De auto moest voor een kleine beurt naar de garage in Zoetermeer. Ik besloot de tijd de doden met een rondje te wandelen over het fietspad waar ik normaal wel eens kom met hardlopen. In eerste instantie had ik het plan opgevat om mijn hardloopspullen mee te nemen, maar na 36 kilometer in een weekend leek me dat ietwat overdreven. Mijn gewrichten waren het daar roerend mee eens.

Op het fietspad langs het spoor kwamen wat fietsers voorbij waaien. Het was nog best koud en ik kreeg trek in een kop thee. De grote gele M op het gebouw een stukje verderop had dezelfde aantrekkingskracht op mij als de ster van Bethlehem had gehad op de wijzen uit het oosten.

Behalve met Bastiaan kom ik eigenlijk nooit in de McDonalds en op dit vroege tijdstip had het helemaal iets clandestiens. Alsof je, als je eenmaal binnen de deuren bent, alles gaat eten wat los en vast zit en tien kilo zwaarder naar buiten komt.

Ik bestelde een grote thee en een chocoladekoekje. Naast me zaten twee vertegenwoordigers aan een tafel. Geen flitsende jongens in snelle auto’s was mijn eerste indruk (anders hadden ze vast wel ergens anders afgesproken). Ik ving wat flarden van het gesprek op en besloot te gaan luistervinken. Van het lezen in een meegenomen boek kwam niks terecht.

De dikste van de twee (de manager) had het woord en zijn woorden donderden als een waterval over het ietwat muizige type heen. Het leek een soort van introductiegesprek te zijn. Zin na zin ging over procentjes, parkeerpassen en factureren. Nog voor de muis wat terug kon zeggen denderde de manager door.

Met zijn Brabantse tongval ging het over salestargets en verkoopgesprekken bij klanten. En over win-win situaties (door de Brabander uitgesproken als oewin-oewin). Om zijn woorden kracht bij te zetten toonde hij allerlei powerpoints vol met grafiekjes. De muis zat er beduusd bij. Vakantiedagen moesten, na goed overleg met de rest van het team, in een excelsheet bijgehouden worden. Aan de triomfantelijke blik te zien was de dikkige de maker van deze sheet geweest.

En toen kwam het belangrijkste. De manager ging wat rechterop zitten waardoor de knoopjes aan zijn blouse wat meer op spanning kwamen te staan. De interne declaraties moest hij vroeger goedkeuren. Maar daar hadden ze nu een systeem voor. En die werden dan door Trudy van de administratie goedgekeurd. Bij het uitspreken van de naam Trudy keek hij gelukzalig. Waarschijnlijk was Trudy zijn vrouw.

Toen hij eindelijk klaar was stelde hij voor om nog een bakkie koffie te halen. Het muizige type vond dat een goed idee en liep naar de counter.

‘Wel het bonnetje bewaren hé’ riep de manager hem na.

Trudy had vanmiddag weer wat te doen.

 

 

Door Jeroen

Jouw reactie hier!