Halve marathon van Leiden

Op weg naar de Roparun had ik wel wat behoefte aan snelle kilometers. Intervallen en tijdens de training met de Kieviten merkte ik dat de snelheid langzaam wel weer terug aan het komen was. Maar hoe zou dat tijdens een wedstrijd zijn over een langere afstand?

De Marathon van Leiden was dit jaar twee weken voor de start van de Roparun en dus een uitgelezen kans om te zien hoe mijn vorm was. Met Mark en Claudia van de Kieviten was ik vrij vroeg in Leiden. Voordeel om je auto op tijd te parkeren en rustig aan nog wat te eten. De stad was nog aan het ontwaken toen de lopers langzaam aan binnendruppelden.

Door mijn opgegeven eindtijd (ik vermoed 1:45 maar helemaal zeker weet ik dat ook niet meer, en ik heb geen zin om het terug te zoeken) deed me in startvak B belanden maar uiteindelijk was ik hoogstens 1 minuut na de toplopers al op pad. Het grappige was dat je tegelijk startte met de lopers die de hele marathon gingen lopen. De splitsing kwam pas na het 11 kilometerpunt.

De eerste kilometers liep ik lekker en was het zaak niet te snel te gaan lopen. Gemiddeld liep ik net iets onder de 4:50 per kilometer. Alle dorpjes waren uitgelopen en de lopers werden toegeschreeuwd. Erg gemoedelijk allemaal. In de polder kwamen veel stukken mij bekend voor omdat ik er wel eens met de auto of scooter had gereden.

Van Zoeterwoude over het fietspad richting Hazerswoude en proberen om de schaduw op te zoeken want het was toch nog best warm. Door een sanitaire stop rond het 10 kilometerpunt zakte het gemiddelde naar 4:54 en dat gemiddelde heb ik tot aan de finish vol kunnen houden. In de stad werd het echt warm en waren de sponzen die uitgedeeld werden (in de vorm van een hardloper) een welkome verfrissing.

In Leiden zelf werd het op het laatste stuk weer wat drukker en de laatste 6 kilometer had ik een loopster in het vizier die nét iets sneller liep. Zaak was het om daarbij in de buurt te blijven en op het laatste bruggetje haalde ik haar in.

Mijn horloge gaf 1:43:33 aan op de streep, de echte eindtijd lag 4 seconden lager. 1:43:29 dus, ik was zeer tevreden. De missie om onder de 1:45 te finishen was geslaagd. Leiden bedankt!

Gunfactor

In de kranten, op socialmedia en op de landelijke televisie werd een hele rits BN’ers aan de tand gevoeld over Feyenoord. Er bleken verdacht veel closet-Feyenoorders te bestaan die, nu het goed gaat met de club, hun voorkeur voor de club van rood en wit uitspraken.

Prima, het aloude adagium ‘als je wint, heb je vrienden’ gaat hier op, dat is van alle tijden maar etaleert zich doorgaans bij wedstrijden van het Nederlands elftal. Minder politiek-correcte mensen zouden de term ‘gloryhunters’ bezigen maar ik hou het netjes.

Irritant werd het pas toen allerlei mensen met sympathieën voor andere clubs uitspraken dat ze het ons wel weer zouden ‘gunnen’. Gunnen, de term alleen al bezorgt me een nare smaak in de mond. Ze gunnen het ons omdat we al zo lang geen kampioen geworden zijn. Medelijden met dat hondstrouwe Legioen. En dat terwijl we dit seizoen gewoon de meest stabiele club zijn (met overigens een vrij hoog puntenaantal), de jaren hiervoor was er financieel en sportief gewoon weinig mogelijk.

Alleen daarom al hoop ik dat het kampioenschap een voorbode is voor een Rotterdamse overheersing van de Eredivisie de komende jaren. Ik loop al lang genoeg mee om te weten dat dit een utopie is, maar laat me even in die waan. Een columnist mag zich bedienen van hypotheses.

Na jarenlang stukjes schrijven voor de Hand in Hand en na de publicatie van mijn dertiende boek over de successen van Feyenoord, zal ik over een jaar of tien aanschuiven aan de tafel bij de inmiddels compleet grijze Matthijs van Nieuwkerk. Met een biertje in mijn ene hand en een schuin oog op de halve finale van de Champions League (met Feyenoord uiteraard) zal ik de hoogbejaarde Jan Mulder op zijn schouder kloppen en hem wat geruststellende woorden toefluisteren: ‘jullie tijd komt nog wel’. Voor de show geef ik er nog een knipoog bij. Van ontroering wijdt Nico Dijkshoorn een heel gedicht aan mij.

Op televisie zullen ze vol lof spreken over het feit dat ik een andere club ook wat gun. In de regio Rotterdam weten ze wel beter, ik gun ze helemaal niks. Genoegzaam zal ik mijn glas bier aan tafel leegdrinken. In mijn ooghoek zie ik Matthijs een traantje wegpinken, Jan Mulder is ondertussen in slaap gevallen.

Dirk

De sneeuw dwarrelde zachtjes neer op de groene grasmat en de vierde official hield het bordje omhoog met rode en groene cijfers. Net zoals de test bij de opticien viel het groene cijfer mij meer op dan het rode cijfer, nummer zeven kwam in het veld, nummer zes ging eraf. Karim El Ahmadi liep onder luid applaus naar de zijkant. De onbetwiste leider op het veld maakte de aanvoerdersband los en deed deze bij de onbetwiste leider buiten het veld om.

Het had wel wat weg van een middeleeuws ritueel. De ene aanvoerder die de band bij de andere aanvoerder om doet, klaar voor de strijd. Het groen en wit van Rotterdam om de arm staat Dirk net iets beter dan iedere andere speler in de selectie, de band strak om zijn spierballen gespannen. De stand op het scorebord gaf 2-0 aan en de wedstrijd was allang gespeeld. Feyenoord was heer en meester en de Groningers hapten naar lucht.

El Ahmadi ging zonder te mokken naar de kant, zijn werk zat erop. Het meedoen aan de Afrika-cup en de korte rustperiode voordat hij weer het rood en wit van zijn werkgever verdedigde was hem niet in de koude kleren gaan zitten. En waarom risico lopen met je belangrijkste pion op het middenveld?

Kuijt viel anoniem in. Hij was aan het draven over het veld op een moment dat zijn ploeggenoten zich tegoed deden aan hakjes en andere frivoliteiten. Het leek erop dat ze vergeten waren om Dirk in te lichten dat ze waren overgeschakeld op galleryplay.

Het is een misverstand om te denken dat het publiek op Rotterdam-zuid alleen maar van werkvoetbal houdt. Een cliché waarmee vooral de landelijke pers de club in een bepaalde hoek wil duwen. ‘De ruige havenstad met zijn werkvoetbal’ en ‘niet lullen maar poetsen’. Inderdaad, als het niet gaat zoals het moet dan moet het maar zoals het gaat. Maar ook in De Kuip worden hakjes, mooie passeerbewegingen en crosspasses gewaardeerd. Zolang het maar effectief is.

Na afloop liet Kuijt zich van zijn meest knorrige kant zien maar ook hij moet vanaf de bank gezien hebben dat zijn logische vervanger op het veld erg goed speelde. Er komen nog een paar wedstrijden aan waarin Dirk zijn grote waarde voor het elftal kan laten zien. Wedstrijden waarin er geen plaats is voor frivoliteiten. Vanaf deze plek roep ik Dirk op om zich dit handjevol wedstrijd te schikken in zijn rol binnen- en buiten het veld. Als het uiteindelijke doel (iets wat ik hier niet uitspreek) gehaald wordt verdient hij een standbeeld bij De Kuip (al moeten we ervoor collecteren op wedstrijddagen).

Een onderschrift op zijn sokkel weet ik al. Dirk Kuijt, de ultieme werkvoetballer. Hij jaagde zijn droom achterna. Het Legioen is hem eeuwig dankbaar.

Naschrift : deze column verscheen in de maart-editie van de Hand in Hand.

Feyenoord vs Heracles. De kampioenswedstrijd

Biertje bij Menno. Gezellig!

Ga je mee naar het stadion!

De Kuip zat al vroeg ramvol.

Aan de andere kant van de Maas een verwachtingsvolle stad.

Dirk neemt het woord voor de (zijn laatste?) wedstrijd.

De Kuip wacht gespannen af.

Pi-Air!

Gekkenhuis.

Een compleet gekkenhuis.

En dan hé, het scenario wat je alleen in films ziet. Dirk scoort na 38 seconden.

Dirk, beschimpt en belachelijk gemaakt. Op weg naar onsterfelijkheid.

Bakkeleien bij een vrije trap? Dirk lost het wel op.

De schalen worden uitgedeeld.

Ja, dat gaat gebeuren. Na 18 lange jaren wachten.

Dirk legt aan voor de bevrijdende 3-0.

En raak. En beslist. En kampioen. Dat alles.

Voor veel mensen in het stadion hun eerste titel.

Nog even geduld.

Popelen.

En we zijn kampioen. Eindelijk.

Wat een held!

Dit dus.

En dat.

Gio, wat een eindbaas.

En de koning van De Kuip.

De schaal.

Vreugde!

Hier zit een kleine Kuyt verborgen.

Wat een keeper.

Een heleboel nummer zevens.

15 mei, op weg naar De Coolsingel.

Blij ei.

De schaal is op de Coolsingel. Wat een mooie dag.

Luka

Het eettentje richting het station had de naam ‘Gençlerbirliği’, het restaurant ernaast verkocht sheesh kebab. Het druilerige weer en het Carlsberg-bord bij de dichtgetimmerde winkel op de hoek verraadde dat we niet in Ankara waren maar in een wijk in Londen.

De aanhangers van Tottenham doken iets verder weg in hun jas en liepen snel door richting de trein. Hun club had dan wel met 4-0 gewonnen maar het was ijskoud op deze zaterdag in januari. Een groot deel van het aanwezig publiek had de lokroep van de pub ook al niet weten te weerstaan en daalde in de 80e minuut al van de tribunes naar beneden.

Mijn doel was om White Hart Lane nog een keer te bezoeken voordat het stadion verbouwd zou gaan worden. Om de club zelf, en het voetbal dat ze speelde, gaf ik niet zo veel. Toch was mijn oog de hele wedstrijd op de blonde middenvelder van de thuisclub gericht. Hij strooide met de ene na de andere pass en leek het spel allemaal net iets sneller te zien dan zijn teamgenoten. Modric was de beste speler van de Spurs. Dat was zelfs in deze eenvoudige overwinning op Peterborough duidelijk te zien. Ik vroeg me af hoelang hij nog in Londen zou blijven voetballen.

In een tijdperk waarin voetballers worden aanbeden als halfgoden dacht ik na welke grote buitenlandse voetballers ik in de ruim 30 jaar dat ik wedstrijden bezoek eigenlijk met eigen ogen gezien heb (buiten alle sterren van Feyenoord om dan natuurlijk). Messi en Ronaldo (de Portugees) niet, daarvoor is de absentie van mijn club in de Champions League al te lang. Maar wel spelers als Rooney, Giggs, Torres, Buffon, Beckham, Ronaldinho en Zidane. Uiteraard ook de Brazilianen Romario en Ronaldo, al kon ik die pas waarderen toen ze uit Nederland vertrokken waren.

Het zullen er vast meer geweest zijn maar ik hou meer van de randzaken om het voetbal heen. Een dagje uit met je vrienden, biertje en goed eten erbij. Spelers ‘an sich’ doen me niet zoveel, uitslagen van wedstrijden waar mijn eigen club niet bij betrokken is vergeet ik snel. Maar waar soms een liedje of een geur je terug kan brengen naar een bepaalde vakantie had ik dat deze week bij het zien van een voetballer.

Bij Bayern Munchen tegen Real Madrid zag ik Modric de laatste twintig minuten strooien met passes zoals in de wedstrijd tegen Peterborough. Een van zijn Madrileense teamgenoten was Gareth Bale en Google leerde me dat ook hij speelde op die koude zaterdag in Londen.

De Welshman was mij destijds niet opgevallen en gelukkig ben ik geen scout voor een Nederlandse club. Al doet de transfersom van 100 miljoen vermoeden dat Madrid hem met het bord op schoot gescout heeft tijdens de flitsen van Match of the Day, geen enkele speler is zoveel geld waard.

Mijn oog viel weer op Modric, een liefhebber op het middenveld. Ik kreeg spontaan trek in de sheesh kebab zoals die in Londen aangeprezen werd. In de koelkast zocht ik tevergeefs naar een flesje Carslberg.

Naschrift: foto’s van deze wedstrijd staan hier (klik).

Glazen bol

Ik nam een laatste hap van mijn veganistische-net-niet-echte-döner-kebab-schotel met linksdraaiende knoflooksaus toen ik een tent van een waarzegger ontwaarde op het foodtruck-festival in de zomer van 2016. Het voorspellen van de toekomst koste bijna 10 euro, dat kon er ook nog wel bij. Voor die döner-schotel werd ook al ruim 4 consumptiemunten gerekend.

Binnen in de tent rook het naar wierook en op de tafel stond een glazen bol. Ik had een zwarte kat verwacht en wat potten met ondefinieerbare vormen op sterk water maar het geheel was nogal klinisch ingericht. Hipsters houden blijkbaar niet van teveel hocus pocus.

De waarzegster was een klein Chinees vrouwtje. Wat ik precies wilde weten? Of ik rijk zou worden en lang zou leven? Of ik misschien in contact wilde komen met mijn voorvaderen? Door kaartlegging zou ze erachter kunnen komen wat ik in een vorig leven was geweest.

Mijn antwoord dat ik wilde weten hoe de competitie zou aflopen zorgde voor een gefronste blik. Ze tuurde in haar glazen bol, keek moeilijk bij de uitkomst van haar tarotkaarten en mompelde iets onverstaanbaars boven het residu van een bak koffie.

Ze moest me teleurstellen zei ze. Het einde was nog te wazig om te voorspellen maar ze kon me vertellen dat we speelronde 34 met 1 punt voorsprong in zouden gaan. Mijn hart maakte een licht sprongetje. 1 punt voorsprong met nog een wedstrijd te spelen! Tegelijkertijd werd ik nieuwsgierig tegen wie die laatste wedstrijd zou zijn. Uit in Alkmaar? Of een bezoek aan PSV. Waarschijnlijk een wedstrijd waar Feyenoord het traditiegetrouw erg moeilijk zou hebben.

‘Thuis tegen Heracles’ antwoorde ze en mijn brein maakte overuren. Thuis tegen Heracles met een punt voorsprong! Euforisch gaf ik haar een dikke kus op haar wang en door die actie deinsde ze een beetje achteruit. ‘Dat zag ik niet aankomen’ was haar reactie. Ik twijfelde gelijk aan haar waarzeggerskunsten.

Hoop

‘Wat als Armenteros nou twee keer scoort?’ Achter me lopen een vader en zijn zoontje. Zij zijn zowat de enigen die praten. De rest van de stoet loopt stilzwijgend richting de uitgang van Woudestein. De vader heeft een Excelsior-sjaal om zijn nek, zijn zoontje twijfelt zo te horen nog. Er zijn flink wat gezinnen in Rotterdam die het keurige Excelsior als alternatief kiezen boven het volksere Feyenoord. Om alvast even te wennen aan voetbal en stadionbezoek. Het jongetje, ik schat hem een jaar of 8, wil zo te horen toch liever voor Feyenoord zijn. Ondanks de kansloze nederlaag op kunstgras.

Nu, op deze zondag, zou ik de vader willen toeschreeuwen dat hij het ventje op andere gedachten moet brengen. Koop hem om met de nieuwste Playstation of beloof hem desnoods kilo’s snoep. Doe iets maar laat hem niet voor Feyenoord kiezen. Een leven als Feyenoorder is een leven vol sportieve teleurstelling. Dat geeft niet, maar daar moet je wel mee om kunnen gaan. En sinds mijn eigen vaderschap ben ik overgevoelig wat tere kinderzieltjes betreft.

Nu twee dagen later kan ik al wat meer relativeren. Heracles is natuurlijk geen Barcelona en we spelen gewoon in de eigen Kuip. Een stadion waar heroïsche wedstrijden gespeeld zijn. En ja, ook wedstrijden zoals tegen Vfb Stuttgart maar daar ben ik bijna overheen volgens mijn psychiater.

Ik moest even goed nadenken hoeveel goals Armenteros nu gescoord had in dienst van Feyenoord. Het bleek er eentje te zijn, uit tegen Roda JC. Voor de rest kan ik me weinig meer herinneren van zijn periode in De Kuip, hoe recent het ook geweest mag zijn.

Op deze dinsdag kan ik alleen maar tegen het jochie zeggen dat Heracles geen Real Madrid is en Armenteros is niet de Christiano Ronaldo van de Eredivisie. Voor de vader heb ik het advies om alvast een seizoenkaart voor het seizoen 2018-2019 in De Kuip te reserveren (die voor komend seizoen zijn al weken uitverkocht), want een leven als Feyenoorder…..

Mooier bestaat niet.

Excelsior vs Feyenoord. Een verloren dag.

Na een nacht verder waarin ik een paar keer badend in het zweet wakker werd loop ik niet voor mijn verantwoordelijkheden weg. We plaatsen van iedere bijgewoonde wedstrijd een fotoverslag dus vandaag ook.

Wat als een mooie zondag begon eindigde in mineur. Feyenoord verloor de slag, maar nog niet de oorlog. En zodoende moet het op 14 mei aanstaande gebeuren. 77 jaar na het bombardement op de stad.

DSC04337

Zelf in het chique Hillegersberg werd volop gevlagd. De kroegen op weg naar Woudestein puilden uit.

DSC04338

De politie was er ook klaar voor.

DSC04340

De fiets werd aan de overkant gezet en het vuurwerk kondigde de aankomst van de spelersbus aan.

DSC04343

De Roteb had wat te doen.

DSC04346

Het was al vroeg druk in het stadion.

DSC04349

Ik vind het een ietwat aparte sjaal.

DSC04355

Onder luid gejuich liepen zij zich warm. Voor de meesten de wedstrijd van hun leven.

DSC04358

Overal Feyenoorders.

DSC04359

DSC04365

Het ereterras kijkt gespannen toe.

DSC04368

‘Hier gaan wij geschiedenis schrijven’

DSC04371

Enorm veel pers op de been.

DSC04375

DSC04378

El Ahmadi is de aanvoerder.

DSC04385

DSC04387

En de wedstrijd zelf. Het veld was stroperig traag. De buitenspelers kwamen hun dubbele dekking niet voorbij en Jorgensen heeft duidelijk een hekel aan kunstgras. Al was er tot aan de rust nog weinig aan de hand. Zonder echt goed te zijn zat men te wachten op de 0-1.

DSC04396

DSC04398

DSC04406

DSC04415

Maar die kwam er niet. Drie snelle goals, drie mokerslagen en Feyenoord was volledig knock-out. Zelfs na de 3-0 kregen ze amper kansen. Uithuilen en opnieuw beginnen. Die ene week kan er ook nog wel bij. We wachten tenslotte al 18 jaar.

DSC04410

DSC04416