Op 8 november 1992 stond de allereerste confrontatie in competitieverband ooit tussen Cambuur en Feyenoord op het programma. In de jaren ’70 had Feyenoord wel eens voor de beker in Leeuwarden gespeeld. In competitieverband was de wedstrijd op een winderige zondagmiddag de primeur. De belangstelling voor deze wedstrijd was dan ook groot aan Friese zijde. De wedstrijd was ruim van te voren al uitverkocht voor de thuisfans.

Normaal gesproken was dit voor ons uitsupporters geen probleem. Kaartjes kon je gewoon bij De Kuip kopen en als het uitvak niet uitverkocht was gewoon op de wedstrijddag aan het stadion.

Zo niet deze keer. Nadat de voorverkoop al was begonnen bij Feyenoord besloot Van den Herik dat de door Cambuur gevraagde prijs voor de kaartjes hem te gortig was. Zijn supporters hoefden voor hem niet zo diep in de buidel te tasten. Feyenoord staakte de verkoop en stuurde de kaarten terug naar Friesland.

Fuiken

Allemaal leuk en aardig maar hierdoor zaten wij zonder kaartjes. Ik had tot dan toe alle wedstrijden bijgewoond in (wat achteraf bleek kampioens) seizoen 1992-1993 en was niet van plan deze wedstrijd aan mij voorbij te laten gaan. Gelukkig dacht de rest van mijn vrienden er net zo over en zo werd besloten alsnog naar Leeuwarden af te reizen.

In de krant verschenen berichten dat er fuiken bij de ingangswegen naar Leeuwarden zouden komen en dat Feyenoord-supporters zonder kaart zonder pardon teruggestuurd zouden worden. Tegenover mijn ouders bezwoer ik dat ik wel een kaartje had en dat we zondagochtend gewoon naar de wedstrijd zouden gaan. Waarom zouden ze aan het woord van hun lieve zoon twijfelen?

Onze tactiek was om heel vroeg weg te gaan zodat we Leeuwarden al binnen waren voordat de fuiken in dienst waren. Rond 8 uur reden we weg om rond 10 uur Leeuwarden binnen te rijden. De politie was inderdaad net bezig met het neerzetten van de hekken om de automobilisten uit Rotterdam en omgeving tegen te houden en te controleren op hun toegangsbewijs.

Ze waren echter nog niet helemaal klaar en een van de agenten dirigeerde ons richting de parkeerplaats waar de controle plaats zou vinden. Met een schijnbeweging waar de gemiddelde Feyenoord-speler jaloers op zou zijn, deden we net of we gingen stoppen om vervolgens vol gas een landweggetje op te rijden aan de achterkant van de parkeerplaats.

Daar had de politie op gerekend. Op het landweggetje stonden twee containers om ons de doorgang te beletten. De spiegels werden naar binnen geklapt en voorzichtig reden we tussen de containers door, de politieagenten verbouwereerd achterlatend om zoveel Rotterdamse inventiviteit.

You can’t ban a Feyenoord-fan nietwaar?

Café Cambuur

Deel een van de missie was geslaagd. We waren Leeuwarden binnengekomen.Voordat we aan deel twee zouden beginnen (het verkrijgen van een kaartje) was het eerst tijd om de ‘ontsnapping’ aan de politie te vieren met een biertje in ‘Café Cambuur’ recht tegenover het stadion.

cambuur-Feyenoord

Bij de ingang stond een kerel die volgens mij meedeed aan de sterkste man van Nederland. Met zijn handen, zo groot als mijn hoofd, in zijn zij en een grote bos woeste blonde krullen keek hij ons aan en zei :“jullie houden je rustig, hè?”

Het klonk meer als een waarschuwing dan als een vraag en met deze uitsmijter viel niet te spotten. Na de nodige biertjes was het tijd voor het tweede deel van het avontuur. Het stadion was opengegaan en ook hier stonden weer containers om mensen zonder kaartje tegen te houden. Achter deze containers bevond zich een stuk niemandsland en daarachter waren de kassa’s en als je daarvoorbij was volgde de kaartcontrole.

We moesten dus voorbij de containers zien te komen. Diverse pogingen werden ondernomen om de eerste stewards te misleiden. Seizoenkaarten van Feyenoord, bibliotheekpassen, strippenkaarten en kaartjes van oude wedstrijden. We kwamen er niet langs.

Toen ik een poging waagde mee te rijden op de ladder achterop de NOS-wagen zorgde dat voor de nodige hilariteit bij de aanwezige mannelijke M.E.’ers. Een vrouwelijke diender zag er de humor niet van in en gaf me een tik op mijn handen met de wapenstok zodat ik de ladder wel los moest laten.

Nu zou je voor dit soort grappen een stadionverbod krijgen. Maar de Friezen zagen de humor er wel van in. Na jarenlang supporters van Veendam en Emmen over de vloer te krijgen was de grootstedelijke humor uit de Randstad een verademing.

Ansichtkaarten 

Leuk en aardig allemaal maar kaartjes hadden we nog steeds niet. Toen de selectie aankwam, vroegen er mensen aan Van Hanegem of hij kaarten had. Het antwoord van De Kromme was hilarisch zoals viel te verwachten. “Ja, ansichtkaarten,” antwoordde de legendarische middenvelder. De selectie lag krom van het lachen.

Uiteindelijk lukte het iemand uit ons gezelschap om voorbij de eerste perimeter te komen. Met een perskaart van de lokale omroep uit onze woonplaats was er een steward bereid Lucien door te laten. Nu was het zaak om kaartjes bij de kassa te regelen. Dat bleek makkelijker te zijn dan verwacht.

In het ouderwetse loket lagen de kaarten voor de eretribune in enveloppen klaar met daarop in zwierige letters de naam van de desbetreffende firma geschreven. Lucien las op zijn kop de tekst en waagde een poging.

“Ik kom voor de kaartjes van Steenstra.”
“Stienstra bedoelt u?”
“Ja, Stienstra. Ik had acht kaarten besteld.”
“Hier staat dat het twee kaarten zijn.”
“O. Dat is ook goed.”
“Dat is dan 40 gulden.”
“Alstublieft.”
“Dank u wel.”

Met de twee kaartjes kwam Lucien weer terug naar de rest die nog buiten de containers stond te wachten. De sfeer werd iets grimmiger naarmate er meer Feyenoorders zonder kaarten verzamelden voor het stadion. Lucien nam Fred mee naar binnen voor een tweede poging kaartjes te regelen. De tweede poging verliep exact hetzelfde als poging 1.

Nu was de firma Bakker ‘slachtoffer’ en met nog eens vier kaarten kwamen Fred en Lucien naar buiten. De aftrap kwam dichterbij en twee jongens uit ons gezelschap kozen eieren voor hun geld en besloten op ons te wachten in ‘Café Cambuur’. Na de wedstrijd zouden we ze wel weer zien.

Kiprich

Op dat moment nam de meute zonder kaartjes zich voor een stormloop te gaan houden om door de hekken heen te breken in een poging het stadion binnen te komen. De stewards hoorden het aftellen en duwden ons het stadion in.

De kaartjes werden in alle consternatie niet afgescheurd en zo hadden wij 6 kaarten met alle strookjes er nog aan. Toen de rust weergekeerd was, ging Vincent met de niet afgescheurde kaarten naar ‘Café Cambuur’ en haalde de andere twee jongens op.

En zo zagen wij alle acht hoe Jozsef Kiprich na 8 minuten uit een strafschop de eindstand op 0-1 bepaalde.

Voor de wedstrijd ontstond er nog een rel over de te dragen tenues. Feyenoord had alleen het thuistenue meegenomen naar Leeuwarden en zo moest Cambuur noodgedwongen in het blauw-gele uittenue spelen van scheidsrechter Dick Jol.

Dit tot grote ergernis van de thuisploeg. Een wraakactie van de Feyenoord-leiding voor het gedoe met de kaartjes? Of kwam het doordat Feyenoord niet wist dat Cambuur in rood-witte shirts met zwarte broeken speelde omdat Cambuur pas voor het eerst in de Eredivisie uitkwam?

Enfin, de drie punten gingen mee terug naar Rotterdam en dat was het belangrijkste. De firma’s Stienstra en Bakker zullen wel furieus geweest zijn toen ze hun kaarten op kwamen halen maar ook nu geldt nog steeds dat voetbal voor de echte fans is en niet voor de bobo’s dus zo erg was het nou ook weer niet wat we gedaan hebben. Toch?

Door Jeroen

Jouw reactie hier!