Verslag Engelandtrip online

Pasen, en tijd voor een weekendje Engeland. Bastiaan wilde graag naar Legoland en als je dan de keuze hebt uit Denemarken, Duitsland of Engeland dan is de keuze voor ons snel gemaakt. Met de boot naar Engeland dus. Mijn derde bezoek aan Engeland in drie maanden tijd. Je zou bijna denken dat we een voorliefde voor Albion hebben.

Op vrijdag reden we de auto op de boot om de dag erna koers te zetten richting Windsor. Bekend van Legoland en er scheen een klein optrekje van de Britse Royals te staan. En ja, ik bezocht ook een wedstrijdje. Omdat je ooit in je leven alle Engelse stadions gezien moet hebben. Klik hier (klikkerdeklik) voor het verslag.

Update marathon, een vedergewicht.

Trainen voor de marathon gaat je niet in de koude kleren zitten. Sterker nog, je kleren gaan er voornamelijk wijder door zitten. Na ongeveer 740 kilometer hardlopen in de voorbereiding weeg ik nu net aan 70 kilo. En dat terwijl de weegschaal voor oktober ergens rond de 73 en 74 kilo schommelde.

wpid-img_20160323_080458.jpg

Afvallen is nooit mijn doel geweest, mijn doel is op 10 april die 42 kilometer en 195 meter te overbruggen. Maar het is mooi meegenomen. Ik ben begin april al bikini-proef 😉

wpid-img_20160318_182733.jpg

Vorige week vrijdag liep ik nog niet geheel pijnloos terug van kantoor naar huis. Ondanks alle stimulerende woorden dat ik al genoeg kilometers in de voorbereiding gemaakt heb en dat ik sterk genoeg zou zijn blijft het knagen. Iedereen kan dat wel zeggen, ik moet straks dat fijne pleuriseind rennen.

wpid-img_20160320_123404.jpg

Zodoende keek ik uit naar de lange duurloop op zondag. Dit zou de langste loop in de voorbereiding worden. Maar liefst 35 kilometer lang. Bij de start vertelde ik een van de trainsters waarom ik de zondagen ervoor niet aanwezig af. Prompt werd het mij ‘verboden’ de hele afstand mee te lopen. Het gevaar van compenseren bestaat, dat ik door mijn voetblessure anders ga lopen en daardoor pijn in mijn knie zou kunnen krijgen.

Ook zij zei dat we meer dan genoeg kilometers gemaakt hebben. En dat ik nu alleen nog maar korte afstanden zou moeten rennen. Dus stopte ik na ruim 25 kilometer. 25 kilometers waarin ik mijn voet nog wel voelde (de lip van mijn schoen schuurt tegen de pijnlijke plek aan) en na afloop mijn knie ook. Ze had dus toch gelijk.

Nog een paar keer hardlopen en dan is het zo ver. Een paar keer, waaronder 1 keer met de Rotterdam Running Crew en nog 1 lange afstand, en dan wordt het koolhydraten proppen en wachten op 10 april rond 10.00 uur. Ik heb er vet veel zin an.

image

Gerrit, deel 6 (en slot?)

De lamellen lieten de zonnestralen in stukjes op het bureau neerkomen. Gerrit keek zijn ogen uit, hij was slechts twee keer eerder op het stadhuis geweest. De eerste keer was toen hij met Mien trouwde. Het miezerde en was een grauwe dag, op de foto die toen gemaakt werd was daar niets van te zien. Er stond een stralend bruidspaar op de trappen voor het statige stadhuis.

De tweede keer was in een andere hoedanigheid. Gerrit kon niet tegen onrecht en daarmee was hij in de haven al snel bij een vakbond terecht gekomen. Doordat hij goed met iedereen op kon schieten was hij al snel gepromoveerd tot woordvoerder als er weer eens gestaakt werd in de haven.

Gerrit had zelf een gruwelijke hekel aan staken maar soms heiligde het doel de middelen. En tijdens een van die stakingen was hij door de toenmalige burgemeester uitgenodigd om op het stadhuis te komen praten. Hij herinnerde zich de zaal met de grote statieportretten en de verhitte discussie die er gevoerd werd. Ze liepen als overwinnaars het stadhuis uit.

Dit was de derde keer dat hij er was. Voor hem lag de krant van vandaag. Zoals al de hele week sierden artikelen over zijn club de voorpagina. Het waren de dagen voor ‘de zondag’, de zondag dat zijn club eindelijk weer eens kampioen kon worden. Een lokaal radiostation was op zoek geweest naar bijzondere supporters en zonder dat hij het wist had Hans hem opgegeven. Het interview zou voor deze gelegenheid plaatsvinden op het stadhuis. Vlak bij de plek waar het elftal gehuldigd zou worden.

Op weg naar het interview vroeg Gerrit zich weer af waarom ze zijn verhaal interessant zouden moeten vinden. Hij had liever gehad dat Hans niks had doorgegeven. Wat moesten ze nu met het verhaal van een oude man. Eentje die zelfs pas weer sinds dit jaar naar het stadion ging.

De journaliste was aardig en wist de juiste snaar bij Gerrit te raken. Hij vertelde over zijn Europese reizen samen met Mien. Hoe het vroeger was, over haar dood en dat hij daarna tijden niet meer in het stadion was geweest. Het werd een verhaal over de liefde voor een voetbalclub en het afscheid moeten nemen van je geliefde. Over de toekomst en het verleden.

Wanneer het uitgezonden zou worden vroeg Gerrit bij het afscheid. De journaliste vertelde hem dat het een van de onderwerpen zou worden in een speciale aflevering op de dag van de wedstrijd. En of Gerrit aan de radio gekluisterd zou zitten.

‘Ik ken het verhaal al’ was zijn antwoord en met een stevige handdruk namen ze afscheid.

Gerrit had de hele zaterdag de radio aanstaan maar bij het horen van zijn eigen stem ging hij snel naar de keuken om koffie te zetten. Niemand vind het leuk om zichzelf op de radio te horen en Gerrit was geen uitzondering daarin.

Op social media ging het daarna al snel over Gerrit. Mensen die het verhaal gehoord hadden reageerden positief en soms emotioneel, #Gerrit werd een trending topic. De radio stond die middag op veel plekken in de stad aan. Een van die plekken was het kantoor van de voetbalclub en na het horen van zijn relaas pleegde de pr-manager wat telefoontjes. Een ervan was naar de journaliste van het radiostation.

Het oude stadion was zonovergoten toen de aftrap werd genomen. Aan alles voelde je dat het anders was. De zenuwen bij de warming-up, de fakkels bij opkomst en het gevoel dat er iets moois te gebeuren stond.

De televisiecamera’s draaiden richting het ereterras, de voorzitter stond in zijn blauwe pak te klappen bij opkomst. Hij had de club weer de juiste koers gegeven. Een koers die vandaag moest resulteren in het eerste kampioenschap sinds jaren.

Twee rijen onder hem zaten Gerrit en Hans. De club had via de journaliste contact opgenomen met Gerrit en hem als eregast uitgenodigd voor de wedstrijd. Ze hadden een plaatsje voor hem gereserveerd. Toen kwam zijn vakbondsgevoel weer naar boven. Hij wilde graag op het aanbod ingaan, maar dan samen met Hans. De felheid in zijn stem deed de directeur in lachen uitbarsten. Natuurlijk kon dat geregeld worden. Gerrit schaamde zich erna een beetje voor zijn eigen reactie.

De wedstrijd was meer spannend dan goed. In de tweede helft werd de bevrijdende twee nul gescoord en het kampioenschap was een feit. Het gejuich was tot in de verre randgemeenten te horen. Toen de aanvoerder de kampioenschaal omhoog hield stroomden her en der op de tribunes wat tranen van geluk.

Gerrit en Hans stonden na afloop wat onwennig in een van de zalen in het stadion. Met een biertje in hun handen vierden ze het kampioenschap. Buiten het stadion stond de spelersbus met draaiende motor te wachten om de selectie naar het stadhuis te brengen. Daarachter stonden nog wat touringcars voor sponsors en genodigden.

Met een rood hoofd kwam de pr-manager op hen af. Of ze op wilden schieten want de bussen vertrokken zo. Voor ze het wisten zaten ze tussen de spelersvrouwen en de bobo’s in een bus. De stad was volgestroomd met feestvierende fans en de bussen hadden de grootste moeite om de straat achter het stadhuis te bereiken.

Via de achterdeur betrad Gerrit voor de vierde keer in zijn leven het stadhuis. Niet slecht voor een eenvoudige havenarbeider dacht hij. Aan de andere kant van het stadhuis stond een massa mensen te wachten op de schaal.

Het voelde alsof de stad opnieuw bevrijd was.

Update Marathon. Aflevering : voet

Nog drieënhalve week tot de marathon en als ik iets niet in de voorbereiding kon gebruiken dan was het wel een blessure. En ja, ik weet dat er ergere dingen zijn. Mensen die écht wat hebben mogen klagen, ik heb eigenlijk het recht niet. Maar toch hé, toch vond ik mezelf zielig. Heel egoïstisch inderdaad, ik weet het.

Vorig jaar rond deze tijd bereidde ik mezelf voor op de 1/4 marathon. En toen ik met die medaille op de Coolsingel stond begon het te kriebelen. En na het onverwachts lopen van de Roparun helemaal. Toen dacht ik bij mezelf, als dit me lukt waarom dan een marathon niet? Zodoende ben ik al ruim een half jaar bezig met voorbereiden en trainen. Iets gezonder eten, minder bier drinken. Meer core-oefeningen en veel, heel veel hardlopen. Een soort (sportieve) toewijding waarop ik mezelf nog nooit eerder heb kunnen betrappen in die 42 jaar dat ik op de aarde rondloop. En dus ja, toen ik geblesseerd raakte had ik medelijden met mezelf. Sorry, ik ben net een mens.

wpid-img_20160316_210953.jpg

Die geplande 5 werden er toch 8.

Een paar sessies bij de fysio, en flink wat zweetdruppels in de sportschool later mocht ik gisteren dus weer de wei in. En ik moet zeggen dat het best lekker ging. Natuurlijk doet mijn voet nog zeer waar mijn schoen de pijnlijke plek raakt. Maar niemand loopt een marathon zonder pijntjes. Mijn kuit voelde vanochtend wel wat stijf maar dat is denk ik niet zo gek na twee weken niet rennen.

Okay, genoeg emo voor een stukje. Vrijdag gaan we weer rennen en zondag een heel fijn pleuriseind als training. Nu al zin in. Bring it on!

wpid-img_20160312_105136.jpg

Het stuk fietspad waar ik mijn enkel verzwikte.

Gerrit, deel 5

Vol ongeloof staarde Gerrit naar de bruine vlek op de muur, een centimeter of tien boven zijn tv. De presentator in het stadion had geen weet van het projectiel, een bijna lege koffiemok, dat ruim 100 kilometer verderop in scherven op de grond lag.

In de hal klonken haastige stappen en niet veel later ging de deurbel. Gerrit zijn buurvrouw stond voor de deur. In gebrekkig Nederlands vroeg ze of er iets aan de hand was. Gerrit antwoorde dat alles in orde was. Zijn buurvrouw keek hem vanonder haar hoofddoekje wantrouwend aan.

‘Nee, echt waar. Er is niks aan de hand. Ik liet een bord vallen.’

Gerrit wenste zijn buurvrouw nog een goede zondag en liep naar het keukenkastje om een veger en blik te pakken. Enigszins beschaamd veegde hij de scherven bij elkaar. Op televisie stond de aanvoerder van zijn club naast de presentator. Die presentator waarvan Gerrit altijd het vermoeden had dat hij een duidelijke clubvoorkeur had. En de voorkeur was niet dezelfde club als waar Gerrit fan van was. Dat wist hij zeker. De presentator keek hem net iets te vrolijk.

Als Mien dit had gezien had ze hem een veeg uit de pan gegeven. In de bijna vijftig jaar dat ze getrouwd waren geweest was ze zelden boos op hem geworden. Maar de driftbuien van Gerrit als hun club had verloren kon ze niet verdragen. Dat werd hij naar buiten gestuurd. Even een korte wandeling maken om af te koelen. Dat hij meestal een biertje ging drinken in de kroeg wist Mien uiteraard, ook al deed Gerrit nog zo zijn best om de dranklucht te verdoezelen.

Op de televisie stamelde de aanvoerder dat hij dit ook niet had zien aankomen. En dat het tijdstip van de nederlaag tegen de voornaamste degradatiekandidaat hoogst ongelukkig was. Maar er waren nog drie wedstrijden te spelen en eigenlijk was er nog niets beslist.

Nog niks beslist dacht Gerrit. Was het maar waar. De drie wedstrijden die op het programma stonden waren voor zijn club stukken moeilijker dan voor hun concurrent. Gerrit zag de hoop op het kampioenschap als sneeuw voor de zon verdwijnen.

Op woensdag herinnerde een lichtbruine vlek op de muur als fysiek bewijs aan het voorval van de zondag ervoor. In Gerrit zijn hoofd was de storm echter niet gaan liggen. Dat kreeg je ervan als je een overschot aan vrije tijd had dacht hij. Tijdens zijn werkende leven was hij op de zondagen ziek geweest van een nederlaag. Zodra hij op maandag in de haven aan het werk was, was dat gevoel meestal verdwenen. Dan had hij alle aandacht nodig voor die grote schepen die aanmeerden.

Even na vijf uur werd er aangebeld. Het was Hans. De afspraak om voor de wedstrijd een biertje te gaan doen stond al voor de nederlaag van afgelopen zondag. Eigenlijk had Gerrit er geen zin meer in. Het zou wederom een verloren seizoen worden. De stemming in café de Oude Pui was ook minder uitgelaten dan de wedstrijden ervoor.

In het uitverkochte stadion hing een sfeer van gelatenheid. Het elftal werd met minder gejuich ontvangen dan normaal. Toen er afgetrapt werd klonk ook in alle andere stadions een fluitsignaal. De laatste drie wedstrijden van het seizoen zouden tegelijkertijd beginnen.

Gerrit zijn team had verbazingwekkend weinig moeite met de subtopper die nog om Europees voetbal speelde. Bij rust stond het al 3-0 en geen moment leek het erop dat de overwinning in gevaar zou komen. Waarom hadden ze zondag niet een doelpuntje extra gescoord dacht hij. Om de spanning op te bouwen riep de stadionspeaker de tussenstand van hun concurrent als laatste om in de rust. Ook zij speelden thuis, alleen tegen een ploeg uit de onderste regionen.

Er klonk gejuich bij het omroepen van de stand. Het stond er nog steeds nul tegen nul maar Gerrit kon niet blij zijn. Hij zei tegen Hans dat ze in de tweede helft toch wel zouden scoren. Hans, die iets minder pessimistisch van aard was, geloofde er wel in. Gerrit schudde zijn hoofd. Hoe lang ging Hans nu helemaal? Hij wist toch hoe het zou aflopen?

Een minuut of 20 later klonk er weer gejuich in het stadion. Zonder dat er een doelpunt was gemaakt onder het felle schijnsel van de lichtmasten. De middenmoter was op 0-1 gekomen bij hun rivaal. Er klonken kreten van hoop en verwachting. Gerrit zag het nog steeds niet gebeuren. Hij dacht aan wijze woorden, dat hoop het uitstellen van teleurstelling is.

Het leek wel of het hele stadions met zijn telefoon in de weer was. Zowat iedereen om Gerrit heen keek om de paar minuten dwangmatig naar het scherm. Bij de 4-0 en 5-0 klonk gejuich en vierden de mensen feest, de meeste aandacht ging uit naar wat er in een ander stadion gebeurde.

‘Een strafschop! Een strafschop.’ Twee rijen achter Gerrit luisterde een jongen naar het radioverslag. Gerrit keek Hans aan met een blik van ‘zie je wel’ maar toen drong het pas bij hem door dat de jongen zo opgewonden was omdat het een strafschop was voor de tegenstander.

Op het vak naast Gerrit werd een Romeinse kaars ontstoken en gezang steeg op. Hun concurrent stond met twee nul achter en op het grote scorebord tegenover Gerrit stond de einduitslag van de wedstrijd waar Gerrit net getuige van was geweest. Vijf tegen nul. Nog twee wedstrijden te gaan.

Op de weg terug naar huis passeerde Gerrit een doe het zelf-zaak. Daar zou hij morgen als eerste langsgaan om wat witte muurverf te kopen.

Die koffievlek was geen gezicht.