizoen in het rechterrijtje staan.

Door velen als de oplossing voor Stam gezien. Door mij niet. Met Dirk gaat het echt niet beter. Maar Stam kan beter vandaag dan morgen nog zijn biezen pakken.

Niet echt vol maar de mensen die er nu zijn verdienen een lintje.

En weer puntverlies. Japio heeft geen idee. En ik heb geen zin om me erover op te winden.

Ontdek je plekje, hardlopend.

Ik kwam zondag tijdens rondje hardlopen langs Huys Vermuyden. Motto van die familie was ‘niet zonder Arbyt’ en toen ging er een lichtje branden. Dat had ik eerder gezien. En wel in de kathedraal van Ely in Engeland


In een van de glas-in-lood ramen deze Nederlandse tekst. Dat zit zo. Cornelis Vermuyden was een Zeeuws waterbouwkundige die de Nederlandse waterbouwtechnieken introduceerde in Engeland en een aanvang maakte met de droogmaking van het veengebied The Fens in East Anglia. Hij werd hiervoor in de adelstand verheven.

Het motto van Vermuydens familie, “Niet Zonder Arbyt”, dat voorkomt op een huis van Vermuyden in Fen Drayton, leeft voort als het officiële motto van het districtsbestuur van South Cambridgeshire, het enige Nederlandstalige motto in de Britse civiele heraldiek. Het werd tevens het devies van een onderdeel van de Royal Air Force dat hier tijdens de Tweede Wereldoorlog was gelegerd en vaak over Nederland vloog. Daaraan herinnert een glas-in-loodraam in de kathedraal van Ely, waarin het motto weer terugkeert.

Phantom

Door de mail die ik van Feyenoord ontving ging de fantasie met me aan de haal. Via het bericht, versierd met een pompoen, skelet en spook kon je je kind inschrijven voor een Halloween-tour door De Kuip. Met Makaay als fantoom en Joszef als magier.

In de herfstvakantie wordt het mooiste stadion van Nederland omgetoverd tot een waar spookhuis las ik. Dat het kan spoken in De Kuip daar kan menig club over mee praten. Maar de laatste veertig jaar is het stadion ook een kerkhof gebleken voor menig trainer.

De eerste oefenmeester die ik aan het werk zag was Rinus Israel. Het bewijs dat een goede verdediger niet vanzelfsprekend een goede trainer hoeft te zijn (hallo Jaap!). Daarna volgden nog 20 trainers waarvan er behoorlijk veel het veld voortijdig moesten ruimen, of er zelf de brui aan gaven. De Kuip als knekelhuis voor gesneuvelde oefenmeesters.

Dat het huidige bestuur volledig uit ‘ad’-jes bestaat en er geen levende ziel voor een bestuursfunctie valt te vinden geeft ook te denken. Waarschijnlijk is iedereen bang voor de vele lijken in de kast van het Maasgebouw.

Zo bezien is het stadion de juiste plek voor een Halloween-tour.

K

Op de lange zijde van de Alkmaarderhout ontvouwden de AZ-supporters een spandoek met de tekst ‘geen woorden, maar tranen’. Bedoeld om Feyenoord-speler Alfred Schreuder een hart onder de riem te steken na het verlies van zijn zesjarige dochter aan kanker.

Tijdens de minuut stilte keek iedereen uit onze groep achterom naar Sander die niet lang daarvoor zijn vrouw was verloren aan dezelfde ziekte. Ik keek met een brok in mijn keel naar Sandra. Die een paar jaar ervoor het geluk had dat deze ziekte bij haar wél te genezen viel.

Met de chemo nog in haar lijf stapten we in het vliegtuig naar Turijn om Feyenoord te zien verliezen. Ook werden er nauwelijks thuis- en uitwedstrijden overgeslagen. En iedere keer gingen de spreekkoren met ‘K’ erin die ik om me heen hoorde door merg en been.

Nog geen half uur na de indrukwekkende minuut stilte in Alkmaar vlogen de verwensingen met deze ziekte erin als bijvoeglijk naamwoord alweer in de rondte. Volwassen kerels die deze ziekte gebruikten als krachtterm als er op het veld iets gebeurde wat hen niet beviel.

Ik vroeg en vraag me dan altijd af hoe dat in die gezinnen aan de ontbijttafel gaat. Wordt er dan ook om de K-boter gevraagd als het te lang duurt voordat deze aangegeven wordt?

Noem me vooral een moraalridder maar ik ben in ieder geval geen hypocriet die na een applaus voor een knuffelregen ten gunste van zieke kinderen daarna vrolijk verder gaat met schelden in een stadion.

Afgelopen zondag verloor Feyenoord kansloos in Sittard. En geloof me, na bijna 900 wedstrijden bijgewoond te hebben weet ik hoe het voelt om je zondag zo verpest te zien worden. Vanuit het uitvak klonk dat ze moesten werken voor hun K-geld.

Berghuis vond daar terecht wat van. Maar de algemene opinie op twitter was dat hij zijn bek dicht moest houden omdat hij meer dan een miljoen per jaar vangt en dat sommige supporters per seizoen honderden, zo niet duizenden euro’s per jaar kwijt zijn om Feyenoord te volgen. Dus hij moest zich niet zo aanstellen om die paar K’s uit het uitvak.

Toen wist ik het zeker. Tegen domheid is niets opgewassen. Maar een beetje fatsoen opbrengen heeft gewoon met opvoeding te maken.

Hier aan de kust, de Zeeuwse kust. Verslag Kustmarathon 2019

Van mijn hardloopharem kreeg ik voor mijn verjaardag een hamer. Met aan die hamer een kaartje waarop stond dat ze me ingeschreven hadden voor de kustmarathon. Een marathon waarvan de slogan ‘de zwaarste van Nederland’ is (iets wat ze de dagen voor de race continu benadrukken in hun Facebook-posts waardoor je jezelf nog meer zorgen gaat maken).

Gelukkig hoefde ik hem niet alleen te lopen (dat zou niet zo aardig zijn) maar ging Monique ook de uitdaging aan. Naast Mo liep ik ook mijn pr op de tisvoorniks-marathon (ik afzien, zij dansend en springend naar 3:38) dus een goede haas gegarandeerd. Die tisvoorniks-marathon was in november wanneer het koeler is en ik het fijner vind om hard te lopen. De warmte vind ik niks.

Na mijn oogoperatie liep ik gewoon mijn rondjes bij de kieviten, drie halve marathons waaronder eentje in de beklemmende hitte van Cambodja en recent de Airborne-trail van 28km. Geen tijd om te twijfelen of dat genoeg was. Nou ja, ik twijfelde wel maar Sandra zei dat het voldoende was. En zoals altijd heeft je vrouw gelijk. Dus redelijk relaxed naar het weekend toegeleefd. Wel wat gestapeld maar niet overdreven veel. Op vrijdag een pastamaaltijd met spinazie en voor de rest zoete meuk. 

Zaterdagochtend bestond het ontbijt uit pannenkoeken en een halve liter drank waarin extra koolhydraten aan waren toegevoegd. En voor de rest vooral veel drinken. Heel veel drinken. Van AA-Drink tot water. Nadeel is wel dat je grote vriendjes met het toilet wordt.

Wilbert bracht ons weg naar de start in Burgh-Haamstede en daar was de start op een pleintje waar we wel eens met een rotonde-weekend verbleven. Gelukkig was ik incognito met pet. We stonden redelijk vooraan en na een minuut stilte voor de dit jaar overleden organisator van de kustmarathon mochten we weg. Er hing een goede sfeer bij de start. Geconcentreerde lopers en vrolijke toeschouwers. Waar je normaal bij wedstrijden nog wel eens over de ‘runfluencers’ struikelt waren ze hier nergens te vinden. De Kustmarathon is serious business. 

De eerste kilometers gingen lekker. Van te voren wisten we al dat je na km 20 zo’n 10km het strand op ging en dat leek mij het zwaarst. Dus het eerste stuk liepen we gemiddeld 5:15/km totdat we achter de 3:45 pacergroep terecht kwamen. Dat was wat ambitieus voor de hele marathon maar tot aan het strand was dat een prima tempo. Deze pacers liepen iets te hard maar waarschijnlijk deden ze dat om wat slack over te houden wanneer ze het strand op moesten. 

\

Foto ‘geleend’ van FoVid (mooie foto’s van de Kustmarathon op deze site).

Om de vijf kilometer waren er drinkposten maar ook op andere plekken stonden mensen snoep en eten uit te delen en waar publiek kón staan stond er ook publiek. Iedereen kreeg veel aanmoedigingen en je merkte ook wel dat het een echt Zeeuws ding is, veel aanmoedigingen voor de lokale lopers.

Na de Deltawerken was het tijd voor het strand, en dat viel me reuze mee. Eenmaal aan de waterlijn (weer Bløf) kon je redelijk doorlopen. Ze hadden voor het eerst (hoorden we) legplanken neergelegd waardoor je het mulle zand kon overslaan. Het strand direct naast het water was vrij hard en daar konden we prima doorlopen. Alleen wel op een iets ander tempo. Er waren wel veel van die golfbrekers bestaande uit houten palen waar de meest afgetrainde hardloper nét doorheen pasten. Ik vond die palen wel een welkome afwisseling want daar kon je telkens heel even wandelen voordat je weer verder moest.

Ook op het strand verzorging en veel praatjes met ervaren kustmarathonners die zeiden dat de omstandigheden met dat harde zand ideaal waren. Ik wilde hem best geloven maar na km 26 begon ik het al wat zwaarder te krijgen. Gelletje erin en doorlopen. Voor ons liep een tijdje een gast die zijn waterflesje in zijn bilnaad bewaarde. Die had geen geld voor een drankgordel. Op het strand werden we ingehaald door bekenden Lars van de RRC en Maarten van De Kieviten. 

Na ongeveer 10 kilometer strand kwamen de duinen. En ja, toen was het knokken voor iedere kilometer in mijn geval. Dankzij de motivatiespeeches van Mo hobbelden we heuvelaf gewoon door, maar die heuvels op. Manmanman. Erg veel duintrappen die ik niet meer omhoog kon rennen (of misschien heb ik dat nooit gekund, ik merkte dat mijn hartslag echt skyhigh ging na die trappen). En dat duurde tot kilometer veertig zo. De duinen en het uitzicht en het publiek maakten het echt wel heel mooi hoor. Nog steeds overal mensen en overal aanmoedigingen. 

lalala-duinen.

Nu waren we niet ‘op een tijd’ weg gegaan maar het is hardlopers-eigen om toch te gaan rekenen na een brede boulevard en het passeren van een Sherman-tank bij Westkapelle werden we het strand weer opgejaagd. Het waren maar twee kilometer maar deze waren best zwaar maar een welkome afwisseling na de duinen. 

Na de twee kilometer strand kwam de laatste trap en daarna de laatste kilometer nog proberen aan te zetten om onder de vier uur uit te komen. En dat lukte met 3:58:58 precies. Na een high-five met de burgervader van Zoutelande, het in ontvangst nemen van medaille en marathonshirt zat deze perfect geregelde marathon er weer op. Mijn vijfde marathon was een mooie marathon, maar wel een zware. Bijna net zo zwaar als 4 uur lang ‘Zoutelande’ op repeat horen.

Ze konden de Po(r)t(o) op….memorabele avond in De Kuip

Jaja, ik heb nog steeds geen camera gekocht. Vandaar een setje foto’s geschoten met de telefoon. Manmanman, wát een avond. Strijden, knokken en juichen.

[cliché-modus aan]De Kuip trilde op haar grondvesten.[/cliché-modus aan]

Half zeven en er staan nog behoorlijke rijen voor de poorten. 18:55 is een onhandig tijdstip, zeker als de hele stad ook nog eens vaststaat. Gelukkig was ik op de scooter.

Voor de aftrap nog wat lege plekken maar gaandeweg het eerste kwartier kwam het stadion toch goed vol. Buiten De Kuip erg veel Porto-fans op de been. In Belgie, Duitsland en Luxemburg heb je vrij grote gemeenschappen.

1-0 gek-ken-huis

2-0, de man voor me kan het niet geloven.