Van mijn hardloopharem kreeg ik voor mijn verjaardag een hamer. Met aan die hamer een kaartje waarop stond dat ze me ingeschreven hadden voor de kustmarathon. Een marathon waarvan de slogan ‘de zwaarste van Nederland’ is (iets wat ze de dagen voor de race continu benadrukken in hun Facebook-posts waardoor je jezelf nog meer zorgen gaat maken).

Gelukkig hoefde ik hem niet alleen te lopen (dat zou niet zo aardig zijn) maar ging Monique ook de uitdaging aan. Naast Mo liep ik ook mijn pr op de tisvoorniks-marathon (ik afzien, zij dansend en springend naar 3:38) dus een goede haas gegarandeerd. Die tisvoorniks-marathon was in november wanneer het koeler is en ik het fijner vind om hard te lopen. De warmte vind ik niks.

Na mijn oogoperatie liep ik gewoon mijn rondjes bij de kieviten, drie halve marathons waaronder eentje in de beklemmende hitte van Cambodja en recent de Airborne-trail van 28km. Geen tijd om te twijfelen of dat genoeg was. Nou ja, ik twijfelde wel maar Sandra zei dat het voldoende was. En zoals altijd heeft je vrouw gelijk. Dus redelijk relaxed naar het weekend toegeleefd. Wel wat gestapeld maar niet overdreven veel. Op vrijdag een pastamaaltijd met spinazie en voor de rest zoete meuk. 

Zaterdagochtend bestond het ontbijt uit pannenkoeken en een halve liter drank waarin extra koolhydraten aan waren toegevoegd. En voor de rest vooral veel drinken. Heel veel drinken. Van AA-Drink tot water. Nadeel is wel dat je grote vriendjes met het toilet wordt.

Wilbert bracht ons weg naar de start in Burgh-Haamstede en daar was de start op een pleintje waar we wel eens met een rotonde-weekend verbleven. Gelukkig was ik incognito met pet. We stonden redelijk vooraan en na een minuut stilte voor de dit jaar overleden organisator van de kustmarathon mochten we weg. Er hing een goede sfeer bij de start. Geconcentreerde lopers en vrolijke toeschouwers. Waar je normaal bij wedstrijden nog wel eens over de ‘runfluencers’ struikelt waren ze hier nergens te vinden. De Kustmarathon is serious business. 

De eerste kilometers gingen lekker. Van te voren wisten we al dat je na km 20 zo’n 10km het strand op ging en dat leek mij het zwaarst. Dus het eerste stuk liepen we gemiddeld 5:15/km totdat we achter de 3:45 pacergroep terecht kwamen. Dat was wat ambitieus voor de hele marathon maar tot aan het strand was dat een prima tempo. Deze pacers liepen iets te hard maar waarschijnlijk deden ze dat om wat slack over te houden wanneer ze het strand op moesten. 

\

Foto ‘geleend’ van FoVid (mooie foto’s van de Kustmarathon op deze site).

Om de vijf kilometer waren er drinkposten maar ook op andere plekken stonden mensen snoep en eten uit te delen en waar publiek kón staan stond er ook publiek. Iedereen kreeg veel aanmoedigingen en je merkte ook wel dat het een echt Zeeuws ding is, veel aanmoedigingen voor de lokale lopers.

Na de Deltawerken was het tijd voor het strand, en dat viel me reuze mee. Eenmaal aan de waterlijn (weer Bløf) kon je redelijk doorlopen. Ze hadden voor het eerst (hoorden we) legplanken neergelegd waardoor je het mulle zand kon overslaan. Het strand direct naast het water was vrij hard en daar konden we prima doorlopen. Alleen wel op een iets ander tempo. Er waren wel veel van die golfbrekers bestaande uit houten palen waar de meest afgetrainde hardloper nét doorheen pasten. Ik vond die palen wel een welkome afwisseling want daar kon je telkens heel even wandelen voordat je weer verder moest.

Ook op het strand verzorging en veel praatjes met ervaren kustmarathonners die zeiden dat de omstandigheden met dat harde zand ideaal waren. Ik wilde hem best geloven maar na km 26 begon ik het al wat zwaarder te krijgen. Gelletje erin en doorlopen. Voor ons liep een tijdje een gast die zijn waterflesje in zijn bilnaad bewaarde. Die had geen geld voor een drankgordel. Op het strand werden we ingehaald door bekenden Lars van de RRC en Maarten van De Kieviten. 

Na ongeveer 10 kilometer strand kwamen de duinen. En ja, toen was het knokken voor iedere kilometer in mijn geval. Dankzij de motivatiespeeches van Mo hobbelden we heuvelaf gewoon door, maar die heuvels op. Manmanman. Erg veel duintrappen die ik niet meer omhoog kon rennen (of misschien heb ik dat nooit gekund, ik merkte dat mijn hartslag echt skyhigh ging na die trappen). En dat duurde tot kilometer veertig zo. De duinen en het uitzicht en het publiek maakten het echt wel heel mooi hoor. Nog steeds overal mensen en overal aanmoedigingen. 

lalala-duinen.

Nu waren we niet ‘op een tijd’ weg gegaan maar het is hardlopers-eigen om toch te gaan rekenen na een brede boulevard en het passeren van een Sherman-tank bij Westkapelle werden we het strand weer opgejaagd. Het waren maar twee kilometer maar deze waren best zwaar maar een welkome afwisseling na de duinen. 

Na de twee kilometer strand kwam de laatste trap en daarna de laatste kilometer nog proberen aan te zetten om onder de vier uur uit te komen. En dat lukte met 3:58:58 precies. Na een high-five met de burgervader van Zoutelande, het in ontvangst nemen van medaille en marathonshirt zat deze perfect geregelde marathon er weer op. Mijn vijfde marathon was een mooie marathon, maar wel een zware. Bijna net zo zwaar als 4 uur lang ‘Zoutelande’ op repeat horen.

Door Jeroen

Jouw reactie hier!