De vierde keer Rotterdam

In het startvak naast met staat een lantaarnpaal. Niet eentje waar je in een dronken bui tegenaan gaat pissen maar een levende lantaarnpaal. Althans, de lantaarnpaal bestaat nu nog uit drie delen: een loper, de paal die hij zometeen via een soort bretels om zijn lichaam doet en het onderstel. Later lees ik in de krant dat het gevaarte zo’n 27 kilo weegt en dat de loper in kwestie er ingeluisd is door zijn maten. Hij zal dit jaar de Rotterdamse marathon als lantaarnpaal gaan volbrengen.

Ik vond hem grappig.

Zelfs zonder de 27 kilo weet ik dat de marathon zwaar gaat worden. Het is gewoonweg een afstand waar je niet mee moet spotten. De meeste twijfels zitten (behalve een gebrek aan een goede looptechniek) bij mij aan het gebrek aan 30+’ers richting mijn zevende marathon. Lange afstanden lopen in warm weer is simpelweg niet mijn ding en toen de 35 kilometer testloop op het programma stond was ik op pad voor de Roparun. Ik zal het met een flink aantal 20+’ers en twee keer dertig moeten doen. 

Wandelend naar KPN in de ochtend. Anderhalf uur later stond het hier vol met mensen.

Een voordeel is echter wel dat ik mijn beste twee marathons in het najaar liep. De kustmarathon, een van de zwaarste marathons in Nederland, in 2019 in een tijd van 3:58:58. En mijn PR op de tisvoorniks-marathon in 3:38:28. Het koelere weer ligt mij beter ondanks dat de marathons toch wel dicht op de grote vakantie liggen, een vakantie waar er gewoon genoten moet worden en ik de biertjes niet laat staan. Van te voren liet ik al doorschemeren dat ik ergens rond de 3:45 door wilde komen. Dat leek me wel realistisch. 

Op de Schiedamsedijk was het wachten tot de laatste tonen van het ‘you’ll never walk alone’ wegstierven en de eerste lopers weggeschoten werden voor hun 42,195 kilometer richting de finish op de Coolsingel. Ikzelf stond in starwave twee dus moest nog even wachten op mijn start maar om 10:07 was het zover. Rustig de Erasmusbrug over en oppassen dat er niemand op je hak loopt.

Het grootste deel van de route speelt zich af op Rotterdam-Zuid: langs De Kuip richting het 10 kilometerpunt en dan via IJsselmonde naar het Havenspoorpad waar de sponspost bemand werd door vrijwilligers van de Kieviten een welkome verfrissing bood. Op kilometer zes had ik nog even snel een bosje opgezocht om een liter of wat aan gedronken water en isotone sportdrank te lozen.

Op naar het keerpunt op de Slinge en het 20 kilometerpunt als je Ahoy net gepasseerd bent. Aan de laan op Zuid lijkt geen einde te komen voordat je voor de tweede keer de Erasmusburg mag bedwingen. Op dat moment had ik mijn race in blokken van 5 kilometer opgedeeld. Per 5 kilometer even bij de waterpost stoppen, wandelend wat drinken en weer verder. Op deze manier kon de hartslag ook weer even zakken. Na de Erasmusbrug komt het gemene tunneltje bij de Blaak waar de kubuswoningen in de verte aangeven dat je het 30 kilometerpunt gaat naderen. Een mooi punt omdat je dan wel redelijk kan inschatten hoe lang je er over gaat doen. 

Het is ook het punt waar je de lopers aan de andere kant ziet lopen die al bijna klaar zijn. In het bos wordt het voor iedereen bikkelen. Ik hield het tot kilometer 33 vol maar toen kreeg ik een steek in mijn zij en moest ik weer even piesen. En als je eenmaal stilgestaan hebt is het lastig om weer in het ritme te komen en begin je de pijntjes te voelen. De laatste tien kilometers gingen beduidend langzamer ondanks dat iedereen ‘JEROEN, KOM OP!!’ in je oor aan het schreeuwen was. 

Na het bos de kwam de drukte van de stad weer en dan eindelijk, eindelijk de Coolsingel op.  Een vuist in de lucht, een brede grijns en het stilzetten van het sporthorloge. Finishtijd 3:48:26 en dus tevredenheid bij mij. Met pap in de benen mijn medaille in ontvangst nemen en met koptelefoon op en luisterend naar Feyenoord wandelend terug richting het kantoor van KPN aan de andere kant van de Maas. Toen ik eenmaal klaar was met omkleden en een massage hoorde ik via Rijnmond dat Malacia de 2-3 scoorde. Een mooi eind van een mooie dag.

Mensen die er fris en fruitig uitzien na een marathon zijn niet, ik herhaal niet, te vertrouwen.

Een (on)zalig plan, Marathon langs de Rotte

Ik hou wel van onzalige plannen. Onzalige plannen kunnen namelijk met een kleine ingreep in zalige plannen veranderen. Je hoeft alleen maar ‘on’ weg te halen. En voor de zomervakantie stond ik zelf nog wel in de ‘on’ stand als het ging om het lopen van een marathon.

Tsja, Rotterdam werd verschoven en uiteindelijk afgelast. Dat zorgde gelijk voor een dip in mijn hardloopmotivatie al bleef ik wel gestaag doorlopen.

Totdat Hanneke op Facebook een herinnering ophaalde aan haar eerste marathon. Enfin, zoals ik normaal gesproken mensen in ons Roparun-team luis, zo luisde ik nu mezelf erin. Een marathon in de achtertuin lopen. Waarom ook niet?

Met dit in het vooruitzicht had ik nog tijd voor twee langere duurlopen. Een naar Rotterdam (25km) die lekker ging en een naar Delft (28km) die resulteerde in veel geploeter. Gewoon op ‘karakter’ dan maar.

Geen al te gekke dingen vooraf maar wel wat stapelen. Je moet toch energie hebben. Ik had een aardige route bedacht. Vanaf de skiberg langs de Rotte en dan bij de A12 keren en aan de andere kant van de Rotte terug richting de roeibaan. Vanaf daar een rondje Zevenhuizerplas en via de Bergse Rechterrottekade richting Crooswijk. Rondje om de plas en terug via de Linkerrottekade naar de Skiberg. Dat klonk als een plan.

Vlak voor de start. Op de achtergrond Wilbert en Monique. Wilbert zou bijna 15 kilometer met ons meerennen. Monique zorgde voor de muziek op de fiets. Met een beetje fantasie leek het op de breaking 2 poging van Kipchoge. Enige wat ontbrak was zo’n kekke groene laser op de grond voor ons.

Daar gaan we. Op naar het tien kilometer punt vlakbij de camping. Nadat Wilbert en Monique koers zette naar huis haakte zwager Marco aan op de fiets. Niet veel later gevolgd door Claudia en Angela. We hadden een heus team om ons heen. Zeker omdat halverwege de hele familie van Hanneke klaar stond met nieuwe versnaperingen.

Vol goede moed langs de Rotte. Na een kilometer of 26 moest ik plassen én begon ik mijn benen te voelen. Dat is dan het begin van het einde want daarna was het sprokkelen van kilometers geblazen. Hanneke liep ijzersterk en die kwam me een paar keer ophalen. Bij mij begon de pijp, ondanks de gelletjes, leeg te raken.

Na het rondje om de Kralingse Plas, waar ik meer moest wandelen dan mij lief was, kwam de eindstreep in het zicht. Hanneke liep een enorm steady 3:48. Ik deed er een kwartier langer over. Niet mijn snelste marathon maar ik was niet ontevreden, plus dat het erg gezellig was. Dat is ook wat waard.

Streep door de plannen

Met nog vier weken te gaan stond de marathon-voorbereidingsteller op ruim 700 kilometer aan training. Daarin zaten twee halve marathons als wedstrijd en een 30 kilometerwedstrijd die ik op duurlooptempo liep. Ik begon/was redelijk in vorm (te raken). Of het voldoende geweest was om mijn 3:38 uit de boeken te lopen zal voorlopig nog wel een raadsel blijven.

De NN Marathon van Rotterdam is uitgesteld tot nader orde en alternatieven zijn er niet echt voor de hand. En als ze er al waren dan gaan deze vast ook van de kalender af. Zijn al die trainingen dan voor niks geweest? Nee, natuurlijk niet. Je loopt voor jezelf en het is een makkelijke manier om fit te blijven. En de Roparun komt er ook nog aan. 

Vandaag liep ik mijn eerste ‘na de afgelasting’ loop. Ik moest, o ironie, mijn schoenen ophalen die ik voor de marathon had besteld. Met deze patta’s zou ik op 5 april gaan lopen. Ik kon er de humor wel van inzien. We gaan gestaag door.

Warm en trots

Alsof de duvel er mee speelde. Na al dat trainen in de kou (voor de meeste deelnemers dan, niet voor deze mannen) was het zondag wederom warm. Te warm. Terwijl Bastiaan en ik op de Slinge op Sandra aan het wachten waren voelde je de warmte al.

Tussen de Kenianen en Sandra heel veel bekenden gezien. Sommigen zagen er goed uit qua tempo en fysiek. Bij anderen had ik het idee dat het nog wel erg zwaar voor ze ging worden. Iets wat je aan de finishtijden ook wel kon zien.

De power-up werd goed gebruikt. De lopers van boven de 30 maakten soms zelfs het Mario power-up geluidje.

Yes, daar is ze. Sandra had het zoals iedereen erg zwaar. Hierna moest ze nog ongeveer 6 kilometer. Zes kilometer waaronder dat saaie stuk bij de deur voor Ahoy waar ik vorig jaar afvroeg waar ik in vredesnaam mee bezig was. Maar Sandra bikkelde door, zoals we haar kennen. En na 21,6 kilometer kon ze wisselen met schoonzus Sandra. Na wat water, chocolade en chips was het tijd om richting Zuidplein te wandelen. Daar aten we een mihoen Singapore om vervolgens richting Coolsingel te gaan. Ondertussen liet de app van de Marathon weten wie er over de streep waren gekomen.

En Sandra mocht de laatste meters onder luid gejuich de Coolsingel over rennen. Goed gedaan ladies!

Verslag tis voor niks marathon, over kramp in je kuit en een kaasschaaf

‘Dit doe ik echt nooit meer!’, zei ik op zondagmiddag 8 april van dit jaar. Na 42 kilometers hardlopen door Rotterdam. Ik was er toen na 17 kilometer al helemaal klaar mee. Te moe, te warm. Misschien teveel gelopen in de voorbereiding, te bekend parcours, geen zin. Het was dat ik geen OV chipkaart bij me had anders had ik zo op de metro gestapt. De rest van de afstand had ik toen in mijn hoofd in stukken gedeeld. Nog 5 kilometer tot een waterpost, nog 7 tot het bos. Enzovoort, enzovoort. Nu ben ik geen geweldige hardloper maar de tijd die ik in april liep stond in geen verhouding tot de tijden op halve marathons en 15-kilometer wedstrijden. De enige conclusie die ik kon trekken was dat ik geen marathonloper was.

Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Monique, die een véél (heel veel) betere hardloopster is dan ondergetekende, kwam op het idee om een marathon te gaan lopen wanneer het kouder weer was en waarbij we ons niet gek zouden laten maken door schema’s en druk van buitenaf. Want hoe je het wendt of keert, als mensen weten dat je een marathon gaat lopen dan komen de verwachtingen. Hoe goedbedoeld ook. En presteren onder druk is net als plassen in een druk toiletblok met alleen maar urinoirs, je kan het of je kan het niet.

Lang hebben we het nog verborgen kunnen houden wat de plannen waren maar de oplettende gebruikers op Strava zagen een toename in het aantal kilometers. En dan ook nog eens afstanden die niet iedereen voor de lol gaat lopen op een winderige zondagochtend in Lansingerland. En toen kwamen er vragen. Waarvoor ik aan het trainen was. Met het antwoord ‘voor niks’ heb ik niemand voorgelogen want de marathon waar we voor gekozen hadden was de ’tisvoorniks’ marathon.

Mijn startnummer waarmee ik in de prijzen viel.

Een gratis marathon maar wel met alle faciliteiten. Er kunnen maximaal 1200 man aan meedoen van wandelaars tot hardlopers over verschillende afstanden (6, 10, 15, 21, 30 en 42,5), dus voor elk wat wils. De wandelaars voor de langste afstand waren al op pad toen wij uit Bergschenhoek vertrokken. En na anderhalf uur stonden we voor het wijkcentrum waar de startnummers opgehaald kunnen worden en de sporthal waar je jezelf om kon kleden en je tas in bewaring kon geven. Ook qua ‘stapelen’ heb ik het normaal gedaan. Op zaterdagavond een pasta-maaltijd, veel water drinken en een ontbijt van pannenkoeken en AA-Drink. Niet te gek maar wel voldoende om geen honger te krijgen onderweg.

Om iets voor tien uur liepen Monique, Angela en ik richting de startboog en om exact 10 uur klonk het startschot. Angela liep de halve marathon en de eerste twee kilometer liep zij hetzelfde parcours net zoals de lopers aan de 30 kilometer. Na een kilometer of twee sloegen wij rechtsaf een bospad op en toen kwamen we sporadisch nog plukjes lopers tegen die de hele marathon zouden gaan lopen (er deden ongeveer 140 man mee aan de hele). Het parcours bestond uit mountainbike-paden, heide, bospaden en kleine stukjes ruiterpad. En heel, heel soms een klein stukje asfalt. Nu zijn wij geen trailers dus het asfalt voelde iedere keer vertrouwd aan. Het viel mij op hoeveel mensen zich warm hadden aangekleed. Slechts een enkeling liep in een korte broek, en zo koud was het nu ook weer niet.

 

Klaar voor de start

Deze pijlen moesten we volgen.

De eerste helft liepen we vrij stevig door. Dat wil zeggen: Monique liep stevig door en ik volgde haar braaf. We hadden genoeg adem over voor gesprekken dus toen ik op 21 kilometer zag dat we precies 1:45 hadden gelopen beloofde dat veel goeds voor de tweede helft. Af en toe haakte er een loper bij ons aan of haakten wij bij andere lopers aan. Iedereen liep er voor zichzelf maar was wel in voor een gesprekje. Zodoende vlogen de kilometers voorbij. Op een gegeven moment kwamen we lopers tegen die andere afstanden liepen en die hadden de marathonlopers blijkbaar in de gaten gehouden. Zodoende klonk het steeds vaker ‘eerste vrouw, eerste vrouw’ als Mo voorbij kwam. Iets waar ze volgens mij zelf amper notitie van nam of misschien hoorde ze het niet door de salsamuziek uit haar telefoon 😉

Het waren veel van dit soort paden, maar ook ruiterpaden en mountainbike-parcours.

Bij de drankposten kon je thee, water en koek krijgen maar je kon ook je eigen drinken afgeven voor de start en dat werd dan klaargezet voor je. Echt super geregeld. Na de drankpost op 31 kilometer begon ik het wel zwaarder te krijgen. Direct erna kwam een parcours voor mountainbikers met heel veel kleine heuveltjes en dat was op dat moment killing. Vanaf dat moment ging ik weer ouderwets rekenen hoe lang het nog zou duren voordat ik binnen was en op dat moment was het feit dat ik een haas had mijn redding. Gewoon door blijven lopen en niet in de verleiding komen te stoppen.

Maar dat was buiten mijn linkerkuit gerekend. Op 36 kilometer schoot het erin en na een hele kleine stop ging het wel weer al liep, voor mijn gevoel, de snelheid wel terug. Achteraf bleek dat reuze mee te vallen volgens Strava. Voor de laatste keer gingen we over de snelweg heen en ook dat bruggetje was niet zo fijn meer op dat moment. In het laatste stukje bos kwamen we de bordjes tegen met hoeveel kilometer het was en mijn horloge gaf aan dat ik wel eens onder de 3:40 zou kunnen finishen. Over de stoepen langs een paar grote flats en een grasveld richting het winkelcentrum kwamen we in 3:38:28 binnen. Voor Mo een mooie trainingsloop en voor mij een dik P.R.

Angela had haar halve binnen de twee uur gelopen en zij zat gedoucht en gemasseerd relaxed op ons te wachten. Bij het ophalen van de tassen stond blijkbaar de tweede vrouw naast ons die zich direct in begon te dekken voor haar tijd. Het was haar zesde marathon in twee maanden ofzoiets. En dat terwijl ze ook gewoon gefeliciteerd had kunnen zeggen. De eerste vrouw kreeg toch geen prijs.

Behalve een P.R. had ik overigens wél een prijs. Bij de tombola won ik een set kaasmessen. Symbolisch voor deze dag. Voor Monique was deze loop ‘kaassie’ en ik schaafde een heel stuk van mijn P.R. af. Missie geslaagd dus. Het was niet voor niks.

Het was niet voor niks 🙂

Laatste dagen

Weinig nieuws te melden eigenlijk. Ja, zondag is de marathon. Het voorzichtige stapelen kan beginnen. Ik heb nog een paar kleine pijntjes maar al een stuk minder dan de voorgaande dagen. Zenuwachtig? Nee, ik heb er gewoon heel veel zin in. Laat maar komen, die MR18.

Stapelen, schema’s en bietensap. Wat voor tijd ga ik lopen?

Vandaag zat er een speciale bijlage bij het Algemeen Dagblad over de Rotterdam Marathon. Er staat, met niet zoveel woorden maar toch, dat ik er met mijn eindtijd eigenlijk niet aan moet beginnen. En gelijk hebben ze 🙂

Ik ben een redelijk modale hardloper. Over de tien kilometer doe ik drie kwartier en een halve marathon loop ik doorgaans rond de 1:45 (soms iets sneller, soms iets langzamer). De marathon is andere koek. Dat bleek wel uit de twee voorgaande keren. De eerste keer had ik geen idee wat me te wachten stond en vorig jaar was het warm. De afgelopen vier maanden heb ik op deze website het wel en wee aangaande mijn trainingen bijgehouden. Ruim 800 kilometer in de voorbereiding. Van lange duurlopen op zondag tot intervallen doordeweeks.

Mijn schenen en voeten vertonen wat kleine pijntjes en deze week loop ik dan ook geen meter meer. Het is in de voorbereiding mooi geweest. Ik ga nu geen risico meer lopen. Maar als je wel risico wil lopen en van een gokje houdt dan kun je nu inzetten op mijn verwachte eindtijd. Voor vijf euro doe je mee. De winnaar wint de helft van de pot en de andere helft gaat naar de Roparun.

Kom maar op met die voorspellingen dan stuur ik jullie een tikkie. Momenteel zit er bijna 200 euro in de pot en verwachten de onderstaande mensen deze prestatie van mij.

Update: nu al meer dan 260 euro in de pot. Kom maar op met die tijden.

Jouri 0:19:08
Wilbert 2:06:00
Warren 3:40:45
Hanneke 3.44:28
Damian 3:44:30
Edwin 3.44.59
Marcel 3:45:40
Roselinda 3.46.13
Wil 3:47:58
Alex 3.48.12
Monique 3.48:28
Sandra 3:48:47
Anika 3.48.56
Marja 3:49:10
Jasper 3:49:45
Saskia 3:50:00
Inge 3.50.50
Arjan 3:51:00
Lars 3:51:22
Roel 3:52:00
Marjon 3:53:28
Walter 3:53:33
Natasja 3:54:28
Helena 3:55:10
Herman 3:55:40
Karin 3:56:30
Robin 3:56:39
Patrick 3:56:56
Miranda 3.57.19
Jolien 3:57:57
Margreet 3:58:29
Deborah 3:59:47
Judith 3:59:59
BB Darts 4:00:00
Annemieke 4.01.01
Rens 4:01:04
Pascal 4:01:45
Marco B 4:02:24
Jacco 4:03:27
Jolein 4:03:59
Bouchra 4:03:57
Rick 4.04:44
Astrid 4:05.06
Wout 4.06.56
Marco 4:08:21
Jessica 4.10.51
Thom 4:11:12
Han 4:12:07
Richard 4:12:57
Andre 4:15:04
Liesbeth 4:15:35
Linda 4:18:46
Kees 4.19.08

Lachen joh, met je peen- en uienmuil.

Het grote Peenvogeljaaroverzicht 2017, deel 2.

April begon voetbaltechnisch nogal grillig. Een verloren Klassieker en doordeweeks een 8-0 overwinning op Go Ahead. Na die woensdagavond in De Kuip was het aftellen tot mijn verjaardag. Niet dat ik dáár nou zo nerveus over was. Nee, op 9 april zou ik mijn tweede marathon gaan lopen. Een evenement dat de weken ervoor mijn dagelijkse leven bepaalde. Lopen, rusten en eten. En dan weer lopen, rusten en eten. Repeat.

En toen was het dus zover. De eerste keer op de Coolsingel op een warme april-dag. Sandra stond een paar kilometer verderop te wachten voor haar start aan de 1/4 marathon. Het was warm deze 9e april. Te warm voor uw favoriete Peenvogel. Maar ondanks alles liep ik ruim een kwartier sneller dan het jaar ervoor. Ik schreef daar uiteraard een verhaaltje over (klik). De grootste teleurstelling van deze zondag was het puntverlies van Feyenoord in Zwolle. Het zou toch niet hé?

Een week na de marathon speelde Feyenoord in De Kuip tegen Utrecht. De spanning was voelbaar. Sterker nog, je kon de spanning zowat in stukken snijden. Defaitisme lag weer eens op de loer en toen begon de tweede helft. Toornstra raakte de bal lekker en De Kuip schudde (sorry voor het cliché) letterlijk op haar grondvesten. Het geloof in de titel kwam weer een stukje dichterbij. Voorzichtig viel het woord Coolsingel.

Werd er dan ook nog hardgelopen zo in de weken na de marathon. Nou en of. Met de Rotterdam Running Crew deden we het eiland van Brienenoord aan. De spieren voelden nog wat stram na de 42 kilometer anderhalve week daarvoor. Ook liepen we met Team Gers een testronde om ons voor te bereiden op de Roparun. Een flink stuk run-bike-run door Berkel en Pijnacker. De ronde werd ingekort omdat bijna iedereen de wedstrijd in het Gelredome op televisie wilde zien. Een wedstrijd die de opmaat was naar het kampioenschap. Nu kwam het echt dichtbij. Om alle stress te ontvluchten gingen wij weer eens met de meivakantie naar warmer oorden. Kreta dus.

Vlak voor de vakantie had mijn telefoon het begeven. Ik moet eerlijk zeggen dat dat best rustgevend was op vakantie. De ‘broodnodige’ social media zag ik op de IPad en voor de rest was het luieren, boek lezen en zwemmen. En lekker eten natuurlijk. En bij terugkomst in Nederland telde ik de uren af naar zondag 7 mei 2017. De dag dat het zou moeten gaan gebeuren. Het eerste kampioenschap sinds 1999. Tussendoor zag ik de Sleaford Mods nog optreden.

 

Op woudestein waren we getuige van een waar horrorscenario. Het hele seizoen had Feyenoord al problemen met wedstrijden op kunstgras en op deze zondagmiddag was dat geen uitzondering. Verdoofd keken we hoe ‘kleine broer’ Excelsior ons een oorwassing gaf die de dagen erna de gevoelstemparatuur in Rotterdam bepaalde. Het zou toch niet hé?

En toen volgde een onwerkelijk weekend. Natuurlijk wist iedereen dat Sander ziek was. Maar je weigert het onvermijdelijke in te zien. En op zaterdagavond brachten we met een flink aantal hardlopende vrienden een laatste eerbetoon aan die geweldige kerel. Met een brok in onze keel probeerden we de slaap te vatten.

14 mei 2017. De dag dat Rotterdam ontwaakte met een gevoel van enorme spanning. Het was tastbaar in de stad, in de kroegen en vooral in het stadion. Het spandoek wat de spelers hier vast houden zegt het allemaal. Al die jaren dat we belachelijk gemaakt werden. Al die kansloze wedstrijden die we gewoon bleven gaan. De trouw van Het Legioen werd niet lang op de proef gesteld. Dat zou bijna satanisch geweest zijn na die lange week wachten. Nee, na amper een minuut was het duidelijk. Feyenoord zou kampioen gaan worden. Er vloeiden tranen van vreugde en verdriet. Het was sinds de UEFA-Cup winst in 2002 de mooiste voetbaldag in mijn leven. Wat een emoties. De hele fotoserie staat hier.

Over emoties gesproken. Na een snelle halve marathon in Leiden wist ik dat ik er klaar voor was. Waarvoor? De Roparun van 2017. Ik had er flink wat mensen ingeluisd om team Gers te versterken en dus voelde ik wel wat meer verantwoordelijkheid dan normaal. Het werd echt een supereditie. Met een lach en een traan. Met afzien en genieten. Vanaf de start in Parijs op zaterdagmiddag tot onze finish ongeveer 48 uur later werd er door een groep totaal verschillende mensen een wereldprestatie geleverd. Lees dat verhaal hier.

In juni liep ik nog de midzomeravondloop en de run for kika. En niet te vergeten een loodzware avondvierdaagse met Bastiaan. Nog meer dan in april stond juni in het teken van diverse hardloopevenementen, ons scooterweekend en een weekend weg met vrienden. We waren fit genoeg voor de zomervakantie. Maar daarover meer in het volgende overzicht.

Rondjes rennen

Van goudvissen wordt beweerd dat ze slechts een geheugen van een paar seconden hebben. Dat is vooral een leugentje om bestwil dat ouders gebruiken om te weerleggen dat het helemáál niet zielig is dat de vissen in zo’n kleine kom hun rondjes zwemmen. Iedere dag weer dezelfde rondjes….

Onze drie sluierstaartvissen (die overigens hele bekende namen hebben) hangen als een stel onderwaterhangjongeren in een hoek van het aquarium rond als ik de kamer binnenkom. Ze wachten niet op Cheeto’s en Red Bull, zoals echte hangjongeren in de schaduw van de supermarkt, maar op hun dagelijkse portie Tetra. Eerst krijgt de poes eten en daarna pas de vissen. Het is verbazingwekkend dat Poes Lotus haar honger nog niet gestild heeft met die drie zwemmende vissticks. Cartoons kloppen maar zelden en ik zal Freek Vonk eens benaderen om dit wonder der natuur te verklaren.

Wat dit met hardlopen te maken heeft? Er zaten precies 170 dagen tussen de finish van de marathon van Rotterdam en het moment dat de inschrijving voor de editie van 2018 open ging. En blijkbaar is 170 dagen precies voldoende om het geheugen van een hardloper te wissen. Alle pijn, al het afzien en alle blessures. Het trainen in de vrieskou op het moment dat je liever op de bank was blijven zitten en de misselijkheid van alle zoetigheden als je uiteindelijk over de finish bent. Al die ‘ontberingen’ heb je uit je geheugen gewist op het moment dat je jezelf inschrijft.

Iedereen die ook maar 1 hardloper tussen zijn Facebook-vrienden heeft kon eergisteren zijn lol op. Laat staan als je er meerdere tussen hebt zitten zoals ik. De ene na de andere inschrijving kwam voorbij in mijn tijdlijn en heel even leek er op dat niemand kon wachten tot het uiteindelijk 8 april 2018 is.

Maar voor het zover is zullen er veel, heel veel rondjes hardgelopen moeten worden. Wat dat aangaat lijken we toch wel een beetje op die goudvissen. Rondje na rondje over de fietspaden. Of dat zielig voor ons is? Och, 170 dagen na de marathon zijn we het toch allemaal weer vergeten.

Wat nieuwe inkt.

Ik had nog zo gezegd dat ik geen eigenlijk geen tatoeage meer zou nemen. Maar inkt kruipt waar het niet gaan kan. Waarom een tatoeage van een marathon-medaille? En waarom niet die van je eerste marathon maar je tweede?

Net zoals Feyenoord mij veel (harts)vrienden heeft opgeleverd geldt dat ook voor hardlopen. Vroeger liep ik niet hard. Sterker nog, het was me ontraden door de schoolarts. ‘Alles waarbij de knieën niet teveel belast zouden worden’ Maar het lopen heeft me nieuwe vrienden opgeleverd. Drie deelnames aan de Roparun, het leaderschap bij de RRC en eindelijk die sixpack 😉

Waarom een marathon-medaille? Omdat ik het trainen naar de marathon geweldig vond. Die kilometers maken met De Kieviten. Urenlang ouwehoeren langs de Rotte. En de wedstrijd zelf? Mwoah, ik was blij dat ik binnen was. Zonder gekheid, ik heb er van genoten. Van iedere meter door Rotterdam. Het afzien in het bos, afvragen waar je mee bezig was en op de Coolsingel zeggen dat je dit nooit maar dan ook nooit meer zal doen.

Mijn tweede marathon kon ik al iets meer genieten. Waar ik dacht dat het bij een bevlieging zou zijn om 42 kilometer te lopen was ik er in 2017 al wat stelliger over. Is dit leuk om te doen? Ja, het trainen zeker en de wedstrijd is gewoon een beproeving, hoe dan ook.

De medaille van dit jaar vind ik mooier dan die van 2016 (en dit jaar was ook nog eens op mijn verjaardag) dus vandaar deze eeuwige herinnering voor als het bij twee marathons blijft, wat ik bijna zeker weet van niet. Dat het qua tattoos hier bij blijft dat geloof ik dan weer wel.