Paniekaankoop

Vandaag is het deadline-day en mocht je nog een verloren uurtje over hebben dan raad ik je aan op twitterT te kijken. De laatste uren van de laatste dag van de transferperiode komen de meest bizarre transfers tot stand.

In Engeland lijkt het wel of driekwart van de selectiespelers van Chelsea en Manchester City verhuurd worden (dat zijn in totaal ongeveer al 543 spelers) en er komende meest grappige foto’s door. Van parkeerterreinen voor stadions tot aankomsthallen van luchthavens. Meestal is er geen speler te zien.

Op 31 augustus 2006 zorgde de laatste dag van de transferperiode voor nogal wat reuring in Rotterdam (understatement-alert). Boze fans protesteerden voor het Maasgebouw, en internet (voornamelijk de fora van Lunatic News en de Feyenoord Message Base) ging los.

Feyenoord had Angelos Charisteas gekocht als opvolger van Dirk Kuijt, de publiekslieveling die in drie jaar tijd 71 goals had gemaakt voor Feyenoord. Charisteas zijn gemiddelde lag op 8 goals per seizoen en kwam ook nog eens van de aartsrivaal.

Zelfs nu nog lijkt die keuze onbegrijpelijk. Als er een definitie van paniekaankoop zou bestaan dan was het die van Angelos Charisteas. Een speler die in Griekenland een heldenstatus had gekregen door zijn land naar het Europese Kampioenschap in 2004 te leiden, maar bij geen enkele club slaagde.

Charisteas en Feyenoord was geen gelukkig huwelijk. Doordat ik in het seizoen 2006-2007 een diamondcard had heb ik hem in zijn volledige Feyenoord-tijd gezien. Alle 28 wedstrijden in Nederland en ook in Sofia, Basel en Nancy. ik zag met eigen ogen dus alle 9 goals die hij gemaakt heeft. Even overwoog ik na Roda JC uit, toen hij zijn eerste goal maakte na 7 wedstrijden ploeteren, shirts op de markt te brengen met daarop ‘I saw Charisteas score’. Ik was er namelijk niet van overtuigd of dat nog vaker ging gebeuren.

Harry deed zijn best in een verder voor Feyenoord rampzalig seizoen (op de laatste speeldag werd kansloos verloren van Heerenveen waardoor Feyenoord als zevende eindigde).

Veel van Charisteas zijn goals deden er niet toe, al moet ik hem voor een ding dankbaar zijn. In de arena scoorde hij een doelpunt tegen zijn oude club. Precies die ene tegengoal die hen later dat seizoen opbrak om kampioen te kunnen worden. Achteraf gezien een prima spits die Harry.

Charisteas, met nummer 15, bedankt ons in Basel.

Staartje

Vroeger, toen ik nog haar had, ging ik naar de kapper en daar werd ik geknipt. Niet persé naar de heersende wetten van de laatste mode. Zover ik weet werd ik gewoon ‘geknipt’. Tegenwoordig worden kapsels ‘gemaakt’. Althans, dat begrijp ik uit een interview met Cinostyle. De kapper van Rick Karsdorp.

Dat Rick sinds hij het kapsel van een gabberinnetje uit de jaren ’90 heeft (en qua gedrag laatst in Almelo leek hij ook wel wat gebruikt te hebben of lag dat aan mij?) zowat geen pepernoot meer raakt mag geen naam hebben. Waarschijnlijk zit het staartje zo strak dat het zijn zicht belemmert. De kapper vertelde in het artikel vol trots dat hij ook de kapsels van Vilhena en Bilal had bedacht. Dat vond ik nou niet bepaald een pluspunt om zijn werk aan te prijzen.

In een tijd waar A-junioren al onder de tattoos zitten krijg ik steeds meer heimwee naar mijn favoriete elftal uit de jaren ’90. Waar de schoenen zwart waren en de kapsels normaal. Metgod zag eruit als een pater uit een klooster en Ed de Goeij als een loodgieter of een leraar aardrijkskunde. John de Wolf als de zanger van een Duitse hardrockband en Kiprich zou zo in een Tirolerfilm mee gespeeld kunnen hebben (heb ik me laten vertellen, ik heb zo’n film nog nooit gezien).

Alleen Blinker en Taument deden ‘wat’ met hun haar. Bij uitwedstrijden, als we wat dichter op het veld stonden, haalden we hun namen expres door elkaar. Tot grote ergernis van beide buitenspelers want ze leken helemaal niet op elkaar. De rest van de selectie zag er redelijk doorsnee uit.

Misschien is het gewoon de leeftijd. Mijn verlangen naar staantribunes en stadions die ruiken naar pis en zware shag. En naar spelers die er gewoon normaal uit zien en de bal spelen naar iemand in hetzelfde shirt. Of misschien is het gewoon de kift. Dat ik zelf geen staartje meer kan maken.

Als ik nou eens dat beetje haar wat ik heb laat groeien hé? Zou die Cinostyle er dan wat van kunnen maken? Dan kam ik het van links naar rechts met een spuuglok over mijn kale schedel heen. Of is dat té begin jaren ’70? Och, toen was Feyenoord in ieder geval nog de beste club ter wereld.

DSC01628

Verslag KFC Uerdingen vs Kapellen-Erft staat online

In de tijd dat er minder voetbal op televisie was dan tegenwoordig was zaterdagavond om 18:00 uur vaste prik om af te stemmen op de Duitse televisie. Behalve de clubs die we nu allemaal nog kennen uit de Bundesliga kwamen er ook namen voorbij als SV Waldhoff Mannheim (nu uitkomend in Regionalliga Südwest), FC Saarbrücken (ook in de Regionalliga Südwest) en ook Bayer Uerdingen.

Uerdingen was net zoals Leverkusen een exponent van die Duitse pillendraaiers aan de Rijn. In de jaren ’80 was Uerdingen erg succesvol. Ze wonnen de beker in 1985 en werden het seizoen erop in de Europacup voor bekerwinnaars in de halve finale uitgeschakeld door Atletico Madrid. In het seizoen 1985-1986 eindigden ze als derde en werden een jaar later door Barcelona uit het UEFA-Cup toernooi geknikkerd.

Daarna ging het snel bergafwaarts. Ze pendelen op en neer tussen de eerste en tweede Bundesliga en als Bayer in 1996 de stekker eruit trekt treedt de vrije val in. Na enkele degradaties en herstructurering van de Duitse voetbalpyramide komt de club uit in de Oberliga Niederrhein.

In 2013 werd de club kampioen en promoveerde naar de Regionalliga West. De club eindigde op een degradatieplaats, maar werd gered door dat Bayer 04 Leverkusen zijn tweede elftal terugtrok uit de competitie. Een jaar later kon het lot niet afgewend worden en volgde degradatie naar de Oberliga Niederrhein waar ze nu nog spelen.

Het Grotenburg-stadion is veel te groot voor de club maar is wel een pareltje dat al langer op de lijst stond om te bezoeken. Feyenoord won op zaterdag van Excelsior dus we hadden zondag de tijd om af te reizen naar Krefeld. Niet heel ver over de grens bij Venlo. Klik hier voor het verslag (klikkerdeklik)

uerdingen (6)

Kikkie

Of ze Bastiaan zijn kikker even mochten komen bekijken. Aan de deur staan twee vriendjes die aan de overkant van ons plein wonen. Als een soort mini Freek Vonk vangt Bastiaan alle beesten die hij op zijn pad tegenkomt. Libellen, spinnen en laatst een muis. Triomfantelijk stond hij met de muis voor de deur toen het kleine knaagdiertje hem beet. Of hij hem mocht houden? Ah, toe nou.

De muis kwam ons huis niet in, onze poes vangt al genoeg muizen en die half dood geslagen krengen te pakken te krijgen kost de nodige moeite. Als je ze eenmaal hebt gered uit de klauwen van Lotus bijten ze je ook nog. Stank voor dank.

De gevangen kikker mocht hij wel houden (op school roepen de meiden ieeeewwww als ik een kikker vang), in een terrarium op het balkon. Kikkie, want zo was de kikker gedoopt, kreeg vers gevangen spinnen en vliegen van Bastiaan maar overleefde het weekend niet.

Dat was onze schuld, we moesten op een zonnige zondagmiddag weg en toen is het te warm in zijn terrarium geworden. Eenmaal terug lag de kikker op zijn rug alsof hij in een Frans sterrenrestaurant geserveerd was. Zo dood als een pier.

De buurjongens moest ik dus teleurstellen. De kikker was dood. Bastiaan zijn rouwproces duurde niet erg lang. ‘Mooi, ik heb altijd al een kikkerskelet gewild om in de klas te laten zien.’ Freek Vonk is vast trots op hem.

wpid-wp-1472126515196.jpg

Gerrit, deel 12.

Didier lag op zijn kussentje (in clubkleuren, een cadeau van zijn buurvrouw) te slapen terwijl Gerrit een kop koffie inschonk. Allebei schrokken ze van de deurbel. De kat vanwege het geluid en Gerrit vanwege het feit dát de deurbel ging. Zo vaak kwam er nou ook weer niemand onaangekondigd langs.

Met grote passen stormde Hans naar binnen, nog voordat Gerrit hallo tegen zijn vriend kon zeggen stak Hans al van wal.

‘Het is niet te geloven Gerrit, Ronald en Joyce hebben nu zo’n ruzie met elkaar dat hij niet mee gaat naar Skopje. Ik zie het niet zitten om in mijn eentje te gaan. Wil je echt niet mee?’

Gerrit had nog nooit gevlogen en dat was de voornaamste reden om niet mee te gaan naar deze Europese uitwedstrijd. Hij had geen vliegangst, of in ieder geval niet dat hij het wist.

‘Kijk, het ticket is al betaald en hij hoeft er geen geld voor te hebben. Het zijn alleen de administratiekosten die je moet betalen ouwe reus. Een buitenkansje. Ga nou mee, het wordt vast geweldig.’

Gerrit wist niet goed wat hij er van moest denken. Macedonië, voor zijn gevoel aten ze er nog mensenvlees en liepen ze blootsvoets. Wat moest hij daar doen? Hij begon het echter ook wel sneu voor zijn vriend te vinden. Hij wist dat Hans zich na hun trip naar Engeland verheugde op een volgende Europese uitwedstrijd.

‘We laten die kat beslissen.’ Zei Hans. ‘Als hij raadt in welke hand ik het brokje heb ga je mee.’

Gerrit schoot in de lach. Op deze manier zou Hans altijd zijn gelijk krijgen. Diep van binnen twijfelde hij enorm en dacht hij aan wat Mien ervan gevonden zou hebben. Ze had de laatste jaren van haar leven vaak tegen Gerrit gezegd dat ze spijt had dat ze niet wat vaker gereisd hadden. Het was geen verwijt richting Gerrit want de situatie was er gewoon niet naar.

In zijn hoofd hoorde hij het Mien zo zeggen ‘ga toch mee, geniet van je leven’. Gerrit kreeg een traan in zijn ooghoek en veegde die snel weg voordat Hans het kon zien. Maar Hans had geen oog voor Gerrit, hij was druk met Didier aan het spelen. De kleine kat verdween in zijn grote handen.

‘Goed, ik ga mee. Ik ga er vast veel spijt van krijgen. Maar ik ga mee. Boek dat ticket om en laat weten wat ik nog meer in dat godvergeten land nodig ga hebben. Ik heb geen idee wat voor munt ze daar hebben. Of betalen ze soms nog met kralen en spiegels?’

Een week later zaten Gerrit en Hans op de luchthaven te wachten op het vertrek van hun vliegtuig. Gerrit was nerveus. Zo’n groot vliegveld leek wel een stad op zich. Het was drukker dan hij zich had voorgesteld. Een grote mierenhoop van mensen die allemaal een andere kant uit leken te gaan.

De vlucht was goedkoop geweest en ze vlogen met de nationale luchtvaartmaatschappij van Macedonië. Gerrit had terloops opgemerkt dat ze waarschijnlijk zelf kerosine mee moesten nemen omdat het zo goedkoop was. Hans kon er alleen maar om lachen.

Eenmaal in de lucht kwam een stewardess langs om de eerste drankjes te serveren. Bij het bestelde biertje kregen ze een hartversterkertje geserveerd. Mastika had Hans na veel gepuzzel weten te ontcijferen. Dat cyrillische schrift was met een beetje geduld wel uit te komen.

Gerrit nam een slok en moest zijn best doen om niet gelijk in geproest uit te barsten.

‘Kelere Hans, deze vliegtuigen vliegen niet alleen op kerosine. Ze serveren het ook als borrel.’

De lach van Hans was tot in de cockpit te horen.

 

Gerrit, deel 11.

Gerrit keek nog een keer naar het zwarte ronde bolletje dat op zijn schoot lag. Alsof het beestje het door had draaide het zijn kop naar Gerrit toe en spinde tevreden.

Waar Gerrit normaliter tijdens de wedstrijden op televisie geen seconde stil kon zitten hield hij zich nu gedeisd. Een onverwachte beweging en het jonge katje zou weer onder de bank kruipen. Precies zoals het de eerste twee dagen in Gerrit zijn huis had gedaan.

Op het scherm zag Gerrit tot zijn grote teleurstelling dat het al snel 1-0 voor de thuisploeg stond. Om de een of andere manier had zijn club een abonnement op verliezen bij laagvliegers.

Het poesje was een kadootje geweest van Hans zijn zoon Ronald. Die had gezegd dat Gerrit wel wat gezelschap kon gebruiken overdag. Eerst moest hij er niets van weten, wat moest hij nou met een huisdier? Maar toen hij het kleine beestje voor het eerst zag was hij verkocht. Het compleet zwarte katje was de eerste dagen wat schuw geweest, maar nu na een dag of drie volgde hij zijn nieuwe baasje overal door het kleine huisje.

Op televisie kreeg de thuisclub een strafschop.

‘Nou, zwarte kat. Je brengt nog geen geluk hé!’

Hans had voor de wedstrijd nog even gebeld, hoe het met Gerrit zijn nieuwe huisgenoot ging. En hij vroeg hem hoe hij het beestje had genoemd. Gerrit had geantwoord dat hij nog geen passende naam voor hem had bedacht.

De strafschop ging buiten bereik van de keeper op de paal en werd daarna verwerkt tot hoekschop. De tijd tikte in het voordeel van de tegenstander. En waren nog 35 minuten te spelen toen er een wissel plaats vond.

De net aangekochte middenvelder stond klaar langs de zijlijn. Didier Ngomba was een Nigeriaans international, op zijn shirt stond boven rugnummer 28 in grote letters Didier. Waarschijnlijk was de speler zich bewust dat de Nederlandse tv-commentatoren zijn achternaam moeilijk konden uitspreken.

Nog 27 minuten te gaan. Een vrije trap op het doel van de tegenstander resulteerde in een corner. De bal kwam op het hoofd van de nieuwe speler en vloog tegen de touwen. Gerrit balde zijn vuist en slaakte een kreet. Het kleine katje zette van schrik de nagels in Gerrit zijn been en zocht dekking onder de bank.

In de laatste tien minuten zette Gerrit zijn club aan, er moest gewonnen worden. Met nog 8 minuten te gaan volgde een scrimmage voor het doel. En waar de spitsen de hele dag al gefaald hadden deed Ngomba wat hij moest doen. Hij raakte de bal vol en via de binnenkant van de paal trof hij doel.

Gerrit maakte een vreugdedansje terwijl de Nigeriaan op televisie zijn tanden bloot lachte en zijn shirt over zijn hoofd trok. Een gele kaart was zijn deel maar niemand die daar na afloop om maalde. Drie punten waren drie punten.

Op het moment dat de Nigeriaanse middenvelder op tv gevraagd werd naar zijn eerste ervaringen in de Nederlandse competitie stak het kleine zwarte katje zijn hoofd onder de bank vandaan.

‘Weet je wat?’ zei Gerrit. ‘Didier, ik noem je Didier.’ Een kleine miauwtje klonk als een bevestiging.

 

Feyenoord vs FC Twente

wpid-wp-1471345546344.jpg

Het voorplein. Ik kan daar wel van genieten. De lucht zwanger van hoop op mooie(re) tijden.

wpid-wp-1471345567434.jpg

Tsja, wat wil je hier nu mee zeggen? Bevestigen wat iedereen al vindt? En hoezo zijn ze daar weer? Waren ze weg dan?

wpid-wp-1471345557019.jpg

wpid-wp-1471345530166.jpg

Feyenoord was heer en meester en verzuimde de Tukkers met een grote(re) nederlaag naar Duitsland Enschede te sturen.

Gerrit, deel 10

Gerrit en Hans stonden met Ronald te praten over de wedstrijd. Hans vroeg aan Ronald wanneer hij nou eindelijk eens opa werd en sloeg hem lachend op de schouders. Dan kon hij die kleine jongen meenemen naar de club. Ronald lachte schaapachtig en nam een slok van zijn bier.

Het ene biertje werden er twee en toen hij naar huis wilde gaan kwam Ferry met een nieuw rondje aan. Daarna was het Ronald zijn beurt want zo werkte dat nu eenmaal, en voor hij het wist was het al half zeven. Bijna drie uur na de wedstrijd kwam hij eindelijk thuis in hun appartement in het centrum van de stad.

Hij had Joyce een WhatsApp gestuurd met de mededeling dat hij wat ging drinken met de jongens maar daar kwam een koel ‘ok’ als reactie op terug. Hij had ook niet verwacht dat Joyce thuis zou zijn want meestal ging ze op zondagmiddag wat drinken met Sofia, haar hartsvriendin sinds de middelbare school. Hij kwam op zondagavond altijd in een leeg huis thuis.

Hij schrok zich rot toen ze ineens het huis binnenstormde. Hij zat Studio Sport te kijken, wachtend op de samenvatting van de wedstrijd waar hij net vandaan kwam. De presentator met het warrige haar las de opstellingen voor toen Joyce met een kwaad gezicht voor hem kwam staan.

“Ga nou niet voor de televisie staan Joyce, je weet dat ik de samenvattingen wil zien”
“Wat kan mij die samenvattingen nou interesseren? Je hebt die wedstrijd vanmiddag toch al gezien”
“Daar gaat het niet om”
“Nee, daar gaat het zeker niet om. Wie is Marion?”
“Huh?”

Hij was al lang geleden gestopt met het begrijpen van vrouwenlogica. Of misschien was hij er wel nooit aan begonnen om het te snappen. Tijdens ruzies werden vrouwen zo onredelijk. Dan werd die keer dat de kattenbak niet was gedaan er gelijk bij betrokken. Ook al was dat maanden geleden. Maar deze vraag was wel erg direct.

“Hoe bedoel je dat?”
“Je weet best wat ik bedoel. Wie is Marion?”
“Marion is een collega van kantoor”

Dit antwoord maakte Joyce nog kwader dan dat ze al was. Natuurlijk wist ze dat Marion een collega van kantoor was. Ronald wist dondersgoed waar dit vandaan kwam. Joyce haar vriendin Sofia was immers de teamleidster van Marion op de afdeling facturatie bij een groot verzekeringskantoor naast Centraal Station. En Sofia was ook bij de nieuwjaarsborrel aanwezig geweest.

“Ja, ik weet dat Marion een collega is ja. Een collega die je in het openbaar hebt staan zoenen op de nieuwjaarsborrel”
“Zo zit het helemaal niet.”
“Nou, leg dan maar eens uit hoe het wel zit, want volgens Sofia stond jij haar te zoenen.”
“Tsja, Sofia.” Hij sprak haar naam met een zekere afkeur uit.
“Tsja Sofia? Ik weet dat jullie elkaar niet liggen, maar zoiets als dit verzint ze niet. Kom op Ronald. Verdomme. Heb jij die vrouw gezoend of niet?”

Dat Ronald en Sofia elkaar niet lagen was geen geheim, zonder het echt uitgesproken te hebben was er een voelbare spanning tussen hem en de beste vriendin van zijn vrouw. Sofia was nogal materialistisch ingesteld en continu bezig met haar carrière. Ronald had het idee dat zijn vrouw daarin meegesleurd werd en neerkeek op Ronald en zijn baan. Om over zijn obsessie voor zijn voetbalclub nog maar te zwijgen

Op de televisie achter Joyce maakte middenvelder Emmer de eerste goal voor van die middag. Hij probeerde om Joyce heen te kijken die dit direct in de gaten had.

“Dat stomme klotevoetbal ook”
“Dat stomme, onvolwassen kutvoetbal ook, weetje, dit zegt genoeg Soms heb ik het idee dat je meer van die stomme club dan van mij houdt”
“Niet weer hé”
“Je hebt met haar gezoend hé?”
“Zo zit het helemaal niet”
“Vuile leugenaar!”

Met een klap sloeg de voordeur achter Joyce dicht. Ronald dacht na of hij meer van de club hield als van haar. Misschien had ze ergens nog wel gelijk ook.