Vriendenboekje

“Ghostbuster dus?”

Voor de derde keer schrijft zijn moeder ‘Ghostbuster(s)’ in het vriendenboekje van een van Bastiaan zijn klasgenoten. De keren hiervoor waren op de vragen wat zijn favoriete liedje was en wat zijn favoriete film is. Deze keer is het het antwoord op de vraag wat hij later wil worden.

Hoe een jongetje van zes anno 2016 bij Ghostbusters (een film uit 1984) komt is niet eens zo’n heel lang verhaal. De bestrijders van spoken komen voor in het spel Lego Dimensions, Bastiaan zijn favoriete spel.

Nadat alle vragen beantwoord zijn blader ik eens door het boekje wat de andere kinderen hebben laten invullen door hun ouders (of zelf hebben ingevuld in heerlijke hanenpoten). Ik zie jongens die politieagent willen worden of brandweerman. Een enkele wil autocoureur worden Zelfs meester. De meest avontuurlijke heeft superheld ingevuld. Ook zie ik een bakker en een postbode, dat laatste beroep pas wel als hij groot is. Op zich wel handig met de brievenbussen dunkt mij.

De meisjes hebben moeder, juf en bakker opgeschreven. Ook Elsa van Frozen willen ze worden, of anders gewoon een prinses. Dat dit laatste gewoon mogelijk is heeft prinses Maxima bewezen. En ik krijg zelf ook vaak verzoeken in mijn mailbox of ik niet met een of andere Nubische prinses wil trouwen. Ik hoef dan alleen maar 25.000 dollar over te maken.

Een van de mooiste vind ik nog wel een jongetje dat ‘papa, maar zonder werken’. heeft ingevuld. De toevoeging ‘maar wel thuiswerken’ maakt het nog een stuk mooier.

Dan is Ghostbuster nog niet eens zo ver gezocht.  Voor een jongetje van zes dat niet alleen zijn slaapkamer in durft als het donker is.

wpid-20160530_185330.jpg

Mijn bezoek aan Wembley. FA Trophy finale 2012

Wembley. Het meest beroemde stadion ter wereld. In zowel het oude als het nieuwe was ik wel eens met een rondleiding geweest. Een wedstrijd had ik er nog nooit gezien. Dat had voornamelijk als reden dat Feyenoord, niet zoals wij gedacht hadden, de finale van de Champions League in 2011 op een haar na gemist had.

Toen we in oktober 2011 York aandeden voor een wedstrijd tussen York City en Grimsby Town begon het Wembley-vuurtje te smeulen. Sympathieke club, oldskool stadion én we kwamen in het programmaboekje. Zodoende bleef ik York het hele seizoen volgen via de website van de BBC en livescore.

Ik bleek niet de enige te zijn van onze groep.  De volgende trip stond de vraag centraal ‘Wat als York Wembley haalt, gaan we dan?’ York City háálde de finale en de treintunnel werd geboekt toen het laatste fluitsignaal op Kenilworth Road geklonken had. In de halve finale versloegen The Minstermen namelijk Luton Town (met een doelpunt in de laatste minuut waarbij een toeschouwer zijn voet brak, daarover later meer).

Toen ik telefonisch kaartjes bestelde kreeg ik een verbaasde medewerkster van York City aan de telefoon. Een uitleg van waarom wij uit Nederland York City kwamen steunen zorgde niet voor minder verbazing overigens. Ik had van te voren mijn volledige naam in NATO alfabet uitgeschreven om misverstanden te voorkomen.

Niet veel later zat ik aan de telefoon mijn voornaam te spellen: Juliet Echo Romeo Oscar Echo November. Mocht de FBI dit gesprek opgevangen hebben dan waren ze waarschijnlijk in de veronderstelling dat ik een aanslag wilde gaan plegen met al die codetaal. De medewerkster van York City kon er wel om lachen.

De dagen na de bestelling wachtte ik als een verliefde puber op valentijnsdag naast de brievenbus. Maar waar Pieter Post op televisie overal een oplossing op weet, mijn envelop met kaartjes uit Engeland werd maar niet bezorgd. Normaal gesproken heb ik een blind vertrouwen in de posterijen. Met post uit het Verenigd Koninkrijk had ik al niet zulke goede ervaringen.

Na een paar weken was ik turen naar een rood autootje met een kat op de voorbank zat en klom ik in de pen, om niet veel later te horen dat ze problemen hadden met het versturen van de kaartjes. Of we de kaartjes op de wedstrijddag niet bij Wembley op wilden halen? Graag, als ze dat nu direct hadden voorgesteld.

Op zaterdagochtend vertrokken we rond zes uur uit Rotterdam om naar Coquelles te rijden. Een stuk van die route voert door het nogal saaie West-Vlaamse landschap. Bijna een eeuw geleden vonden miljoenen hier de dood in de zinloze oorlog (eufemisme-alert) die de Britten nog steeds ‘The Great War’ noemen. Op weg naar de treintunnel kom je de ene na de andere plaats tegen die een prominente rol speelde in de moderne geschiedenis.

De weken voor de finale hield ik de website van Transport for London in de gaten voor updates op de pagina ‘planned engineering works’ Het zou namelijk niet voor het eerst zijn dat bepaalde metro’s niet zouden rijden als wij in de hoofdstad van Engeland zijn. De Jubilee-lijn reed gewoon en het leek mij na enig speurwerk wel een goed plan de auto bij station Stanmore te zetten. Met 450 parkeerplaatsen bij het metrostation een van de grotere parkeerplaatsen van the tube en op 10 minuten vanaf Wembley.

Een van de uitbaters van het parkeerterrein zag onze Feyenoord-shirts en een conversatie over voetbal in het algemeen en Engels en Nederlands voetbal in het bijzonder volgde. Hij vond het wel raar dat we voor deze finale kwamen en niet een week gewacht hadden tot de finale van de play-offs die York ook gehaald had (en die ze ook wonnen waardoor promotie werd afgedwongen). Al snel kwam zijn kompaan erbij staan en hij begon over het feit dat Excelsior gedegradeerd was en of we echt niet in Engeland woonden. Want wie stond er nu zo vroeg op voor een finale van de FA Trophy? Het was wel leuk om te merken dat die gasten zoveel wisten van Nederlands voetbal.

De mannen hadden wel trek in bier, ik had wel trek in een Irn Bru (godendrank mensen, echt). Een beetje het suikergehalte omhoog brengen want we hadden nog een lange dag te gaan. Het was tijd voor eten en drinken. Een reis naar Engeland zonder bezoek aan een Indiaas restaurant kan eigenlijk niet en tegenover Wembley zat restaurant Moore Spice. Een Indiaas restaurant met een verwijzing naar Bobby Moore wiens standbeeld pontificaal voor het stadion staat.

De zaak stond behoorlijk vol en was omgebouwd tot pub, je kon er nog wel een menuutje eten maar om dat nu staand in een volle kroeg te doen daar hadden we ook geen zin in, dan maar een veel te dure hamburger in de zon.

Bij veel uitspanningen was amber de dominante kleur en dat terwijl er uiteindelijk niet zoveel verschil was qua support. 8000 man uit York en bijna 12.000 oranje gekleurde fans uit Wales.

In de catacomben van Wembley hadden we de nodige aanspraak en kwamen we in gesprek met een fan van York die nu in Londen woonde voor zijn werk. De 4,70 pond(!) die ze voor een pint durfden te vragen ontlokte hem de uitspraak “i have remortgaged my house to buy a pie and a pint on Sunday” waarmee hij vooruitliep op de play-off finale van een week later. Als er echt iets aan te merken valt op Wembley zijn het wel de schandalige prijzen die ze voor eten en drinken durven te vragen. En de stoeltjes doen wat goedkoop aan.

Voor de wedstrijd werden de volksliederen van Wales en Engeland gespeeld en klonk er netjes applaus van beide supporterskampen na Hen Wlad Fy Nhadau (Land van mijn vaders) en het alom bekende God Save the Queen dat op Wembley erg vertrouwd klonk. Niet dat ik ooit eerder een wedstrijd op Wembley was geweest maar in mijn tienerjaren was de finale van de FA Cup op televisie iets waar ik echt naar uitkeek. Het summum voor liefhebbers van Engels voetbal.

De wedstrijd zelf was typerend voor de lagere divisies in Engeland. Veel gedraaf met de bal aan de voet, hoge ballen in de pot en publiek dat ‘shoot, shoot!’ roept op een moment dat een speler op 30 meter van de goal komt.

Na tien minuten spelen ging Rose van Newport County alleen op de keeper af en in plaats van te stiften of de keeper te omspelen koos hij voor een slap schot recht in de handen van de keeper. Dat was het wel wat Newport County betrof in deze wedstrijd. York City bakte er ook niet heel veel van in de eerste helft. Tijdens de wedstrijd die wij eerder dit seizoen zagen op Bootham Crescent speelden The Minstermen vrij verzorgd voetbal met combinaties over de grond. Dat resulteerde nog in een schitterende goal van spits Jason Walker die de bal na een aanval over een aantal schijven met een omhaal in het doel werkte.

In al die jaren dat ik in Nederland naar het voetbal ga had ik nog nooit zo’n goal met eigen ogen gezien en op het vijfde niveau in Engeland, waar ik het juist niet verwachtte, zag ik zo’n goal.

Diezelfde Walker werd niet echt bereikt in deze wedstrijd en na 47 minuten vond de scheidsrechter het genoeg. De grensrechter bij deze wedstrijd was Sian Massey. Lekker boeiend zullen jullie denken maar dit is een vrouwelijke grensrechter die er indirect voor gezorgd heeft dat er bij Sky TV een aantal commentatoren werd ontslagen nadat ze seksistische opmerkingen over haar hadden gemaakt.

In de rust kwamen we dezelfde man tegen die ons op Bootham Crescent een shawl van York City had gegeven en hij was blij verbaasd ons te zien. Zijn zoon zat een beetje in de rats want dit was alweer de derde finale voor York City op het nieuwe Wembley en de voorgaande twee hadden ze niet gewonnen. Bij een 0-0 ruststand was hij er niet gerust op.

Maar na een kwartier in de tweede helft viel de 1-0. Matty Blair onstnapte aan buitenspel en lobte de bal over de keeper heen precies voor het vak met de York City fans. Die sprongen als een man op, dit in tegenstelling tot de vader van Matty Blair die bij het juichen tijdens de halve finale zijn voet had gebroken . Deze Andy Blair maakte nog deel uit van het team van Aston Villa dat in onze eigen Kuip de Europacup 1 won (hij zat toen overigens 90 minuten op de bank).

Tien minuten na de 1-0 viel de beslissing. Een mooi uitgespeelde aanval hoefde bij de tweede paal alleen maar binnengelopen door  ‘man of the match’ Oyebanjo. Daarna probeerde Newport het nog wel een keer raakten ze de paal, maar de beker zou naar York gaan.

Om de drukte voor te zijn skipten we de ceremonie en gingen op weg naar de the tube. De auto bleek niet op blokken te staan en was niet volledig gestript dus het was die 10 pond parkeren wel waard. In Folkestone kochten we nog wat cider en pies bij de Tesco om het thuisfront te plezieren en konden we de trein om 20.20 nemen.

Rond half twee lag ik weer in mijn mandje na iedereen netjes thuis af te leveren en zo zat er weer een geslaagde trip naar Engeland op. Het fotoverslag staat hier (klikkerdeklik)

Groundhoppen tussen de smokkelaars

‘You are now leaving Macedonia’ staat er in grote letters op een muur. Dit gedeelte van de wijk Čair doet in niets meer aan de rest van Skopje denken. Achter me zie ik het ranke silhouet van een minaret die naar de hemel wijst. De luifels van de restaurantjes dragen hier het logo van Coca-Cola, een kilometer verder in het centrum waren dat nog reclame-uitingen van Skopsko-bier.

De taxichauffeur kijkt me niet eens vreemd aan toen hij mijn bestemming hoorde. De teller staat na het ritje van ongeveer 10 minuten op 113 denar (ongeveer 2 euro) maar hij vindt 100 denar wel voldoende. Ik kijk er niet eens meer verbaasd van op. Onze hele vakantie in dit land op de Balkan worden we gematst door de plaatselijke bevolking. Mijn zoon hoeft niet voor het aquapark te betalen en de dierentuin mag hij ook gratis in. Een hele nieuwe ervaring voor ons.

Bij de kebabtentjes onder het stadion komt de geur van gegrilld vlees je tegemoet. Een groepje politieagenten doet zich op het terras te goed aan de kruidige worstjes. Bij de deur naast het stadion worden een paar jongens weggestuurd. Net voordat de deur dichtgaat spreek ik de bewaker aan dat ik ‘that journalist from Holland’ ben. Het is niet eens een grote leugen want ik schrijf toch immers voor Lunatic News? Hij vraagt of ik even wil wachten.

Toerist of journalist?

Het is niet zo dat ik mijn vakanties om voetbalwedstrijden heen plan. Maar als je in een land of een stad bent en er wordt gevoetbald dan probeer ik dat altijd wel mee te pikken. Toegegeven, eigenlijk wilde ik een wedstrijd zien in de Philip II Arena in Skopje. De groundhopgod was me aanvankelijk gunstig gezind. FK Rabotnički speelde thuis tijdens ons bezoek aan Skopje, maar die wedstrijd werd verplaatst naar een stadion ver buiten het centrum van Skopje.

Hun voortgang in de voorrondes van de Europa League hield in dat er een extra wedstrijd in de Philip II Arena gespeeld zou gaan worden en de Macedonische voetbalbond wilde het gras in goede conditie houden voor de interland tegen Spanje van begin september. Dus moest er uitgeweken worden.

Mijn tweede keuze was een wedstrijd van FK Shkupi tegen Metalurg Skopje. Op zondagmiddag om half vijf in het stadion in de wijk Čair. Het stadion waar ik nu voor een dichte deur sta te wachten. Achter me staan de jongens die net weggestuurd te kijken waar die toerist op staat te wachten.

De deur wordt open gedaan van een man van begin 30 in korte broek. Hij is diegene die ik gesproken heb via Facebook. Het bezoeken van deze wedstrijd bleek in eerste instantie ook niet zo eenvoudig. Ik stuurde de club een berichtje via Facebook dat ik van plan was deze wedstrijd te bezoeken.

Het antwoord was dat ze vanwege een straf een wedstrijd zonder publiek moesten spelen, maar dat ze voor deze Nederlandse journalist wellicht een uitzondering konden maken. Er werd gevraagd aan de Macedonische bond of ik toeschouwer mocht zijn en op dat antwoord sta ik nu te wachten.

Als ik naar binnen mag sta ik tussen de spelers van beide clubs die aan hun warming-up willen beginnen. In een klein hokje in de hoek van het stadion wordt gevraagd of ik mijn accreditatie kan overhandigen, een bewijs dat ik natuurlijk niet heb. Mijn Nederlandse Rijbewijs doet wonderen. Het valt de man achter de tafel niet op dat er op de achterkant icoontjes van vervoersmiddelen staan. Of het kan hem niet zoveel schelen. Ik krijg een blauw hesje aan en mag op de verder lege tribune plaatsnemen.

Het stadion bestaat uit 1 lange tribune en voor de rest uit betonnen muren. Aan de overkant probeert een stel kinderen over de betonnen muur heen te klimmen. De politieagenten hebben hun eten op en sturen de jeugd weg. Uit de speakers klinkt een nummer dat nog het meest wegheeft van de liedjes die je vaak in Duitse stadions hoort. ‘Hey, hey Skhupi!’

Gesloten deuren

Op de betonnen muur aan de linkerzijde staat met grote letters Shvercerat geschreven, oftewel de smokkelaars. De bijnaam van de supporters. Dezelfde supporters die ervoor gezorgd hebben dat deze wedstrijd achter gesloten deuren gespeeld moet worden.

Bij een wedstrijd tussen twee onder-16 elftallen is het op en naast het veld volledig uit de hand gelopen en de Macedonische bond was niet mild. Alle teams van FK Shkupi moesten twee wedstrijden achter gesloten deuren spelen. Niet ver achter deze muur staat een flatgebouw en op een heuveltje daarvoor staat een plukje supporters te kijken naar de warming-up.

Het blijken niet de enige fans te zijn. Op het moment dat de aftrap nadert stroomt het dak van een nabijgelegen garage vol met de ultra’s van FK Shkupi, de smokkelaars doen hun naam eer aan. Sommige fans zijn in het bezit van de Albanese vlag. Want als er iets duidelijk is bij deze club en in deze wijk is dat de loyaliteit en wortels in Albanië liggen en niet in Macedonië.

De club werd in 1927 door Turken en Albanezen opgericht als FK Zafer in de wijk Čair waar ook de oude Ottomaanse wijk ligt. In 1945 werd de naam op last van de communisten gewijzigd in Sloga (Macedonisch voor eenheid). De club speelde in de 4e Joegoslavische divisie en promotie daaruit was onmogelijk. De grotere clubs uit het voormalige Joegoslavië namen gewoon de betere spelers over. Op last van de regering uiteraard.

In 1989 kreeg de club van de toenmalige sponsor de toevoeging Jugomagnat en na het uiteenvallen van Joegoslavië werd de club drie keer kampioen en won het drie keer de beker. In 2012 werd de club naar aanleiding van een ruzie tussen de voorzitter en de bondspresident teruggezet naar de vierde divisie. Een uitweg volgde door een fusie met een andere club om direct op het tweede niveau te beginnen. De naam Sloga werd afgedankt en de club ging verder als FK Shkupi.

De smokkelaars waren oorspronkelijk supporter van Sloga Jugomagnat maar na de fusie besloten ze Shkupi te omarmen. Internationale bekendheid genereerden ze onlangs door de verantwoordelijkheid op te eisen voor de drone die tijdens de interland tussen Servië en Albanië het stadion binnen vloog. Een drone met een Albanese vlag eraan vastgemaakt.

Als er afgetrapt wordt komt er een Duitse jongen naast me zitten. Hij heeft dezelfde truc uitgehaald om binnen te komen en nu zitten er twee buitenlandse ‘journalisten’ op de tribune. Hij blijkt een typische Duitse groundhopper te zijn met al die rare regeltjes die daarbij horen.

Regeltjes als: Landenpunten, minimaal 1 helft van een wedstrijd kijken en het feit dat oefenwedstrijden niet meetellen voor je stadionbezoek. Ik besluit er maar niets van te zeggen, de jongen is voor Dortmund en heeft in 2002 al een trauma opgelopen. Dan ga ik niet vertellen wat dit soort tripjes voor mij inhoud. Een wedstrijdje in den vreemde kijken met vrienden en een biertje erbij. Al klopt daar vanavond weinig van. Ik zit hier in mijn eentje en bier is hier niet te krijgen.

Smokkelaars in hun blote bast

De wedstrijd op het hoogste niveau van Macedonië is hard en slordig en de stortbui in de eerste helft maakt het er niet beter op. De Shvercerat op het dak van de garage gaan nog harder zingen en besluiten hun shirts uit te doen. Op zich niet onverstandig, zo blijft hun kleding droog. De Duitser naast me vindt het prachtig. Die jonge mannetjes zijn helemaal in dat ‘Ultra-gebeuren’, ik heb er niks mee, half ontblote mannen die samen een liedje zingen.

De wedstrijd eindigt in een bloedeloze 0-0 en FK Shkupi loopt al in de tweede wedstrijd van het seizoen tegen puntverlies aan. Voor een gepromoveerde club niet heel erg maar de club heeft ambities om dit jaar niet in de play-offs voor degradatie terecht te komen, veel verder kijken ze nog niet. Als Sloga werden ze drie keer kampioen van Macedonië en wonnen ze drie keer de beker.

Als ‘nieuwe’ club moeten ze zich nog bewijzen. Wat echter niet nieuw is is de rivaliteit tussen de clubs uit Skopje. Voor de smokkelaars staan dit jaar flink wat derby’s te wachten. Waaronder eentje tegen de grootste club van het land, en het door de Shvercerat gehate, Vardar. Dan zal het stadionnetje vast voller zitten dan de 3000-4000 man die ze gemiddeld trekken.

Na afloop neem ik samen met de Duitser een taxi terug richting het centrum. Bij het afrekenen staat er 133 denar op de teller maar ook nu weer wil de chauffeur slechts 100 hebben. Het laatste stukje naar het hotel besluit ik te lopen en bij de supermarkt die ik passeer koop ik een halve liter bier. Want groundhoppen zonder een biertje is als een wedstrijd zonder supporters.

Gerrit, deel 8

De hitte lag als een klamme deken over de stad. Kinderen speelden in korte broeken op straat en de ijssalon twee deuren verderop deed goede zaken. Gerrit en Hans zaten op het terras voor café De Oude Pui met een biertje voor hun neus.

Samen keken ze naar de bonte stoet mensen die aan hen voorbijtrokken. Tienermoeders met rokken zo kort dat je jezelf af kon vragen of ze uberhaupt wel een rok aanhadden, jongens met armen vol tattoeages en de Turkse vrouwtjes van een paar straten verder met hun hoofddoekjes en hun lange jassen.

De zomerstop was bijna ten einde en iedere dag stond er wel een roddel in de krant en op internet over welke spelers de club zou gaan aantrekken. Vooral na afloop van het Europese Kampioenschap nam de geruchtenstroom toe. Gerrit en Hans bespraken ieder gerucht alsof het een waarheid zou zijn.

De linksback van de Roemenen? Te traag vond Gerrit. De aanvoerder van Tsjechie. Absoluut onhaalbaar zei Hans. Af en toe waren ze het oneens en dan vooral wanneer andere stamgasten zich er mee gingen bemoeien. De wildste geruchten las Hans voor van zijn telefoon. Hans had al vaker gezegd dat Gerrit ook op Twitter moest gaan maar daar had Gerrit geen zin in. ‘Te oud’ was zijn antwoord geweest.

Terwijl Gerrit een slok van zijn jenever nam stopte er een sportauto voor de deur. De auto had een Belgisch kenteken en donkere ramen. Uit de auto stapte een jongeman wiens gezicht ook de voorpagina van de sportkrant sierde. Met chocoladeletters stond er ‘Geen geld voor Kooijmans’, de rest van het artikel bestond uit een opsomming waarom de spits te duur zou zijn, en niet bij de club van Hans en Gerrit zou willen tekenen.

In een sappig West-Vlaams dialect vertelde de jongeman dat zijn navigatie hem verkeerd gestuurd had en dat hij de weg naar het stadion zocht. Hij moest er over 10 minuten al zijn voor een keuring. Of de heren de kortste route wisten.

En of ze dat wisten, ze hadden de weg al honderden keren gelopen. Van Café de Oude Pui naar het stadion, dat was hoogstens 5 minuten rijden.
Op het moment dat de voetballer wegreed begon Hans driftig op zijn telefoon te typen en mompelde iets over hoe hij dit in 140 tekens gevat moest krijgen. Toen hij klaar was bestelden ze weer een biertje en een jenever.

Ondertussen bleef de telefoon van Hans trillen. Ze hadden zojuist een scoop gehad.

2652016

Mike

In deze verwarrende tijden zou de combinatie van een Nigeriaan met een pistool in een grote mensenmassa tot grote paniek leiden. Zo niet gisteravond, Mike Obiku schoot de deelnemers aan de 10 kilometer funrun door en langs De Kuip weg.Vlak voor de start van de vijf kilometer riep ik zijn naam, hij keek om en lachte een rij witte tanden bloot.

Exact dezelfde grijns die hij op een waterkoude decemberzondag in 1992 liet zien na zijn goal tegen vitesse. Toen trok hij zijn shirt uit en zijn gebeeldhouwde torso werd zichtbaar. Het uittrekken van zijn shirt na een doelpunt werd zijn handelsmerk. Na iedere goal werd dat lichaam, dat wel van ebbenhout gemaakt leek te zijn, zichtbaar.

Tijdens de funrun liep ik twee keer op het veld van De Kuip. Zelfs leeg blijft het een imposant bouwwerk. Aan de kant waar Mike Obiku scoorde dacht ik na hoe het zou voelen om een doelpunt in een volle Kuip te maken. En hoe ik dan zou reageren.

Bij de finish stond bijna niemand te kijken. Zelfs Obiku stond er niet meer, de neiging om mijn shirt uit te trekken was snel verdwenen.

wpid-20160525_193301.jpg

Gerrit, deel 7.

Met zijn handen in zijn zakken stond Gerrit aan de rand van het trainingsveld te kijken. Het miezerde en Gerrit dook verder weg in zijn jas. Voor een woensdag in mei was het koud. Hij trok zijn pet iets verder over zijn oren en staarde naar de gedaanten op het veld voor hem.

De selectie had er duidelijk geen zin in, de competitie was al afgelopen en de laatste trainingen voelden aan als een verplichting. Bij de zoveelste misser tijdens deze oefening slaakte hij een zucht van ergernis. Uit de kantine kwam een gestalte tevoorschijn met twee bekertjes koffie in zijn hand.
De stem van Hans rolde over het trainingsveld heen ‘kejje gofferdorie niet mikken man! Wel zeuren in de krant over een nieuw contract maar een bal op het doel schieten, ho maar.’

Gerrit moest lachen om de reactie van zijn boezemvriend, en hij had nog gelijk ook. De meeste spelers verdienden in een maand een bedrag wat Gerrit en Hans in hun hele leven nog niet bij elkaar verdiend hadden. En ondertussen maar klagen in de pers over nieuwe contracten. Gerrit begreep dat sommige van de spelers op een bepaalde website hun nieuwe auto en tatoeages showden voor een ieder die daar interesse in had. Instagram ofzo, hij las er steeds vaker over in de krant.

Niet de papieren versie maar de krant op zijn IPad. Van zijn spaargeld had Gerrit zo’n apparaat gekocht. Hij kon op die manier de krant lezen, zijn puzzeltje maken en was op de hoogte van het laatste nieuws van zijn club. Ook hij las alle geruchten en transferperikelen. Snappen deed hij het niet. Ze verdienden hier bakken met geld en toch leken al die jonge gasten ontevreden. Hadden zij maar een vrouw zoals Mien gehad, die had ze met beide benen op de grond gehouden. ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ was op weinig mensen zo van toepassing geweest dan op zijn te vroeg overleden vrouw.

Het begon steeds harder te regenen en de ballen vlogen steeds verder naast het doel. Wat was het nut van zo’n laatste training nu helemaal? Niemand had er nog zin in. Een half uur eerder dan gepland werd de training stilgelegd en liepen de spelers drijfnat van het veld langs Gerrit en Hans. Op het moment dat de aanvoerder passeerde vroeg Hans aan hem of hij volgend seizoen nog steeds in dit shirt te bewonderen viel. Er volgde een ontwijkend antwoord en Gerrit en Hans wisten voldoende.

Wie er het volgende seizoen ook op het veld stonden. Gerrit en Hans zouden er zeker zijn. De spelers waren maar passanten, de trouwe fans waren de kurk waar de club op dreef. Op het moment dat het begon te onweren was het trainingsveld leeg. Onder een afdakje stonden twee gestalten met een bekertje koffie in hun hand.

Kantoorblues

Kantoorblues

Bij het kantoor aan de overzijde hangt een ballon uit het raam.
Waarschijnlijk is er iemand jarig, zwanger of zoveel jaar in dienst.
Mij lukt het echter niet om de symboliek ervan te negeren.
De ballon als speelbal van de ‘frisse wind’ die het management zojuist heeft voorgesteld in de dagstart.
Zodra de wind echter stilvalt lijkt de ballon echter meer op een reddingsboei.
Een reddingsboei om de kantoorslaven te redden uit de woeste zee van prestatiemanagement, pitches en bilaterale sessies.
Het gaat op het kantoor aan de overzijde een lange dag worden.
Hopelijk trakteert de jarige, zwangere of jubilares zometeen op gebak.
Om de dag een beetje te breken.

wpid-20160524_094952.jpg

Van Parijs naar Rotterdam, een Gerse tocht. Roparun 2016

Etappe 1. Le Bourget – Fontaine Chaalis

De winkel achter me heet Paristanbul en in het logo zitten zowel de eiffeltoren als de brug over gouden hoorn in Istanbul. Zelfs Fransen zijn blijkbaar goed in woordgrappen. Aan alles merk je dat je in een buitenwijk van Parijs bent. De slagers zijn overwegend islamitisch van signatuur en sommige winkels zijn dichtgetimmerd. Op een parkeerplaats staan we met het busje te wachten op de lopers en de fietsers die gestart zijn vanaf vliegveld Le Bourget. Ze beginnen met een run-bike-run waarbij een extra fiets ingezet wordt. Drie lopers zijn er op pad en 1 fietser voorop die navigeert.

DSC00847

Iets meer dan een half uur daarvoor zijn we gestart met de teams 335, 336, 337 en 338. En dat we gestart zijn is niet onopgemerkt gebleven. Door een erehaag van fakkels en vlaggen worden onze teams weggeschoten. Nu is het klaar met de selfies en het shinen op het startterrein. We trokken de aandacht van zowel andere teams als de organisatie. Nice kids, but can they deliver?

De avond ervoor op de camping kwamen andere teams al polsen bij onze BBQ. Bier en wijn vloeide rijkelijk en de koks zorgden voor een meer dan smakelijke maaltijd. Waar andere teams in hun trainingspak een wandelingetje maakten om de benen los te gooien vierde het bonte gezelschap onder de vlag van Team Gers! een feestje.

Ik ben dit jaar mee als chauffeur want wist van te voren niet of ik voldoende hersteld zou zijn na de marathon. Naarmate de start dichterbij komt begint het loopvirus te kriebelen. Volgend jaar dan maar weer als loper als het mogelijk is. Nu is het tijd om als chauffeur mijn team heelhuids van A naar B te krijgen. En dat ging bijna al mis op de camping. Niet gewend aan het rijden in een automaat maakte ik de fout om mijn linkervoet te gebruiken. Met bijna 5 bloedneuzen als gevolg. We kunnen er later hartelijk om lachen.

DSC00886

Op het terrein kom ik mijn team van vorig jaar tegen. Zij gaan om kwart voor een weg maar door een teambespreking heb ik ze niet uit kunnen zwaaien. Gelukkig heb ik wel een praatje met ze kunnen maken want ik ben ze nog steeds heel dankbaar voor het feit dat ik vorig jaar als invaller met ze mee mocht doen.

Op het parkeerterrein van Paristanbul wordt de loper afgetikt door de loper die in de bus is meegereden. De derde fiets gaat op de bagagedrager en we gaan verder op pad. Ik rij de eerste etappe en Menno navigeert en houdt de sfeer erin. Wij lopen stukjes van 1500 meter, dus na 1,5 kilometer moet ik een plekje zoeken waar ik de bus netjes neer kan zetten. De regels zijn dat je niet in de berm, op een fietspad of bij een bushalte mag staan. Met zoveel teams op pad zou dat een chaos worden.

Omdat alle vier de teams tegelijk gestart zijn doen we in het begin haasje over. De plek van bus 335 neem ik in als zij wegrijden en team 338 gebruikt mijn plekje een stuk verderop. Etappe 1 is iets meer dan 42 kilometer en de laatste tien daarvan gaan over het stuk waar ik vorig jaar begon te lopen, it brings back memories. Na een feestelijk onthaal en het aftikken van het B-gedeelte van 336 gaan we op weg naar de eerste pleisterplaats voor wat slaap en eten. De zon zakt langzaam achter de heuvels vol koolzaad. Behalve Roparun-teams is er geen kip op de weg. Zouden ze het songfestival aan het kijken zijn?

wpid-20160514_120322.jpg

Etappe 2. Coudun – Douilly

De boerenschuur in Coudun ziet er uit als een tafereeltje uit de oorlog. Op veldbedden tussen de landbouwvoertuigen proberen mensen wat slaap te pakken. Vanuit een vrachtwagentje wordt eten geserveerd en iets verderop worden mensen gemasseerd. We krijgen door dat het B-gedeelte van ons team op een uur afstand is. Tijd om wakker te worden, wat te eten en onszelf klaar te maken voor de eerste nachtelijke etappe.

Als chauffeur en navigator is het zaak om ook voldoende eten en drinken mee te nemen voor de lopers onderweg, onze ogen op de weg te houden en de route te volgen. Een groene (en blauwe) lijn als we samen het parcours op mogen. Een blauwe lijn als de lopers en fietser bezig zijn met hun run-bike-run en wij ze een stuk verder weer oppikken. De stukken run-bike-run zijn natuurgebieden en binnensteden van plaatsen waar we met de auto’s teveel overlast zouden veroorzaken.

DSC00897

Langs de route vannacht zie ik alleen maar watertorens en de rode lampjes van windmolens. Ik krijg flashbacks van vorig jaar. Toen leek het er ook op alsof ieder slaperig dorpje een joekel van een watertoren had. Onze fietsster heeft het zwaar en kan even niet verder. Wij nemen het haar niet kwalijk. Ze heeft erg veel meegemaakt de afgelopen periode en het ijskoude Franse plattenland is nu even niet de plek om dat te verwerken. Praktisch gezien levert het wel even een hoofdbreker op. Eentje die we snel op kunnen lossen. Ik ga fietsen en de cameraman die mee was om een nachtetappe te filmen gaat navigeren.

Het is koud, erg koud. Iedereen heeft daar last van maar ik was niet op fietsen gekleed. Ik krijg snel een trui van Menno maar mijn dunne spijkerbroek houdt weinig tegen. Ik zeur niet, zo zit ik niet elkaar en probeer praatjes te maken met de lopers. Om hun zinnen te verzetten. Het gaat over Feyenoord, hardlopen en er worden flauwe grappen gemaakt. De koude nacht in Noord-Frankrijk is de plaats waar team 336A zich als 1 geheel vormt. Smells like teamspirit.

Als we het andere team aftikken hebben we nog een stuk te gaan naar onze pleisterplaats. Het plaatsje Bertry waar ik me vorig jaar aan de hema-worst en chocoladebroodjes tegoed deed. Tegelijkertijd welteverstaan. Dat ze daar nou nooit opgekomen zijn om dat te verkopen. Het broodje worst met chocolade, echt een delicatesse, daar ga ik rijk mee worden. Het feestje in Bertry laten we links liggen. Als we eenmaal bij de sporthal zijn ga ik op een veldbed in mijn slaapzak liggen. Voor mijn gevoel ben ik met een minuut onder zeil. Letterlijk.

Etappe 3. Bertry – Sebourg

Deze etappe rij ik weer. We hebben een nieuwe fietsster in het team en we hebben gezelschap gekregen van iemand van het social media team van Gers! Deze etappe wordt een dolle boel. Menno ziet er met zijn pruik uit als een Duitse metalhead in 1988 en ik niet veel later ook. We krijgen het nodige bekijks. Een nadeel van al deze gezelligheid is wel dat we een keer op een verkeerd punt op een loper staan te wachten. Na 10 minuten vragen we ons af waar hij blijft (bij 1500 meter en onze afgesproken snelheid zouden we na een minuut of zeven de loper wel weer in zicht moeten hebben.

DSC00951

Als we onze vergissing inzien is het een kwestie van keren en de route weer volgen. Ik zou echt zweren dat de blauwe lijn naar links ging. De rest van de bus is mijn getuige. De muziek gaat wat harder en de grappen en grollen gaan door. Deze etappe is leuk. Over Franse wegen komen we dichter en dichter bij Belgie. En als je in Belgie bent, dan ben je er bijna. Toch? We blijven haasje over doen met andere teams en ondertussen vreten we bakken vol snoep naar binnen. De Roparun is de enige sportwedstrijd waar je wel aankomt ben ik bang.

DSC00920

In Sebourg worden we weer hartelijk onthaald. Even wachten op de andere teams en we gaan op pad naar Belgie. De muziek kan weer wat harder.

Etappe 4. Ghislengien – Mollem

Daar gaan we weer. Etappe 4. De rustplaats viel mij vorig jaar al op. Een aftandse garage waar dubieuze praktijken plaatsvinden als de zon onder is. Op de een of andere manier ga je automatisch Jambers nadoen als je eenmaal de grens bent over gegaan. Het is ook een etappe waar we allemaal enorme trek in chips krijgen. Het nadeel is echter dat op eerste pinksterdag alles gesloten is. Zelfs de winkels bij de benzinepompen bieden geen soelaas. Iedere keer als we langs dichte rolluiken rijden is de teleurstelling te horen. Het lijkt een chips-loze etappe te gaan worden.

DSC00911

Onze loopster krijgt wat last van haar knie en kan aan het einde van deze etappe niet meer verder. Het valt mij op dat mensen zich iedere keer schuldig voelen als ze uitvallen, maar dat vind ik nergens voor nodig. Ga er maar eens aanstaan. Hardlopend door de koude nachten met nauwelijks slaap.

En wat te denken van de fietsers? Meer dan 260 kilometer op een stadsfiets met een snelheid van net iets boven de elf kilometer per uur. De koks en masseurs slapen overigens bijna helemaal niet deze tocht. Gekkenwerk? Ja misschien, maar ons afzien staat in schril contrast met de mensen die deze kloteziekte niet overleven of er nu voor onder behandeling zijn. Toen Sandra kanker had heeft ze niet 1 dag geklaagd, niet een. En dan zou ik me een beetje zielig vinden om wat minder slaap? Dat dacht ik niet hé

DSC00965

Afgesproken wordt dat Menno de nachtetappe straks gaat lopen en onze loopster helpt met navigeren. Ik begin nu echt moe te worden en weet dat ik straks de verantwoording draag over de mensen in mijn bus. Bij een Turks eethuisje koop ik wat blikjes red bull. Superslecht, maar ik heb de suikers nodig. Al is het maar voor het mentale aspect. Als ik het eethuisje binnenloop ga ik bijna tegen de vlakte van de geur van shoarma. Daar zou ik nu wel trek in hebben, maar we zijn bijna bij het wisselpunt. Tijd om het heerlijke eten van onze koks te gaan proeven. Er wordt uitstekend voor ons gezorgd.

In Mollem tikken we af bij een voetbalveld. Achter de kantine/tribune maak ik een plas. Dit dertien in een dozijn veldje wakkert zelfs bij deze groundhopper geen warme gevoelens aan.

Etappe 4. Temse – Bergen op Zoom

Ik besluit niet te wachten op het eten en mijn slaap maximaal te pakken. In de laadruimte van de bus slaap ik meer dan twee uur. Hopelijk voldoende om ons veilig door de nacht te krijgen. Een gedeelte van deze etappe liep ik vorig jaar en ik herken veel dingen onderweg. Zo weet ik ook dat het run-bike-run stuk door het centrum van de sinjorenstad erg mooi is. Dwars door nachtelijk Antwerpen.

Aan de andere kant van de fietstunnel zoeken we een plek voor het busje. Als ze er zijn gaat de derde fiets weer op de drager en gaan we echt richting Nederland. Hier en daar zitten er mensen voor hun huis. Maar dat is nog niets vergeleken met het gekkenhuis waar we naartoe gaan. Eenmaal bij de grens is het de beurt aan Ossendrecht om ons binnen te halen. De alcohol-walm van de toeschouwers komt via de ramen ons busje in. Het is zes uur in de ochtend op tweede pinksterdag. Die mensen gaan ook een zware dinsdag tegemoet. We krijgen snoepjes en een beschuit met aardbeien. Net op het moment dat Menno geinterviewd wordt rij ik per ongeluk weg. Ik was alweer op weg naar de volgende stop voor de loper en had het niet in de gaten. Zijn seconds of fame moeten maar even wachten.

In Bergen op Zoom parkeren we naast het zwembad. Je kunt er gaan zwemmen of een douche nemen zoals ik doe. In de hal van de gymzaal rust ik wat uit met mijn tas als kussen. Ik heb mijn loopschoenen aan, de volgende etappe ga ik rennen. Ik heb er zin in, de marathon lijkt maanden terug en ik heb de afgelopen weken mijn kilometers alweer gemaakt.

wpid-dsc01014.jpg

Etappe 5. Dintelmond – Westmaas

Het begint te regenen bij het wisselpunt. Vanaf Bergen op Zoom is er geen ondersteuning meer op het parcours. De teams doen vanaf nu alleen nog maar run-bike-run en ik loop deze (korte) etappe. Na de Haringvlietbrug komen we langs Numansdorp. Ondertussen hou ik Sandra op de hoogte van onze aankomsttijd. Een van de vier teams had wat achterstand opgelopen en de teamcaptain had terecht besloten dat we daar op zouden wachten. Dus de andere drie teams waren in de etappe hiervoor wat langzamer gaan lopen en zij wat sneller. De aankomsttijd was daardoor op de app nog wat onduidelijk.

DSC01034

In Numansdorp zie ik Kees en Linda staan en ik zie dat Kees aan het filmen is. Hij is er op een goed moment, een loper uit 336B zijn schoonvader is laatst overleden aan kanker en in de haven van Numansdorp houden wij even halt zodat hij zijn verhaal kan vertellen. Zijn schoonmoeder woont in Numansdorp en als teken van respect en herdenking trekken we met fakkels door Numansdorp. Het levert mooie plaatjes op en iedereen weet weer waarvoor hij het doet. Aan het einde van Numansdorp is het ook nog een groot feest en dan zijn we bijna in Klaaswaal. Het laatste wisselpunt.

Etappe 6. Klaaswaal- Rotterdam

wpid-img-20160516-wa0010.jpg

Door de vermoeidheid zijn de emoties in Klaaswaal wat opgelopen. Een paar nachten op elkaars lip zorgt ervoor dat helder nadenken soms even niet kan. Een kleine inventarisatie levert op wie er wel mee wil op het laatste stuk door Oud-Beijerland, Barendrecht en langs het Daniel den Hoed. Ik heb dat stuk vorig jaar al met een brok in mijn keel gelopen en sta mijn fiets graag af.

Met het busje rijden we naar het Wings-hotel waar vrijdag alles begon en ruimen de bus zo goed en zo kwaad op als gaat. Sandra en Bastiaan komen hier ook even kijken en ik gooi mijn spullen in de auto voordat we met busjes naar Wilhelminaplein worden gebracht. Het einde van de tijdregistratie van de Roparun en het moment om aan te haken bij de rest van onze teams om samen de Coolsingel op te lopen.

DSC01057

Ik zie mijn ouders en Annemieke en Patrick. En ook vrienden die speciaal uit Limburg zijn gekomen om dit mee te maken. Als de rest aan komt lopen en fietsen blijkt dat Daniel den Hoed er aardig ingehakt heeft. Ik zie veel tranen en knuffels. Boven ons hoofd cirkelt een vliegtuigje met een banner eraan. ‘Gers is thuis’ staat erop. Met een megavlag en fakkels lopen we over de Erasmusbrug waar ik Sandra en Bastiaan weer zie. Bastiaan gaat op mijn nek mee richting de Coolsingel. Familieleden worden begroet en kinderen van deelnemers gaan op de schouders.

Het is even wachten tot het onze beurt is maar op het moment dat het onze beurt is breekt een feest van jewelste los. Fakkels, bier en Lee Towers die speciaal voor Gers komt zingen. Met een gerbera in ons hand zingen we met ‘You’ll never walk alone’ mee om vervolgens op de hoempapa-versie ervan in polonaise over de streep te gaan. Gers is terug en Rotterdam zal dat weten ook.

DSC01077

DSC01089

In Annabel is het tijd voor een biertje en kijk ik nog eens om me heen. Wat een fantastische teams waren wij. Nice kids, and we did deliver.

wpid-img-20160516-wa0017.jpg

wpid-dsc01048.jpg

Voetvijl

Kinderen zijn erg vatbaar voor reclames. Als Bastiaan nieuw speelgoed op televisie ziet dan is de kans groot dat niet veel later terloops wordt opgemerkt dat hij die transformer wel erg leuk vindt. Wat dat aangaat zijn kinderen net vrouwen die nieuwe schoenen zien (of mannen die elektronische gadgets zien).

Door al die reclames tussen Teen Titans Go! en de supergroentjes door zijn er in dit huis o.a. een snackeez (een beker waar je fruit en drinken in kunt doen, uiteraard in aparte vakjes anders wordt het zo’n smeerboel) en een snuggy naar binnen ‘gezeurd’. Och, we geven er zelf aan toe.

Laatst viel het me al op dat er op Cartoon Network steeds vaker reclames worden vertoond die gericht zijn op volwassenen (nee, niet dát soort reclames). Vorige week voor de powerpuff girls een reclame voor een schoonmaakmiddel van HG. Merkwaardig dacht ik.

Dan hopen ze dus dat er ouders zijn die zo gek zijn om die vage tekenfilms mee te kijken met hun kroost. Nonsens voor kinderachtige figuren.

Het behoeft dus ook geen verdere uitleg dat ik groot fan ben van Cartoon Network. Vooral Gumball is favoriet. Je hebt een scene waarbij twee eieren tegen een stuk spek aan botsen en samen een omelet vormen. Bastiaan en ik lachen hier nog steeds om. Echt schuddebuikend.

Na Gumball kwam gisteren een reclame van Scholl. Om de Scholl Velvet Smooth Elektronische Voetvijl Hardnekkige Eelt aan te prijzen. Ik keek naar Bastiaan en trok mijn wenkbrauwen omhoog. Hij keek naar mij en trok zijn schouders op.

Ik geloof niet dat hij zal gaan zeuren om een voetvijl…..

BD076D11-3839-43F0-A749-5BC8D65CEE6Diphone_photo