Camping in Cambodja

Dat verwacht je niet hè. Kamperen in Cambodja. Gisteren reden we van Battambang naar Kampong Chhnang. Kampong betekent stad aan het water en Chhnang betekent aardewerk. Dus in Kampong Chhnang verkopen ze veel aardewerk.

Vandaag was een schitterende tocht langs groene rijstvelden en een soort mini grand-canyon. Daarna kwamen we uit in Kirirom, een National park, waar we met zijn vijven in een megatent slapen. 

 

In Cambodja

Op zaterdag namen we de taxi die ons van Pattaya naar Aranyaprathet bracht waar we lopend de grens met Cambodja over gingen. Het was er gelukkig erg rustig dus dat was zo gepiept. 

In Thailand mocht er vanwege een boeddhistische feestdag geen alcohol geschonken worden. In Cambodja niet vanwege de verkiezingen van vandaag. Dus op het terras van Madison stond er een rijtje frisdrank voor onze bierglazen zodat eventuele voorbij rijdende agenten zouden denken dat we aan de frisdrank zaten. Voor alles een oplossing.

Feestdag

Het is vandaag het begin van de boeddhistische lente. Vorig jaar kwamen we op die dag aan in Bangkok en toen was alle verkoop van alcohol aan banden gelegd. Volgens Wikipedia zou het pas morgen beginnen dus nu zitten we hier, zonder bier 😉

Na wat gesoebat hebben we eindelijk een taxi tot aan de grens weten te regelen. Minivans vertrokken alleen op vrijdag en maandag maar wij wilden pas morgen gaan. Om acht uur staat de taxi voor de deur. Jomtien is wel redelijk verandert, het zit hier vol met Russen. Niet echt sympathieke lui maar je kunt ze prima ontlopen. Je ziet wel dat de Thai op hen ingericht zijn want overal is het cyrillische schrift te lezen. 

Zometeen nog een curry en dan morgen een lange reisdag. Op naar Cambodja! 

Rennen, voor de zee

Strand, we zijn aan het strand. Vanochtend namen we een taxi naar jomtien, een uur of twee rijden vanaf Bangkok. Onze taxichauffeur van het vliegveld naar Bangkok informeerde op zaterdag al wat onze plannen waren. Hij gaf een goede prijs (1500 baht) en de afspraak was gemaakt. 

Rond een uur of een kwamen we aan bij ons hotel aan het strand. Geen paradijs met wit zand of bounty-eiland want we willen wel ‘een beetje’ in de richting blijven van Aranyaprathet waar we zaterdag de grens naar Cambodja gaan oversteken. Dus te zuidelijk of te westelijk had niet onze voorkeur. 

Na wat zwembad, een rondje rennen eb Thais eten kon Bastiaan nog even in de zee spelen totdat de stroom uitviel. Gelukkig hebben de rijdende eetstalletjes hun eigen voorzieningen.

 

Fishy flipflop

Het mooie aan Bangkok is dat iedereen een romantisch beeld van tempels, wierook en paleizen heeft. Maar het grootste en levendigste gedeelte van Bangkok ligt buiten Rattanakosin. Daar heb je Siam center en de grote malls op Sukhumvitroad. Metro’s en hoogbouw waar de Thai hun glimlach steeds vaker inruilen voor hun smartphone. De wereld staat hier niet stil, sterker nog het lijkt vaak nog wat sneller te gaan dan bij ons in het Westen. 

Maar aan de streetfood-stalletjes zie je dat eigenlijk alles ook weer bij het oude blijft want de Thai eten. Sterker nog, ze lijken te werken tussen het eten door. Overal, maar dan werkelijk overal kun je in Bangkok eten. Ons plan was om vanavond, na een dag zwembad en lezen, naar de nightmarket te gaan bij lumphini. Maar op TripAdvisor las ik dat die er niet meer was. Google leerde ons dat de Rot Fai Market Ratchada ‘the place to be’ was. 

En daar was geen woord van gelogen. Oude VW busjes die als tafels dienen. Bier dat per drie flessen verkocht werd in zeecontainer bars en heel veel eten. En ook nog eens coole kleding. Een bezoekje waard deze markt.

Bastiaan kocht een paar slippers waarvan zelfs de Thai die vastzaten aan hun telefoon om moesten lachen. Best gek. Of hij ze morgen op het strand ook aandurft….

Fortnite, ehm. Fortune Tower

“Life is what happens to you, while you’re busy making other plans.”

Nou zo druk waren onze plannen niet. Dat is een voordeel als je al een aantal keer in Bangkok bent geweest. In de periode tussen de eerste keer in 2003 en nu hebben we alle paleizen, tempels en avondmarkten wel gezien. 

Waarom ik dit opschrijf? We hadden een voorzichtig plan om, als we vroeg wakker zouden zijn, een rondje door Lumphini-park te gaan hardlopen. Maar dat was buiten Bastiaan gerekend. Die was duidelijk wat gemiste slaap aan het inhalen. Van 22:00 uur tot 11:00. Zonde van de dag? Welnee, het is vakantie en ik knijp mijn handen al acht jaar dicht met het feit dat hij uitslaapt. De verhalen van andere ouders dat hun kind(eren) iedere dag om zes uur naast hun bed staat, daar krijg ik kippenvel van. Ik ben wel gehecht aan mijn nachtrust.

Enfin, het wordt een hele andere dag als gepland dus. O ja, over die bril. Ik heb twee keer een bril gekocht in Thailand en volgens mij heb ik door de jaren heen de prijs wat geromantiseerd want ik kwam nu op een bedrag uit dat ik in Nederland niet eens betaal. En ik ben nou niet echt een vrek als het om mijn ogen gaat. 

Na het zwemmen namen we de metro naar Fortune Tower, een winkelcentrum vol elektronica. Van selfiesticks tot hifi apparatuur en alles daar tussenin. Na het shoppen liepen we langs een massagesalon en dan weet je het wel. Een voetmassage van een uur (ja, Bastiaan ook) op een manier waarop je zelfs een monnik een massamoord zou laten bekennen die hij niet gepleegd heeft. De behandeling tegen shinsplints voelt als aaien hiermee vergeleken. Het toetje was een nek en schoudermassage waarbij het leek alsof ze mijn hoofd van mijn romp wilde scheiden. Bij Bastiaan deden ze uiteraard een stuk rustiger. Die giechelde vooral.

Na de mail en massage was het tijd voor eten. En Sukhumvit betekent voor ons restaurant Suda aan Soi 14. Een geweldig restaurant waar we bij toeval kwamen in 2005 en dat in de lonely planet bleek te staan. Alleen hadden wij die niet. Veel locals, hele crews van luchtvaartmaatschappijen en ook wat toeristen. Plastic stoelen en een bediening die je eten op tafel smijt. Maar dat eten……hemels.

En op de terugweg bleek er ook nog eens een bananen-rotee vrouwtje om de hoek van ons hotel te staan. 

Massage en Chinatown

Dat viel te verwachten. Na veel geslaap tijdens de vluchten werd Bastiaan om drie uur lokale tijd wakker. Gelukkig draaide hij zich nog een keer om zodat we allemaal een fatsoenlijke nacht geslapen hebben en in het Thaise ritme zitten.

Een voetmassage, dat was het eerste wat Bastiaan wilde doen en nu zitten er hier op Sukhumvit road en omgeving tientallen massagesalons, zijn voorkeur ging toch echt uit naar die naast Wat Po, de tempel van de liggende Boeddha. Vorig jaar waren we daar namelijk ook geweest. Never change a winning team. In 2012 noemde Bastiaan ieder beeld dat hij zag Boeddha trouwens. Toen riep hij bij de voet van het immense beeld vrij hard door de voor de rest in serene rust ondergedompelde tempel keihard ‘hé Boeddha, wakker worden.’ Als tweejarige met blond haar kom je daarmee weg.

Na Wat Po gingen we met de ferry naar Chinatown. Kijken wat er dit jaar in de mode is. Vorig jaar waren dat fidgetspinners nu konden we niet echt een topfavoriet aanwijzen. Squishies, nep-Lego en dinosauriërs deden Bastiaan nog geen greep doen in zijn vakantiebudget. Eten was er wel genoeg.

Na al dat geslenter was het tijd voor lunch en nu voor het zwembad. Zwaar leven dit. Om de hoek hier zit een van de vele opticiens in Bangkok, het zijn er niet zoveel als 7-elevens want daar zijn er 2700 van, en wellicht dat ik zo nog even voor een bril ga shoppen.

Op naar Bangkok

We zijn onderweg naar Bangkok. Het oorspronkelijke idee was om dit jaar een roadtrip naar oost-Europa te maken. De jongste bewoner uit villa Peenvogel begon echter steeds vaker tegen te sputteren tijdens, niet eens zulke lange, autoritten.

Tijdens een van die ritten begon Bastiaan ineens over de fried rice die hij vorig jaar in Thailand had gegeten. Toen we vroegen wat hij daarmee bedoelde klonk er een diplomatiek en nonchalant ‘O, niets hoor.’

Om een lang verhaal kort te maken, diezelfde avond kochten we 3 tickets naar Bangkok. De eerste Airbus 380 bracht ons naar Dubai en ik moet zeggen, de service viel mij niet echt mee. Ons eerste drankje kregen we pas na bijna een uur vliegen, en we hadden best dorst. Maar het entertainment-systeem maakte alles goed. Ik keek de laatste ‘tombraider’ en naar ‘I, Tonya’ over de Amerikaanse kunstschaatsster. Best een aardige film.

De luchthaven van Dubai is een wonderlijk geheel. Spic en span met verwarmde toiletbrillen en rare roze verlichting waardoor je denkt dat je iPhone het begeven heeft. Op de luchthaven werken voornamelijk Aziaten en Afrikanen, ik heb geen werkende Arabier gezien in ieder geval. Die delen de lakens uit (badum-tss).

In de tweede Airbus ging het alweer een stuk beter qua eerste drankje. Bastiaan ligt, ondanks dat hij zelf zei dat hij absoluut niet zou gaan slapen, al twee vluchten lang op Sandra’s schoot te slapen. Dat wordt wat als we straks in het hotel aankomen want dan is het avond in Bangkok. Een vrouw aan de andere kant van het gangpad heeft bij gebrek aan slaapmasker een kussensloop over haar ogen getrokken en daardoor ziet ze eruit als een lid van een geheime sekte. Rare jongens die Thai.

Het was een lange reis maar twee vluchten van zes uur is toch iets beter te behappen dan een lange ruk. Voor nu, welterusten. One night in Bangkok…..o nee, toch een paar meer.