Mr. Proper

Het scheelde niet veel of Leeds United was in 1975 de beste club van Europa. Door een scheidsrechterlijke dwaling wonnen niet The Peacocks, maar Bayern München de Europacup 1. Tijdens de finale in Parijs prijkte de ‘smiley’, op de borst van de spelers van Leeds. Een simpel logo waarin een L en een U in blauw en geel tot een ronde vorm waren verwerkt.

Volgens het persbericht hadden ze maar liefst tienduizend supporters geconsulteerd. De blitse jongens op de afdeling marketing hadden vervolgens zes maanden nodig gehad om het nieuwe logo te ontwerpen. Maar toen Leeds United vorige week woensdag het nieuwe logo presenteerde brak er online een storm los.  Op het nieuwe logo staat een persoon die de ‘Leeds salute’ doet. Een begroetingsvorm die de fans op wedstrijddagen, rondom het iconische Elland Road, gebruiken om elkaar te begroeten. Persoonlijk ken ik wat Leeds-fans, en geen van allen waren ze gevraagd het nieuwe logo van tevoren te beoordelen, de mildste reactie die ik kreeg te horen was ‘vreselijk’. Een nieuw logo introduceren is een soort van godslastering, zeker in het van tradities doordrenkte Engeland. Of toch niet soms?

Op de, door een Nederlandse groundhopper, gemaakte website The Beautiful History is per club te zien hoe clubkleuren en logo’s zich hebben ontwikkeld door de jaren heen. En juist bij Leeds United zie je dat het logo de laatste veertig jaar een paar keer ingrijpend is veranderd. Van eerdergenoemde ‘smiley’ naar een logo met een pauw. Pas in de jaren ’80 kwam de witte roos van Yorkshire voor in hun embleem. Ontworpen door een fan tijdens een door de club uitgeschreven ontwerpwedstrijd. Het huidige logo is een samensmelting van een tweetal logo’s uit het verleden. Maar ook dit logo moet dus veranderen volgens een paar maatpakken in een glimmend kantoor.

De club zegt met dit logo, dat nogal wat weg heeft van Mr. Proper, klaar te zijn voor de komende 100 jaar. Leeds United, toch al niet geliefd in de rest van Engeland, werd het mikpunt van spot op social media. Een van de allermooiste reacties was nog wel van Aston Villa die de voorverkoop van hun thuiswedstrijd tegen Leeds United aankondigde als Villa tegen de Yorkshire Whites, de naam die Leeds heeft in het computerspel Pro Evolution Soccer. En het nieuwe logo heeft inderdaad wel wat weg de cover van PES 2.

Het duurde niet lang voordat er een  petitie gestart werd om het logo tegen te houden. Van simpele supporters tot aan mensen uit het Britse Lagerhuis. Als Twitter veertig jaar geleden had bestaan dan was er ongetwijfeld ook een storm van protest geweest tegen de nieuwe logo’s die toen geïntroduceerd werden. Misschien dat het succes destijds veel goed maakte. Nu staan ze, als middenmoter in The Championship, weer even in het midden van de belangstelling van heel Europa. Of het op de manier is die ze graag zouden willen zien is nog maar de vraag. Het is eigenlijk jammer dat Davy Pröpper al bij Brighton in Engeland speelt. Met het nieuwe logo van Leeds had hij op Elland Road binnen no-time een cultheld geworden.

Foto’s van mijn bezoek aan Elland Road hier.

Gazza

Met eigen ogen heb ik hem nooit zien voetballen. Toen hij met Tottenham op bezoek was in De Kuip had Gazza een blessure en stond hij wel op het veld als een soort mascotte. Helpen deed het niet want de Spurs, met onder andere Gary Lineker en Gary Mabbutt, verloor van Feyenoord door een doelpunt van cultheld Kiprich.

Jaren later zag ik hem in Newcastle op het veld staan. Als ex-speler van Newcastle United en Rangers werd hij geëerd tijdens een toernooi waar beide clubs elkaar troffen. Op dat moment had Cascoigne al een leven vol drank, vechtpartijen en schandalen achter de rug. Heel Engeland huilde met Gazza mee na zijn gele kaart tijdens het duel met West-Duitsland tijdens het WK van Italië. Het lievelingetje van het Engelse publiek zou geschorst zijn bij een eventuele finale.

In de documentaire die over hem verscheen bleek Gazza erg verslavingsgevoelig te zijn. Of het nu ging om junkfood, gokken of cocaïne bij alles lag overmatig gebruik op de loer. Waar hij eerst de backpages van de tabloids vulde met zijn voetbalkwaliteiten stond hij steeds vaker op de frontpage. Met dit gedrag was het wachten op het onvermijdelijke bericht van zijn overlijden. Iemand die zo zelfdestructief is valt nauwelijks te stoppen.

In 2018 was ik hem eigenlijk een beetje uit het oog verloren. Totdat ik recent een retweet van zijn officiële twitteraccount @Paul_Gascoigne8 tegenkwam. Hij ziet er goed uit die Gazza, zijn gezicht is wat scherp en hard zoals je wel vaker bij ex-junkies ziet maar zijn humor is hij niet verloren. Hij gedraagt zich als die ene oude oom op verjaardagsfeestjes waarbij je met plaatsvervangende schaamte luistert naar zijn zoveelste dubbelzinnige mop. Maar stiekem moet je er wel om lachen. Precies zoals hij zich af en toe gedroeg op het veld.

In een tijdperk vol ideale schoonzonen op het veld en primadonna’s met tatoeages tot aan hun kruin is het mooi om te zien dat een ongeleid projectiel als Cascoigne weer terug is. Na zijn onnavolgbare acties op en buiten het veld doet hij nu hetzelfde op social media waarin hij zijn ex-teamgenoten met humor de maat neemt. De tranen van nu zijn van het lachen.

Feyenoord vs Ado, return of the legend.

5 vijf minuten later vertrekken en je staat gelijk 2 straten verderop.

Rotterdam vanaf de tweede ring gezien. 

De terugkeer van een legende. En nee, onze legende is geen dikke darter.

Kijk, ze komen op het veld.

Geen minuut stilte maar een minuut applaus. Deed nogal Engels aan. Alleen dat YNWA, moet dat nou echt?

Rommelig, chaotisch en matig.

Na de rust een donkerharige speler langs de zijlijn. Zou het dan? O, nee. Het was Kevin Diks, die overigens prima inviel.

1-0 door Vilhelna.

Berghuissie!

En na een goal van de man die alleen thuis scoort (iets wat normaliter echtscheidingen voorkomt) staat het alweer 3-1. Lexie scoorde tegen en deed heel hautain.

Logische uitslag.

De laatste paar minuten van zijn warming-up bleef Van Persie dicht in de buurt van het vak voor de dug-out. Het leek wel alsof hij bang was om vergeten te worden door Gio.

Daar gaat ie, de spits van het kampioenschap. Bedankt voor alle goals! Van Persie maakt zijn rentree in De Kuip.

Oppassen voor die Beugelsdijk…

Na afloop kwamen we nog langs Immers zijn oude huis op Zuid.

 

Alpaca

Mijn eerste bewust meegemaakte WK was die in 1986. Het WK van de hand van God, de uitstekende Belgen en de shirts van Denemarken. In mijn panini-album plakte ik braaf de stickers van de helden van toen. Eredivisiespelers in het algemeen en Feyenoorders in het bijzonder schitterden door afwezigheid en daardoor voelde het toernooi letterlijk en figuurlijk ver weg.

De Europese en Wereldtoernooien erna, als Nederland wel aanwezig was, werd er door mij net iets harder gejuicht bij acties van spelers in rood-witte dienst, of bij spelers die dat geweest waren. Zo juichte ik midden in de nacht bij de goal van Taument tegen Saudi Arabië. Bij de poeier van Rob Witschge tegen Duitsland en alle goals die Kuyt en Van Persie maakten op een eindtoernooi.

Aan de andere kant hield ik mijn hart vast als er een Feyenoorder een penalty moesten nemen. En al helemaal in een beslissende reeks. Verliezen oké het ging immers niet om Feyenoord. Maar als Oranje dan verloor dan wel graag door een speler van onze aartsrivaal. Dan kun je nét iets lekkerder schelden.

En ondanks dat ik weinig met Oranje op heb vond ik het in 2002 vooral jammer voor de Feyenoorders die, na de UEFA Cup winst in de vorm van hun leven verkeerden, het WK in Japan en Korea moesten missen. Tijdens het EK in 2000 vond ik het vooral treurig voor Bosvelt en na de WK finale van 2010 pinkte ik een traantje weg voor Gio. Ik had het hem zo gegund al was hij dan minder emotioneel op 14 mei 2017 geweest. Een WK-titel voelt waarschijnlijk net iets beter dan een landstitel voor de gemiddelde voetballer.

Ook buitenlandse Feyenoorders kunnen tijdens toernooien op mijn steun rekenen maar dan moeten ze geen al te gekke dingen gaan doen. Of juist wel en de club een klein vermogen opleveren. Met Jorgensen, Amrabat, El Ahmadi en nu ook Tapia was het nog lastig kiezen wie ik ga steunen op het komende WK. 

Maar ik ben eruit. Ik denk dat ik maar een tijdelijke Peruviaan word, dat klinkt als een titel van Suske en Wiske. De Peruviaanse Peenvogel. Heb ik alleen nog een panfluit en een bolhoed nodig, dat staat een stuk beter dan een oranje klomp op je hoofd.

Nu nog op zoek naar een alpaca als huisdier.

Ziek

Nee, niet ik. Bastiaan was zondagavond wat ziekjes en dus bleef hij gisteren een dagje thuis. Dat kwam ‘goed’ uit want ik was zoals altijd ook vrij op maandag. Het werd een gezellige dag met veel Lego, lezen en zelfs wat tijd om scheikundeproefjes te doen. 

Laaaaaaangeeee duuuuuurloooooop

Het waren weer een paar lange rondes zo langs de Rotte. In een langzaam tempo, goed voor de vetverbranding, vijf rondes van vijf kilometer. En zo hadden we er weer 26 liggen. Op mijn nieuwe (neutrale) schoenen. 

Normaal zou ik niet zo’n end op nieuwe schoenen gaan lopen maar het is de opvolger van schoenen waar ik vorig jaar de marathon én de Roparun op heb gelopen. En het advies in de winkel was om het ook gewoon te doen. Nou ja, wie ben ik dan om iemand die veel marathons heeft gelopen tegen te spreken? 

Dit was de beoogde snelheid. 

Mijn nieuwe, nogal besmettelijke, schoenen. #henkvos

Langs de oevers van de Rotte. #ikvindhetmetdeautoalver

 

 

Rijnmond Run

De 46e run van de Rotterdam Running Crew stond in het teken van Rijnmond fit. Want zoals hele volksstammen voor hen, gingen de presenatoren van RTV Rijnmond in januari de strijd tegen de kilo’s aan.

Zoals wij bij de RRC weten moet het vooral géén strijd zijn, onze runs kenmerken zich door gezellig samen bezig te zijn én ook nog eens stukken van Rotterdam te ontdekken waar je normaliter niet zo vaak komt. Wij zijn het hele jaar door gezond bezig.
In het monumentale gebouw van de Schiecentrale verzamelden op een nogal winderige woensdagavond weer honderden hardlopers. Bijkomstig voordeel van deze locatie was dat iedereen tot aan de start lekker warm binnen kon staan. De storm zouden we later wel gaan trotseren.

In een hoek waren de verslaggevers van RTV Rijnmond bezig met hun eerste interviews. Presentator Dave van der Wal was bezig om in zijn kenmerkende stijl de deelnemers aan de tand te voelen. Het leverde af en toe hilarische situaties op. Aan het einde, toen we eenmaal terug in de Schiecentrale waren werd de laatste loper door Dave van der Wal geïnterviewd, dit tot groot vermaak van haar vriendinnen. Maar zover was het nog niet.

Na een welkomstwoord ging als eerste de 9 kilometer-groep op pad. Langs de Sint-Jobs- en Mullerkade met een fraai uitzicht op de in Rotterdam Running Crew-groen verlichte Euromast. Sinds een paar runs werken we met zichtbare tempogroepen waardoor de lopers zelf hun afstand (3,6 of 9) maar ook nog eens het tempo kunnen uitkiezen wat het beste bij hen past. Het leverde deze keer weer mooie compacte groepjes hardlopers op.

Hardlopers die waarschijnlijk zelden hun kilometers maken in dit stuk van Rotterdam. Van de Schiehaven werd koers gezet richting de Keilehaven. Een gebied dat in een recent verleden een vrij dubieuze reputatie had. Nu was het er op een drukbezochte bouwmarkt uitgestorven.

Om me heen hoorde ik wat mensen praten over de Rotterdamse marathon. Twee lopers achter mij willen hun debuut maken op de klassieke afstand, iets verderop waren twee mensen trots op het feit dat ze voor het eerst ruim negen kilometer konden hardlopen. Zo zijn de runs van Rotterdam Running Crew geschikt voor iedereen. Het is geen wedstrijd maar een gezellig samenzijn.

In de buurt van het gebouw van RTV Rijnmond kregen we de wind, op zijn Rotterdams gezegd, vol in onze muil. Zo werd het wel een strijd, niet tegen de kilo’s maar tegen die harde pleuriswind. Maar dát zijn we in Rotterdam wel gewend.

Zondagmiddag

Het mooiste was nog wel dat Bastiaan tijdens een spannend stukje in de film ‘Ferdinand’ opmerkte dat kinderfilms altijd een goed einde hebben. En dat pestkoppen altijd ongelijk hebben. Het was een leerzame dag 🙂

 

Geen tijd, geen tijd….

Nee hoor, zo erg is het ook weer niet. Maar dit weekend weinig tijd gehad om achter de computer te kruipen en een heel verhaal te dichten. Sandra was het weekend in Edinburg en de tijd dat Bastiaan onder de pannen was (school, scouting én een verjaardag) gebruikte ik voor een kort rondje en een lange duurloop (iets te lang en iets te snel volgens schema, but who’s counting?). 

Zesentwintig kilometer op 5:28 hakte er overigens wel in zo op de zaterdagmiddag. De rest van de dag was ik aardig afgepeigerd.

Our house, in the middle of our street

Our house, in the middle of our street
Our house, in the middle of our…

Toen we in Rotterdam woonden zat onze tandarts nog in Berkel en toen we weer terug naar Berkel verhuisden stopte deze tandarts ermee en kwamen we terecht bij een tandarts vlak bij ons oude flatje in Rotterdam.

Toen ik van de week voor controle was geweest reed ik bijna automatisch onze oude straat in. Ik denk dat ik er meer dan tien jaar zeker niet geweest was. De flat zag er, op de buitenkant na, nog hetzelfde uit. Vlak voordat wij erin trokken in 1997 was hij net gerenoveerd en voorzien van een modernere entree met lift en al. Maar de straten eromheen waren wel wat anders.

De Edah had plaatsgemaakt voor een Lidl, de sigarenboer was nu een Turkse bakker en er was een toko bij gekomen. Allemaal tekenen van een veranderende demografische samenstelling van de wijk. 

De oudere flats in de straat hadden plaatsgemaakt voor nieuwbouw en er was zelfs een speeltuintje voor de kleintjes bij gekomen op de plek waar eerst garageboxen stonden. Maar toen ik wegreed kon ik niet anders dan mezelf gelukkig prijzen met ons huisje in Berkel. Voor een Turkse bakker en een toko moet ik iets verder fietsen maar om een kind op te laten groeien heb ik bij ons huidige stulpje toch een beter gevoel.