Ooit, lang geleden ging ik eigenlijk voor Carcass naar een concert in Paradiso. Pro-Pain en Spudmonsters kende ik wel en vond ik wel aardig. Niet heel speciaal. Het andere voorprogramma zei me niets. Dat was na die avond wel anders. Van de Spudmonsters weet ik nog dat ze, zoals altijd, tijdens de toegift in hun blote reet stonden. Bij Carcass stagedivede vanaf de hoge PA en die kon zo opgenomen worden in de catalogus met bloederige foto’s die deze band gebruikt. Maar het meest omver geblazen werd ik door Life Of Agony.
Een klein mannetje met een loepzuivere stem en vette, tegen Type O Negative aanschurkende, riffs en drums (niet zo gek als je weet dat Josh Silver van TON de producer van het album was). Ik was verkocht en moest een paar dagen wachten tot ik het album River Runs Red kon kopen. In 1994 waren de winkels niet op zondag open beste lezers.
Enfin, dat album heeft de nodige draaibeurten gehad. Zowel thuis als in de Rotonde. Twee jaar terug waren we al bij het 30 jarig jubileum van het debuutalbum en gisteren dus bij het jubileum van het album ‘Ugly’.

Voorprogramma Ugly Kid Joe waarvan we zowaar óók een CD in huis hebben. Jeugdzonde van Sandra zullen we maar zeggen (er staat ook een elpee van Europe in de kast en die is van mij).

Life of Agony dus. Sinds ’94 best vaak gezien al ben ik ze ook een tijdlang uit het oog verloren. Niet eens zozeer vanwege het hele Keith/Mina gebeuren (ze zijn geloof ik een paar keer uit elkaar gegaan) maar dat maakte het soms wel wat verwarrender. Al stonden we in 2004 op Graspop redelijk vooran toen het titelnummer van het debuutalbum werd ingezet. Meezingend met ieder woord:
I got the razor at my wrist
‘cause I can’t resist
30 years of Ugly dus. Nu zijn er mensen die niet van verrassingen houden en die komen bij een concert als dit prima aan hun trekken. Want de nummers volgden uiteraard de tracklist op het album. Geen slecht album maar mij iets te ingewikkeld. Iets te traag vooral. En ook gisteren viel me weer op dat het zwaartepunt van het album na een nummer of twee ligt. “Lost at 22”, “Other Side of the River” en “Let’s Pretend” zijn in mijn ogen de beste nummers en gaan uiteraard allemaal over Keith en het missen van zijn moeder.
Na een van mijn andere favorieten “How it Would Be” was het wachten op de onvermijdelijke cover van The Simple Minds. Toen we ze, in 1995 in de oude Tivoli in Utrecht, tijdens de originele Ugly tour zagen hoorde je lang na afloop bij de garderobe en op straat nog lang het ‘lalalala’ voorbijkomen.
Zoals bij 30 years of Rivers Runs Red-tour de beste nummers van Ugly (en het geweldige nummer Weeds) voorbij kwamen als toegift zo waren de extraatjes nu de knallers van het debuut. “River Runs Red”, “This Time”, “Through and Through” en “Underground” werden door iedereen meegezongen in een heerlijke zaal met een geweldig geluid (waarom staat er nog steeds geen fatsoenlijke concertzaal in Rotterdam?).
In 2027 zal ongetwijfeld een tour komen van 30 years of Soul Searching Sun. Die sla ik even over. Ik hou het bij het debuut en een handjevol nummers van Ugly. Maar het was hoe dan ook leuk om de band weer eens in actie te zien.
I wanna tear it up, tear it out
Get my aggression out
This is what we’re here for, control the dance floor
This is why we’re here
I said, this is why we’re here