Maar het spookt overal in en rondom De Kuip. Noem me een namaaksupporter maar het lukte me gisteren niet om in De Kuip te zijn bij een thuiswedstrijd. Dat gebeurt minder vaak dan een zonsverduistering dus dat is best uniek.
Feyenoord – Hardlopen – Groundhopping – Muziek
Maar het spookt overal in en rondom De Kuip. Noem me een namaaksupporter maar het lukte me gisteren niet om in De Kuip te zijn bij een thuiswedstrijd. Dat gebeurt minder vaak dan een zonsverduistering dus dat is best uniek.
Nummer 59 alweer van de Rotterdam Running Crew waarvan meer dan de helft als ‘Leader of the pack’. Het weer beloofde niet veel goeds en waarschijnlijk was de opkomst hoger geweest als het droog was maar het was een gezellige run. Voordeel van wat kleinere runs is dat je ook af en toe een praatje kan maken met de deelnemers en er zijn altijd nog mensen die voor het eerst meegaan. Het was een mooie avond.
Ongeveer 100 dagen na mijn oogoperatie had ik vandaag wederom een controle. Een belangrijke want hoeveel zicht heb ik nog met mijn rechteroog. Met twee ogen zie ik redelijk goed en kon ik zelfs autorijden (iets wat ik voorheen helemaal niet kon dus dat is een pré) maar met mijn rechteroog alleen was het na de operatie toch wel een stuk minder.?
Eerst had ik een hele riedel aan korte onderzoeken. Een oogdrukmeting, een oogmeting en twee scans om o.a. de dikte van het hoornvlies en de oogzenuwen te bepalen. Daarna volgde het gesprek met de chirurg die mij ook geopereerd had.?
Het ziet er allemaal positief uit. Laten we beginnen met de sterkte. Met bril is mijn rechteroog nu 40%. Dus dat wordt tijd voor een nieuwe bril maar dat was sowieso al het plan. Na ongeveer drie maanden na de operatie zijn de stofwolken voldoende gezakt voor oogmeting bij de opticien. Met nieuwe bril komt het rechteroog op 70% tot maximaal 90% uit. Goed nieuws dus. Jullie kunnen straks weer met een gerust hart bij mij in de auto stappen (alvast excuses voor de mensen die de afgelopen periode al met me meegereden zijn) ?
Dan de vlek/vis in mijn oog. Ja, die was nog best aanwezig vond ook de chirurg. Ik heb er niet zo heel veel last van behalve als ik lang achter een computerscherm zit of als de temperatuur snel wisselt zoals laatst op reis in Cambodja als je van een airco-omgeving naar buiten stapte. Met de vlek/vis moet ik gewoon leren leven. Die wordt ooit wel wat lichter. ?
Dan de oogdruk/zenuw. Ook daar positief nieuws. Door de oogdruk kan de oogzenuw langzaam maar zeker bekneld kunnen raken en dat zou gezichtsverlies als gevolg hebben. Vooralsnog geven de waardes, mede door het dagelijkse druppelen, en de gemaakte scan geen reden tot paniek. Dat moet ik wel in de gaten houden en dus blijven druppelen. Omdat ik dat zelf lastig kan heb ik een druppelbril gekocht. Dat klinkt vies maar dat is het niet. Nu druppelt Sandra mij iedere dag (dat maakt het verhaal niet beter besef ik). ?
En dan het laatste punt. Mijn linkeroog. Het glasvocht is daar nog oké maar ook hier zou het kunnen gebeuren dat er een scheurtje in het netvlies gaat ontstaan met de jaren. Dat is gewoon een kwestie van in de gaten houden. Als ik sterren ga zien moet ik me melden in het ziekenhuis. Nou, dat is een makkelijke vuistregel want op het veld van De Kuip zijn geen sterren te bekennen. ✨
Het doel was het hazen van Claudia op de halve marathon. En dat verliep erg goed. Tot zestien kilometer liepen we nog onder de 5:20/km maar daarna liep het tempo een klein beetje omhoog. Al met al onder de 1:54 weten te finishen in haar eerste halve marathon dus dat is gewoon een erg goed debuut.
Team Haas.
Number of de omgedraaide beast.
Mooie route langs de Rotte.
De bling
Na 18 kilometer stond ik stil in een weiland met uitzicht op de spoorbrug Oosterbeek. Zelfs zonder al teveel fantasie leek hij van een afstand wel op de John Frost-brug maar die lag toch echt nog 10 kilometer lopen verder.
Later zag ik op Strava dat mijn hartslag van gemiddeld 145 ineens een sprong maakte naar 170. Vanuit de beschutte bossen het warme weiland in vond mijn lichaam niet echt lekker. En ik kreeg nog honger ook. Na een gelletje en een stukje wandelen bleek dat de rest van de RRC ploeg een stukje verderop stond te wachten zodat ik weer aan kon haken. Dat loopt toch een stuk lekkerder dan helemaal alleen in je eentje.
RRC represent.
De eerste 18 kilometer brachten ons vanuit Papendal, onder het tunneltje bij Wolfheze (waar in 1944 de jeeps maar nét doorheen konden) via de bossen en heide richting Oosterbeek. Na 9 kilometer was er bij het Airborne museum in Park Hartenstein een waterpost tussen het opgestelde wapentuig. Operatie Market Garden was tactisch gezien niet de beste zet destijds en dat hebben de geallieerden geweten ook.
Park Hartenstein
Vlak na het park lette ik niet goed op en klapte mijn enkel dubbel (dubbel enkel), gelukkig heb ik behalve een dramatische looptechniek ook nog eens flexibele enkels dus ik kon gewoon verder. Al voelde ik het dit keer wel. Een paar kilometer later vroegen twee trailers voor ons zich hardop af of niet alleen vrouwen zoveel konden praten. Met het clubje RRC’ers babbelden we ons een weg door de bossen en heuveltjes. Je kan dan wel lopend herdenken, 28 kilometer onze mond houden zit er niet in.
De oude kerk in Oosterbeek heeft bij het terugtrekken over de Rijn een centrale rol
gespeeld. Tot op het allerlaatste moment hebben de Britten hier standgehouden om de evacuatie overtocht over de Rijn mogelijk te maken.
Monument bij de Oude Kerk.
Heuveltje af richting de spoorbrug bij Oosterbeek (in de verte). Een stukje verderop stond ik dus stil.
Eenmaal aangekomen bij het Airborne War Cemetery kon ik even op krachten komen, de kamelenzak bijvullen en vooral veel zoutjes eten. Ik ben sowieso geen trailer en ik vond al die heuveltjes best pittig. En als ‘asfaltloper’ bleef ik de hele tijd op mijn horloge kijken voor de tussentijd. Wat nergens op slaat natuurlijk. Maar echt ‘genieten’ zoals ik mensen af en toe hoorde zeggen kon ik niet.
Misschien niet de plek voor een selfie, maar alles met respect.
Slechts 25 geworden.
Nadat we op de begraafplaats nog een (klein) stukje verkeerd liepen werd koers gezet richting de finish aan de voet van de John Frost-brug. Het laatste stukje door een woonwijk waar we nog de nodige aanmoedigingen kregen. En toen kwam hij in zicht, de brug waar de Britten zich op stuk beten tijdens operatie Market Garden. Een medaille was onze beloning. Een stuk beter dan wat de Engelsen 75 jaar geleden te wachten stond.
Het wachten was op de gelijkmaker want aan de kant waar in de twaalfde minuut het knuffels regende, regende het nu eigen doelpunten. Typisch Feyenoord om aan een wedstrijd waarin vijf Feyenoorders een doelpunt maakten slechts 1 punt over te houden.
Een wedstrijd eerder, tegen Utrecht, stapte ik op de metro bij station Stadhuis. Op een steenworp afstand van de plek waar Feyenoord doorgaans haar prijzen viert was ik uiteraard niet de enige Feyenoorder op weg naar huis. De stemming was gelaten, of beter gezegd in mineur. Wederom een verloren seizoen, slechts na een handvol wedstrijden gespeeld te hebben. Het Legioen heeft voor minder op het veld gestaan.
In supermarkten en files heb ik altijd het geluk in de verkeerde rij te staan. De staatsloterij heb ik ook nog nooit gewonnen en toen ik nog op school zat was ik altijd diegene die betrapt werd terwijl de hele klas hetzelfde deed. Kortom, het is niet verwonderlijk dat ik me tot Feyenoord aangetrokken voel.
De club zelf heeft het namelijk ook. Winnen we een keer een Europese prijs (met veel potentiele internationals in de basis) kwalificeert Oranje zich sinds jaren niet voor een eindtoernooi. Bij lotingen voor de Europacup treffen we altijd clubs op het pieken van hun kunnen (en die daarna niets meer presteren) en onze beste spelers verkopen we voor bedragen waar onze concurrentie tribuneklanten voor verkoopt. Als ergens anders de zon schijnt dan regent het in De Kuip.
Mede daarom had ik ook niets verwacht van de voorrondes in de Europaleague. Trencin lag me nog iets te vers in het geheugen. Maar wonder boven wonder waren het twee erg leuke wedstrijden in De Kuip.
Toen ook Willem II en Ado aan de zegekar werden gebonden was het chagrijn tijdelijk verdwenen uit De Kuip. Na de knuffelregen kwam zonneschijn.
88 dagen na mijn oogoperatie stond ik weer eens aan de start van een hardloopwedstrijd. Ja, ik heb ook de halve marathon van Angkor Wat gelopen maar dat was meer overleven dan hardlopen. Bij de start in Pijnacker had ik al weer wat trainingen in de benen maar een erg goed gevoel had ik er nog niet bij.
De afspraak met Wilbert was om rond de 5min/km te gaan lopen en dan te kijken waar het schip zou stranden (lees: het moment waar ik geen puf meer zou hebben maar dat zei ik niet hardop). Mark en Monique waren ook wel in voor dit plan en zodoende bleven we bij elkaar toen het startschot geklonken had.
Vorig jaar was ik haas voor Angela en waren de eerste kilometers me niet echt bijgebleven. De eerste kilometers gingen vlotjes. Pijnacker uit, stukje polderweg en toen richting de Zilvergracht waar Claudia met de camera in de aanslag stond te wachten. Bij het eerste waterpunt even wandelend drinken zodat je niks morst en hup, weer verder.
Wat me (ons) wel opviel was door hoeveel mensen we in het begin ingehaald leken te worden. Vaak zijn er redelijk wat mensen die hun eigen snelheid niet goed kunnen schatten in het begin maar die haal je later wel weer in. Voor mijn gevoel hebben wij zelf niet veel mensen meer ingehaald de rest van de race.
In Berkel ging de route weer door het centrum heen maar dat hadden ze net zo goed niet hoeven doen. Er stond bijna geen mens te kijken. Langs het skatepark en daar volgde een onaangename verrassing. Door de samenloop voor hoop werden we de dijk achter de Windas opgestuurd. Best een vervelend klein klimmetje.
In het park stond de Witte Keniaan ons aan te moedigen en ving in een glimp van mijn huis op. Het hoekje om op het fietspad richting Bastiaan zijn school (die gekke lus van vorig jaar was gelukkig uit het parcours gehaald) en toen op de planetenweg het bord zien waarop de 10KM tijd stond. Ongeveer 48 minuten dus we lagen prima op koers.
Vlak voor de drankpost een gelletje genomen en weggespoeld met het water dat aangeboden werd. Vanaf hier zouden we de Groenzoom ingaan. Het mooiste, maar voor een lokale loper wel erg bekende, deel moest nog komen. De Groenzoom met schelpenpaadjes en bruggetjes. De kilometers vlogen iets minder hard voorbij dan in het eerste deel en op dit moment ging ik ouderwets aftellen en rekenen. Nog 6 kilometer te gaan met 1:12 op mijn horloge. Als we zo door zouden blijven lopen dan werd de missie ‘onder de 5 minuten de km’ ruimschoots gehaald.
Mark deed in de Groenzoom het meeste kopwerk, die liep zo steady als een klok. Ik merkte zelf dat ik beter aan mijn ‘normale’ halve marathon gewoontes vast had kunnen houden van een gelletje op zeven en op veertien kilometer. Nu kreeg ik de laatste kilometers wel wat honger. Maar al met al lag de gemiddelde snelheid nog steeds onder de 12km/h dus een mooie tijd onder de 1:45 zat er wel in vandaag.
In Pijnacker de laatste straatjes door, de bocht om en de streep over waar al behoorlijk veel Kieviten stonden. Er werd erg hard gelopen door de mannen en vrouwen. Als ik meer had kunnen trainen (lees, dat gedoe aan mijn oog niet had gehad) had een PR er vandaag wel ingezeten, de omstandigheden waren goed. Maar met een overall 153e plaats en een 37e in mijn leeftijdscategorie was ik meer dan tevreden.
Omdat Bastiaan nog niet naar school hoefde een keer met de auto gegaan zodat hij meekon. Prima culinaire roadtrip met Engelse ontbijtjes, bier en fungames. En uiteraard ook scooters, alleen niet de onze.
Vanuit Duinkerken naar Engeland. Dat is vaker gebeurd in de geschiedenis.
Scooters op Mersea.
Bescheiden ontbijtje.
Na de Brexit hebben ze niks meer. Brown Sauce, hun laatste trots, komt ook gewoon uit Nederland.
Fungames. Een boel schijtlolligheid waar wij altijd aan meewerken.
Bier and banana-race. Niet goed.
Bastiaan helpt met het verstoppen van het bier.
Op pad.
Fosters parent.
En weer terug.
Reservoir Dogs.
De krijtrotsen van Dover.