Update hardloop-plannen

Na de halve marathon van Dublin heb ik niet stilgezeten qua hardlopen. Er komen weer wat wedstrijden aan zoals de Vredesloop (vorig jaar best hard gerend) en de halve marathon van Breda begin oktober.

Naast de reguliere trainingen bij De Kieviten maak ik ook de nodige kilometers in en rond Berkel. Het aantal kilometers in de maand augustus lag alweer ruim boven de 100 en dat aantal wil ik langzaam maar zeker weer opvoeren tot aan december, de maand dat de marathon-training van start gaat. Want ja, die gaan we ook weer lopen te rennen.

Gisteren bij de 1500 meter tijdens de training was ik ruim 10 seconden langzamer dan vorig jaar. Het lag denk ik aan het weer of aan mijn te snelle start. Of aan al dat bier van de laatste twee maanden. Dat kan natuurlijk ook.

 

Stuur de volgende keer het eerste! Feyenoord vs Willem II

De Kuip wacht af.

Huddle.

Het eerste gevaar kwam van de Tilburgers. Maar daarna was het snel gedaan.

Toornstra scoort weer eens in De Kuip.

2-0.

Dat gaat hard zo.

Keeper snakt naar de rust en naar een goede keeperstrainer die hem leert uitschieten.

Onthoud die namen!

Tweede helft die ook schriftelijk afgedaan had kunnen worden.

Luchtmacht.

Je debuut maken op je 16e. Toen luisterde ik naar teringherrie in plaats van mij te storten op mijn voetbalcarriere.

Duidelijke cijfers. Maar waar kijkt het uitvak nou naar?

Tevreden keren zij (en wij) huiswaarts.

Zeevis-run

Het eerste stukje van de Zeevisrun had zo uit een slapstick kunnen komen. Een man in een witte jas rent achter een paar hardlopers de koelcel in om eventuele obstakels uit de weg te ruimen. Op de bewakingscamera’s zal het er echter uitgezien hebben alsof de man een paar visdieven achterna zat.

Hardgelopen werd er, maar niet op een lege maag. De winkel van Schmidt Zeevis was speciaal voor de Running Crew geopend en in de vitrines lagen de heerlijkste visgerechten te wachten. Dat was nog eens wat anders dan een energiereep. Klokslag acht uur volgde de gebruikelijke introductie en vanaf het dak van het gebouw de warming-up. Dat was wel nodig want die paar tellen in de koelcel zorgden voor het nodige kippenvel.

Door de schitterende winkel renden ruim 1500 hardlopers dus dwars door de koelcel naar buiten. Een lange slinger lopers verliet door de expeditie-ruimte het gebouw, in de vorm van een schip, om langs de Schie richting Overschie te rennen.

Eenmaal buiten kwamen we langs bekend terrein, de kerk in Overschie diende tijdens de vierde run van de RRC in 2014 al eens als startpunt. Toen klonk er, in erg slecht weer, het Ýou’ll never walk alone op het kerkorgel. Nu liepen we er in relatieve stilte (er wordt altijd volop gekletst tijdens het lopen) langs.

Onder de A13 door en een stukje parallel aan de snelweg kwamen we bij het katershofpad. Door een hek en daarna door een stukje groen waar je prima hard kon lopen. Ik was niet de enige die hier nog geen voetstappen had liggen merkte ik aan de lopers om mij heen. Boven ons hoofd scheerde een klein vliegtuigje dat net opgestegen was het van nabijgelegen Zestienhoven. In het parkje waande je je echter ver weg van de drukte van de stad en de snelweg op een steenworp afstand.

Bij verschillende huizen stonden mensen in hun tuin te klappen. Het was mooi weer en de aanmoedigingen werden met een grote glimlach in ontvangst genomen. De toeschouwers waren in de veronderstelling dat dit een hardloopwedstrijd was. De deelnemers wisten wel beter; bij de Rotterdam Running Crew staat genieten bovenaan.

De duisternis begon al in te vallen toen de 9 kilometergroep vanuit Overschie de Spaanse Polder inliep. De verstandige hardlopers op deze woensdag hadden al een lampje bij zich. Uw verslaggever moest nog even wennen aan het idee dat het alweer zo vroeg donker wordt. De volgende run heeft hij zijn lampje uiteraard bij zich en hopelijk de andere lopers ook.

Bij het pand, of beter gezegd de boot, was het een gezellige drukte. Broodjes vis en bier bleken een uitermate goede beloning te zijn voor een rondje rennen op een zwoele zomeravond. Geen medaille maar makreel als beloning.

Wat nieuwe inkt.

Ik had nog zo gezegd dat ik geen eigenlijk geen tatoeage meer zou nemen. Maar inkt kruipt waar het niet gaan kan. Waarom een tatoeage van een marathon-medaille? En waarom niet die van je eerste marathon maar je tweede?

Net zoals Feyenoord mij veel (harts)vrienden heeft opgeleverd geldt dat ook voor hardlopen. Vroeger liep ik niet hard. Sterker nog, het was me ontraden door de schoolarts. ‘Alles waarbij de knieën niet teveel belast zouden worden’ Maar het lopen heeft me nieuwe vrienden opgeleverd. Drie deelnames aan de Roparun, het leaderschap bij de RRC en eindelijk die sixpack 😉

Waarom een marathon-medaille? Omdat ik het trainen naar de marathon geweldig vond. Die kilometers maken met De Kieviten. Urenlang ouwehoeren langs de Rotte. En de wedstrijd zelf? Mwoah, ik was blij dat ik binnen was. Zonder gekheid, ik heb er van genoten. Van iedere meter door Rotterdam. Het afzien in het bos, afvragen waar je mee bezig was en op de Coolsingel zeggen dat je dit nooit maar dan ook nooit meer zal doen.

Mijn tweede marathon kon ik al iets meer genieten. Waar ik dacht dat het bij een bevlieging zou zijn om 42 kilometer te lopen was ik er in 2017 al wat stelliger over. Is dit leuk om te doen? Ja, het trainen zeker en de wedstrijd is gewoon een beproeving, hoe dan ook.

De medaille van dit jaar vind ik mooier dan die van 2016 (en dit jaar was ook nog eens op mijn verjaardag) dus vandaar deze eeuwige herinnering voor als het bij twee marathons blijft, wat ik bijna zeker weet van niet. Dat het qua tattoos hier bij blijft dat geloof ik dan weer wel.

Woudestein, 104 dagen later.

104 dagen na 7 mei 2017, de dag dat het had moeten gebeuren maar Feyenoord een lamlendige pot voetbal op de (kunstgras)mat legde. Het voetbal was deze editie niet veel beter maar het resultaat wel.

Zo, moet Excelsior gedacht hebben. Vorig seizoen betaalden die lui van Zuid complete maandsalarissen (salarii? salarus?) voor die wedstrijd dus laten we de kaartjes nu maar met bijna een derde van de prijs verhogen.

Geen helicopter, geen containers, geen vuurwerk en geen spelersbus die stapvoets moest rijden. Alles was normaal dit keer.

Witte broeken….aaarghhh.

Uitvakkie, vreemd genoeg was het vak naast het uitvak verre van vol.

Sproeien. Kunstgras is een hot item deze dagen.

De Wolf en Hansiehansie. Die hebben het op het veld nog wel eens aan de stok gehad met elkaar.

Iets minder wedstrijdspanning dan in mei?

Het mooie aan Woudestein is dat je met je 20x zoom mooie close-ups kunt maken.

Zoals deze. Veel, heel veel overtredingen in een rommelige wedstrijd.

Feyenoord zet aan.

En scoort!!

9 seconden te laat met het maken van de foto #oen

VerdedigerT

Tweede helft was nog matiger en we kwamen een paar keer goed weg.

Weer eens trammelant. Maar uiteindelijk…

…wint Feyenoord wel. Drie punten meer dan vorig seizoen in dezelfde wedstrijden. Dat zijn de dingen die uiteindelijk overblijven na zo’n wedstrijd.

Nummer 14 op Hill 16

Op het moment dat Berghuis een paar honderd kilometer verderop de 2-1 scoorde liep ik achter Hill16. De spirituele plaats van Croke Park, dat immense stadion in het noorden van Dublin. Door de mensenmassa rondom het stadion werkte whatsapp niet en de goal kreeg ik via een ouderwets sms’je binnen. De straten en pubs op weg naar Croke Park stroomden vol met fans van beide teams, die zij aan zij stonden te drinken op straat. De ‘garda’ hield een oogje in het zeil maar hoefde niet in actie te komen.

Waar je normaliter bij grote wedstrijden de spanning voelt als er twee grote supportersgroepen tegelijkertijd op straat zijn, voelde ik nu alleen de spanning van het bezoeken van dit legendarische stadion. En het bezoek aan mijn allereerste hurlingwedstrijd. Dat viel nog niet mee voor een voetbalsupporter als ondergetekende. Het spel ging razendsnel en nog voordat ik mijn ogen kon laten wennen aan de kleine bal, en de passes hoog door de lucht over meer dan 100 meter, stond het al 1-1.

Heel even moest ik aan zwerkbal denken, maar de fictieve sport uit Harry Potter vergelijken met hurling zou blasfemie zijn. Zelfs het maniakale kick and rush in de lagere Engelse divisies was hiermee vergeleken een sport voor slakken.

Het rood en wit van Cork was de bovenliggende partij op de tribunes. Het blauw en wit van Waterford was dat op het veld. Ik zag tackles, charges en beuken zonder dat er geklaagd werd bij de scheidsrechter. Het is de laatste tijd modieus om te zeggen dat er bij vrouwenvoetbal niet gezeurd wordt. Bij deze 30 amateurs op het heilige gras van Croke was dat nog veel minder. Bomen van kerels maakten hier de dienst uit en klopten het gras van hun schouders af na weer een aanslag op hun lichaam.

Toen de dreigende nederlaag bijna een feit was dropen de rood-witten van Cork, nauwelijks teleurgesteld, het vak af. Vlak voor me liep een jongen in een door mij verfoeid shirt met op zijn rug nummer 14.

Voor een moment wilde ik heel kinderachtig aan hem vragen of hij wist wat zijn club de avond ervoor had gedaan? En of hij wist dat Feyenoord degelijk was gestart én drie punten los stond? Maar zulk gedrag zou in deze setting, waar families en hele hordes tienermeisjes op de tribune zaten, aanvoelen als heiligschennis. Het was zo gemoedelijk en feestelijk rondom Croke Park en dat moest ik maar zo laten. Al had deze Ier waarschijnlijk geen idee waar ik het over zou hebben. Het kopen van zo’n shirt getuigd niet van echt veel kennis van wat cult is in voetbal. Dan had ie net zo goed een Barcelona of PSG shirt aan kunnen doen. Of Bayern.

Bij het teruglopen naar het hotel dacht ik aan alle grote en kleine rivaliteit in onze eigen eredivisie. Steden of provincies tegen elkaar. Derbies van het noorden of Kralingen tegen Spangen, en uiteraard De Klassieker. Soms heel lelijk maar ook net zo vaak heel mooi. Het gejen bij de koffieautomaat en de eeuwige discussies in de kroeg. Hele families die verdeeld zijn door clubvoorkeur.

Nummer 14 zag ik iets verderop de kroeg induiken tussen feestende fans van de tegenpartij in. Breed lachend bestelde hij een pint Guinness. De Eredivisie leek weer even verder weg dan ooit.

Verslag van Corcaigh vs Port Láirge staat online.

Tsja, ik was in Dublin omdat we er toch gingen lopen staan te hardlopen (klik). Een snelle blik op internet leerde dat er gevoetbald werd. Een ronde in de Ierse beker waar niet echt geweldige wedstrijden in en rondom Dublin gespeeld zouden worden. Mijn andere oog viel op de fixtures op Croke Park. De halve finale van de GAA Hurling All-Ireland Senior Championship tussen Cork en Waterford.

Een wedstrijd waar traditiegetrouw veel, heel veel toeschouwers op af komen. Ik kocht als Hurling newbee een ticket voor de befaamde Hill 16 staantribune en begaf me rond twee uur op weg vanuit het centrum richting Croke Park. Ik was niet de enige met dat plan. Klik hier (klikkerdeklik) voor het verslag.

Runnin’ in Dublin

‘It’s a hill, get over it’ stond er vlak voor een van de heuvels in Phoenix Park net buiten het centrum van Dublin. Mijn horloge gaf aan dat het gemiddelde tempo nog steeds op 5:02/km lag en daar kon ik gezien de voorbereiding prima mee leven. Maar om het nu al over het hardlopen te hebben is een stap te ver. We beginnen bij het begin, en dat was een aantal maanden geleden.

‘Zullen we de rock ‘n’ roll halve marathon van Dublin gaan lopen?’ was het idee dat Menno opperde. Een goed plan omdat er ook een 10km wedstrijd georganiseerd werd (en een 5km maar die konden wij niet halen gezien onze vluchttijden) kon Sandra zich daar op focussen. Tickets werden geboekt, een Airbnb werd gereserveerd en op zaterdagochtend 12 augustus was het op naar de hoofdstad van Ierland, een stad waar we 11 jaar eerder ook al eens geweest waren.

Toen ook al met Menno en Annemieke maar zonder Patrick en Bastiaan (voornamelijk omdat laatstgenoemde toen nog niet geboren was). Nu gingen Elena en Martijn ook mee en maakten Herman, Saskia, Frank, Isabel en haar zoon Bastiaan de groep Dubliners compleet.

Dublin was wel wat veranderd in mijn ogen, veel drukker met toeristen al kan dat ook komen door de tijd van het bezoek. De vorige keer was eind mei, nu midden in de zomervakantie. Nu kom ik zelden in onze hoofdstad maar de keren dat ik er recent was vond ik vergelijkbaar met Dublin nu. Enorm dure bierpijzen in het toeristische gedeelte (6,20 voor een pint Guinness vind ik best duur ja) en massa’s vrijgezellenfeesten. Maar wat Dublin het allermooiste maakt zijn de vele pubs en de toch wel laidback-sfeer die er hangt.

Enfin, we stapten met de bus uit bij Trinity College en haalden ons startpakket op met een gaaf hardloopshirt als souvenir. Die ga ik vaak dragen de komende tijd. Op zaterdag vermaakten we ons met een rondleiding bij Jameson en wat bescheiden sightseeing. Onze Airbnb lag aan Ha’Penny Bridge en dat was een prima uitvalsbasis voor de rest van het weekend. Na een pasta maaltijd en een fles water was de inwendige mens klaar voor de 21 kilometer een dag later.

Op zondagochtend ging de wekker vroeg want de start was al om 08:30. Bastiaan ging bij Annemieke en Patrick in het hotel buurten en die zou met hen meereizen naar het parcours. Na een stevige wandeling van iets meer dan 2 kilometer kwamen we bij de start aan. Prima opgewarmd dus alleen moest de blaas wel nog even geleegd worden. Bij de dixi’s lange rijen maar gelukkig hadden ze ook plaskruizen voor de mannen.

In startwave 5 stond ik naast iemand in een Rotterdam Running Crew shirt en dat was best grappig. Even een praatje gemaakt met hem en gezegd dat hij rechts aan moest houden na de brug want daar zou Menno als een ware paparazzo liggen. Met muziek van AC/DC (back in black als je het echt wilt weten) gingen we van start. In het begin lag het tempo iets lager dan mijn beoogde tempo (ik wilde proberen zo constant mogelijk op 12 km/h te gaan lopen) maar dat maakte ik de kilometers erna weer goed. Vlak voor kilometer twee zag ik Menno en Isabel staan en hoorde ik behalve het gehijg van de lopers om mij heen ook het klikken van het fototoestel.

De weg naar Christchurch was aardig steil en hier zag ik al de eerste wandelaars. Korte passen naar boven en eenmaal om het hoekje gebruik maken van het dalen van de weg. Een stuk verderop stond een band met zangeres te spelen en die hoorde je al best ver. Behalve hardlopers waren er weinig mensen op de been en de muziek van deze band werd aardig ver de rivier de Liffey overgedragen. Er zullen wat mensen met een katertje van de Guinness wakker gerockt zijn door dit bandje.

Langs de Guinnes en het Ierse museum voor de moderne kunst door een parkje richting Kilmainham Gaol, de gevangenis en symbool voor de Ierse opstand begin vorige eeuw. Toen kwam er een wat saai stukje van het parcours. Om het Irish National War Memorial Park heen. Daar kwam de splitsing van de 10 km wedstrijd en de halve marathon. Links zag ik Phoenix Park al liggen maar de deelnemers die 21 kilometer zouden gaan lopen moesten nog even wachten voordat ze het park in mochten.

Vlak voor de ingang van het park zag ik Bastiaan al staan samen met Annemieke, Patrick, Martijn en Elena. Een high-five en de bocht om voor de laatste 9 kilometer in het park zelf. Heuveltje op en heuveltje af. Ik moest al plassen en bij 14 kilometer hield ik het echt niet meer. Even snel een boom opgezocht en daarna weer in het ritme komen. Mijn horloge gaf nu 5:02 aan in plaats van 5:01. De plaspauze was echter wel noodzakelijk.

Bij 20 kilometer werd ik links en rechts ingehaald door mensen die allemaal een eindsprint in de benen hadden. Die heb ik zelf nooit echt al liep ik met 4:45 bijna de snelste kilometer van deze race. Eenmaal over de einstreep kon ik mijn medaille, een hoog kitsch-gehalte maar daardoor niet minder mooi, ophalen en de rest opzoeken. Sandra had de 10K ook in een prima tijd gelopen gezien haar blessure en de daardoor verstoorde voorbereiding.

Over wat ik de rest van het weekend heb uitgespookt kom ik later op terug. De halve marathon zelf was onwijs leuk om te doen. Dublin is good voor Runnin’.